De laatste avond in Catba heb ik afgesloten met een manicure in een van de vele massage salons. Deze zijn als paddestoelen uit de grond geschoten. Bizar (ook in Tamcoc waar we inmiddels neergestreken zijn, struikel je erover). Ik betaal er welgeteld omgerekend twee euro voor!?
We eten nog ‘ns Indiaas. Waar krijg je de kans om (ook in deze situatie) voor zo weinig geld zo heerlijk van de authentieke Indiase keuken te genieten!?
We wandelen nog even langs de boulevard. Waar weer veel gesport wordt.
Je voelt al dat het weer gaat omslaan.
We betalen het hotel alvast. De bagage zit al in de rugzakken. Ik slaap wat onrustig, maar dat haal ik later in de bus weer in.
We worden (een half uurtje na de afgesproken tijd, dus even wat onzekerheid, want tot nu toe leken de bussen wel haast op de minuut te rijden) aan het hotel opgepikt. Het afscheid is zeer hartelijk. We hebben drie dames (moeder met de twee dochters) om de nek hangen. Ik ontvang van moeders dikke kussen op de wang. De dochters maken de ene na het andere selfie. Wat gaan ze er in godsnaam mee doen? Een nieuwe folder van het hotel maken? Maar, het is hartverwarmend en oprecht. We hadden er ook een heel leuke tijd!
Maar nu tijd voor een nieuw avontuur.
Op de heenweg voeren we in het donker de veerpont over, naar Catba. Nu kunnen we de overtocht naar het vasteland bewust mee maken. Helaas wel in de regen (ach, eigenlijk een perfecte timing om er net nu een reisdag van te maken!?).
We zien nu ook de enorme kabelbaan die het eiland met dit vasteland verbindt.
De busrit verloopt snel en voorspoedig. Het verkeer is echt veilig en rustig in Vietnam. Sowieso komt Vietnam heel veilig en georganiseerd over. Het is totaal niet te vergelijken met (de chaos van) India (waar ik óók héél erg (in mijn hart nog meer) van houd), maar is er wel iets met India te vergelijken? Dit is gewoon totaal ánders genieten. En dat doen we ten volle.
We worden in het centrum van het dorpje Catba (in ‘bezit’ genomen door toeristen) gedropt. Wat wel heel comfortabel is, met mijn zware rugzak(ken). We lopen wat rond om een guesthouse te vinden en komen al snel terecht bij Cherry Homestay. Gelegen in een dwarsstraatje van de hoofdweg. Weg van de drukte, maar toch dichtbij de gezelligheid, de restaurantjes en winkeltjes.
Het is een heerlijke kamer. Erg schoon én: een goed hete douche! En net als in Catba voor maar 6 euro pp/nacht. Zó kun je nóg ‘ns op vakantie!?!
Ik verstop de kostbare spullen. Ik vind dat ik hier erg goed in ben. De twee moneybelts hang ik met veiligheidsspelden aan de achterkant, hoog in de gordijnen. De iPad in de loze ruimte onder een zwaar nachtkastje. Ie vangt daar wel wat stof, maar zit toch in een beschermhoes.
We vinden een goed en gezellig restaurant en maken alvast een verkennende wandeling. Zodra je van de hoofdweg af gaat, sta je midden tussen de rijstvelden. Hieruit rijzen weer enorme rotsen op. Tamcoc wordt daarom ook wel Halong Bay in de rijstvelden genoemd.
We komen langs een begraafplaats, mooi gelegen tussen deze Karstrotsen. Hetgeen een heel bijzondere, verstilde, haast mysterieuze sfeer oplevert. Je waant je echt in een andere wereld. Misschien ook júist wel door het wat mistige weer. Af en toe vangen we nog wat spetters.
We zien de eersten bootjes varen, de roeiers, in regencapes gehuld, besturen de bootjes/peddels met hun voeten.
Hier staat Tamcoc bekend om. De naam Tam Coc vindt zijn oorsprong trouwens vanuit het gegeven, dat er in de rotsen in het water, drie (tam) grotten (coc) zijn. Deze zullen we komende dagen nog bezoeken.
Omdat we tussen de middag onze accu goed opgeladen hadden, met een stevige maaltijd, nemen we in de avond alleen een heerlijke bak yoghurt met vers fruit en muesli, waar heerlijke stukjes kokos tussen zitten.
Op de kamer spelen we een spelletje (reis)scrabble en erna (vooral Peter) een goede nachtrust. We hadden een theorie ontwikkeld, dat Peter tijdens vakantie’s door het eten van meer/veel hete pepers, minder snurkt. Tja, die yoghurt zet dan op dit gebied geen zoden aan de dijk.
Vandaag gaan we fietsen. Bij de homestay worden fietsen (met mandjes voorop) verhuurd. Ideaal.
Het eerste stuk worden we door mijn GPS-app via NinBinh, naar Trang An geleid. We fietsen zelfs een stuk op de Nationale Highway. Het blijkt een enorme omweg, maar het geeft wel even een inkijkje in het meer stadse straatbeeld.
Voor we vertrekken zegt Peter: ‘De zonnebril laat ik hier, je kunt wel optimistisch zijn, maar hier zíjn grenzen aan’. Het blijken profetische woorden. We krijgen geen straaltje zon.
In de middag trekt het zelfs totaal dicht, met een minimaal motregentje.
Maar, we fietsen er gewoon daarheen en bezoeken een mooie tempel (de Bich Dong Pagoda). Deze is deels in de grotten gelegen, waar een bedwelmende wierooklucht hangt.
En ook droog dus, laat dat weer ‘ns goed uitkomen.
Bij goed weer zou je hier een fantastisch uitzicht hebben, het tempelcomplex bestaat uit diverse niveau’s, we klimmen heel wat trappen op. Nu is het dus nevelig, maar dat heeft ook wel weer wat.
Het voordeel van het mindere weer is, dat je relatief een stuk minder hoeft te drinken. ‘Normaal’ in Azië valt er nauwelijks tegen de klippen op te drinken. Zoveel vocht raak je dan kwijt door het transpireren.
Maar, morgen wordt het warmer, in de middag mógelijk wat zon. We zullen het gaan zien.
Ik duik nog even een marktje op.
Er wordt ‘nep-geld’ verkocht. Dit wordt tijdens offerandes aan het vuur aangeboden. Men gelooft dat bij de verbranding de biljetten niet verdwijnen, maar naar het hiernamaals overgaan, waar de overleden voorouders het kunnen gebruiken om goederen van te kopen.
Bij tempels wordt dit dodengeld ook vaak te koop aan geboden. Naast dat er bloemen, fruit, rijstwafels, koekjes en soms zelfs drank (ja, ook blikjes cola) geofferd worden, aan hun god.
Op het marktje wapperen vrouwen met een netje om de vliegen van het vlees, de kip weg te houden. En dan is het nog niet eens zo warm vandaag. Wij houden het wijselijk bij vegetarisch eten.
We eten gefrituurde springrolls. Met erbij gebakken groenten, met kleine paddenstoeltjes en heel veel knoflook. Ook de gemberthee is flink sterk. Ik heb me nog nooit zó gezond gevoeld. Gevoed waarschijnlijk door de wetenschap dat we zoveel groenten en fruit eten. En heerlijke verse fruitsappen drinken. En natuurlijk ook lekker in beweging zijn. Maar dan ook wel even een korte siësta vanmiddag.
Trouwens, in het restaurant vanavond even een flink mollige Vietnamese baby op schoot gehad. Als volleerde oma, kreeg ik het meisje gelukkig snel aan het lachen. Ik kreeg ook direct een grote glimlach om mijn mond, toen ik vlak hierna een filmpje ontving waarin Mia me toewenste dat ik weer veilig terug zou komen.
Tijdens het fietsen (even een stapje terug in de tijd) twee maal een kudde geiten en geitjes gezien. Die werden gehoed vanaf een scooter. Bizar.
Op een gegeven moment valt op een andere plek, mijn oog op een kar langs de kant van de weg, waar een gebraden geit pontificaal op vastgezet was. Als een soort ‘marketingobject’. Bij de kraam werd geitenvlees verkocht. In deze streek wordt dit aangeboden in restaurants als een ware delicatesse. Toch wel een cru idee, dat je eerder op de dag vertederd naar zo’n kudde hebt staan kijken.
Waarschijnlijk omdat het zondag is, zijn er vandaag juist heel veel Vietnamese toeristen/dagjesmensen op de been. Bij een van de attracties waar je een boottocht kunt maken, lijkt het wel de Efteling, zó druk. We besluiten zelf dus ook pas morgen naar een beroemd uitkijkpunt te gaan, om deze drukte te omzeilen.
Bij jullie in Nederland vandaag Pasen (Mia wenste opa Peter in een ander filmpje een fijne Pasen).Waarschijnlijk ook delicatessen op tafel!?
Hier krijg je van de Pasen (natuurlijk) niets van mee. Hoewel we wel leuke gele eendenkuikens zien. Én, in de rijstvelden wordt een fotoshoot gehouden, door een aantal Vietnamezen, met een model. In het felgeel. Tja, ik zou Yvonne niet zijn, als ik daar niet even op mee lift. Dat levert in ieder geval zonnige (Paas-gele) beelden op. Toch iets unieks.
Peter is via internet Parijs-Roubaix aan ‘t volgen. Ik typ dus het verslag. Op de achtergrond komen toch ook hier vaag wat Karaokegeluiden de hotelkamer binnen. Deze komen van de fleurig verlichte discobussen die op het grote plein staan.
Dadelijk nog een potje Scrabblen. En dan is week twee alweer voorbij.
Maar we plukken de laatste dagen saampjes. Morgen gaan we weer lekker met de fietsen op pad. We hebben al een mooie route uitgestippeld.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog