Vanochtend sta ik op met het verwachtingsvolle gevoel, dat ik de boot trip ga maken. Ik neem wat muesli repen en zet mezelf een kop thee (hoef ik niet zo vroeg op). Om 08.00 uu komt een mini bus voorrijden bij het hotel, om mij en een frans koppel naar een haventje te brengen zo’n 5 kilometer van het hotel.
Daar blijkt de uiteindelijke groep zo’n 25 man te zijn, van allerlei nationaliteiten. Een bont, gemeleerd gezelschap, dat vanuit gezamenlijke verwondering, gedeeld enthousiasme over het prachtige landschap en de gemeenschappelijke lunch, zowaar een gezellig clubje nensen wordt.
Maar de eerste anderhalf uur, staat, zit, ligt (veelal op het bovendek) een ieder zich in stilte te vergapen aan de wonderlijke rotspartijen waar we door heen varen. Daartussen floating villages en fishfarms. Uiteindelijk HalongBay.
Na zo’n twee uur leggen we bij een steiger aan, alwaar we kunnen gaan kajakken. Ik was het eerst niet eens van plan. Maar zwicht, ik stop mijn mobiel in een waterdicht zakje in het leuke Susan Bijl tasje, dat Janneke daags voor mijn vakantie nog als verrassing met de post had opgestuurd. En met Pauline, een Francaise die in Cambodja woont, ga ik toch het water op. En vind het hartstikke leuk . We varen door lagunes en grotten. Waar op een gegeven moment, onder oorverdovend getjilp (zouden het wellicht in een eerder genoemde grot niet ook gewoon zwaluwen in plaats van vleermuizen geweest zijn, vraag ik me nu af!?), honderden zwaluwen vlak boven onze hoofden, uit komen vliegen. Zo bijzonder.
We komen als laatsten weer terug bij de boot. Door ons vele geklets, waren we de tijd wat vergeten. Dus, we kunnen direct aanschuiven aan een lunch. De salade op onze tafel (we zitten benedendeks) bevat tientallen, friemelende miertjes. De scheepskok weet er wel raad mee, peutert ze er gewoon uit. Ik eet ‘m erna met smaak. Haha, wel even aanpassen aan de omstandigheden en de kok niet in de steek laten. Goed voorbeeld doet volgen. Het is een gevarieerd, zeer smakelijk maal met tofu, vis en vlees. En veel verse groenten.
Eigenlijk komt het moment om te snorkelen (voor mij) wat vroeg na de maaltijd. Ik heb het me zo goed laten smaken. Maar als de boot zo’n 100 meter voor de kust voor anker gaat en de eerste mede passagier fanatiek vanaf het bovendek het water in duikt, heb ik mijn snorkelmasker toch ook al uit mijn dagrugzak gehaald. Ik daal (wat voorzichtiger, minder sensationeel) het trapje af, dat aan stuurboord van het schip over de rand is gehangen. En, mijn avontuur gaat beginnen. Ik crawl richting strand, vooral naar de rotsen (hier is ‘het’ te doen) en beleef mijn moment.
Ik krijg niets meer mee van de groep (die stik jaloers op mijn masker is), ik zit in mijn eigen wereld.
Zo kleurrijk als de vissen tijdens een eerdere snorkeltocht in Thailand waren, zo zijn ze hier niet. Ik denk dat ik daarvoor net iets te Noordelijk in Vietnam zit.
Maar puur het gevoel tussen scholen vissen te zwemmen (toch behoorlijk wat variatie in grootte, vorm, patroon en toch ook wel kleur), vooral de bewegingen van de vissen als ze me gewaar worden, en richting rotsen wegduiken, is geweldig. En ze dan toch even later weer tevoorschijn zien ‘piepen’ uit spelonkjes en gaten.
De rotsen zijn sowieso net gatenkazen, met grillige vormen. Het is zó enorm ontspannend. De boot tocht en het snorkelen voelen als het meest weldadige medicijn tegen een weer (bijna) burnout-gevoel, dat me het laatste half jaar weer bij de keel lijkt te grijpen.
Niet hard werken is an sich het probleem. Ik ben niet vies van hard werken. Zoals ik op vakantie ook best vaak een flink tempo heb.
Maar het zit ‘m in het gevoel van een constante druk, gejaagdheid (er zijn natuurlijk ook goede dagen, dat ik voel dat ik op mijn plek zit) die ik vaak ervaar. En ook dat ik veel last blijf houden/hebben van een slecht geheugen. Vaak op het bizarre af. Dat kost zo verdomd veel extra energie.
Dat kom ik nu op vakantie ook tegen en het blijft confronterend. Maar hier is het toch anders. Ik weet dat niets moet. Ik heb mijn boekje waarin ik dingen noteer. Ik heb mijn telefoon, die ook erg behulpzaam is. En anderen hebben er hier geen last van.
Maar terug naar de positieve flow. Zo’n dag op een boot midden in de natuur, zo genietend rond zweven in de deining van het water, tussen de vissen is louterend.
En zelfs het beklimmen van een uiterst steile rotspartij op Monkey island (en dan weer dalen over de scherpe punten van deze rotsen) is spannend, maar werkt ook ontspannend. Én, wordt beloond met een fabuleus uitzicht.
Ík heb nog zicht op 9 dagen genieten. Wat erna komt, zie ik dán wel weer. Er moet iets, maar ik weet nog niet wat.
De dag, waar ik zo naar uit gekeken had, heeft mijn verwachtingen zelfs overtroffen. Het was puur genieten.
Morgen weer een dagtocht. Ik ga een kleine trekking in het natuurpark op het eiland doen van vier uur. En dan vanuit het park ‘s middags weer een boot op naar Lan Ha Bay. Waar ik nog even kan snorkelen.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog