De laatste (blog), lieve volgers,
Bedankt trouwens voor de leuke reactie’s afgelopen weken. Hier in het blog en/of via de app. Ik ben toch een echt contactmens. Ik hoef niet echt alles en iedereen los te laten tijdens mijn vakantie. Hoewel. Wél natuurlijk mijn werk, maar dat is goed gelukt.
Ik heb een heel goede vliegreis achter de rug. Eerst ruim 3 uur tot Singapore. Daar een sprintje getrokken (de overstaptijd was maar 55 minuten) dwars door Terminal 2. Met een treintje naar Terminal 3, waar vandaan mijn vlucht zou vertrekken. Maar blijkbaar moet ik toch nog met treintje 2 (op zich heel effectief) naar Terminal 1. Waar ik bij de eerste gate aldaar, direct kan boarden.
Om de vlucht van (blijkt uiteindelijk ruim) 13 uur te maken.
Helma had het al opgemerkt. Ik vertrek om 23.55 uur en zal om 07.15 (dit wordt door stevige tegenwind een kwartier later) landen. Ideale tijden dus. Zeker omdat ik daadwerkelijk heel wat uren slaap bij elkaar sprokkel. Ik ben dus, ondanks de lange reis niét gebroken.
De bagage kan ik vrij snel van de band halen. En nu zit ik in de trein te typen.
Over bagage gesproken. Het inchecken hiervan ging niet zonder slag of stoot. Ik heb heel wat reizen, met vriendelijkheid en enthousiasme het voor elkaar gekregen extra (grote) bagage mee te mogen nemen. Maar dit meisje aan de balie is onverbiddelijk. Ik mag (naast een kleine handtas) maar één stuk handbagage mee.
En ik stá er natuurlijk met mijn blitse, rose North Face tas én de mand. Hoe ik ook beweer/verdedig, dat in allebei kwetsbare/breekbare dingen zitten, ik zál een van deze twee in moeten checken.
Dat wordt dus keuzes maken, wát in het ruim zal gaan. En dus overhevelen van spullen.
Tja, en dan is het niet zo gek, dat je dat op gevoel doet en niet met verstand.
Daar kom ik dus achter als ik naar de douane wil gaan, de controle ervoor. Als mijn instapkaart gescand wordt, gaat er een rood lampje branden. Er is iets niet in orde. Nu klinkt het (achteraf) erger dan het ís. Ze hebben gezien dat er een powerbank in mijn, als handbagage bedoelde rose tas zit. Ik moet me dus melden bij een gebouwtje (gelukkig makkelijk te vinden). Daar mag ik (als ik braaf een handtekening zet dat ík het geweest ben, die er iets uitgehaald heeft) de powerbank er alsnog uitvissen. En maak ik er dankbaar gebruik van, ook mijn etuitje met medicatie te pakken.
Dat had ik me wél al gerealiseerd, toen ik de rose (ja blitse) tas, op de band zag weg rollen. Dat die dus tijdens de vlucht buiten bereik zou zijn. En ik slik toch mijn Citalopram ‘braaf’ door in de vakantie. Ik voel me nog niet zo ver deze af te bouwen. Eerst kijken komende tijd, wat het met me op langere termijn gaat doen, als ik minder werk.
Dus eind goed, al goed (ik blijf met twee stuks incheck-bagage gelukkig wel net onder de limiet van gewicht). En ik was gelukkig ruim op tijd op het vliegveld. Kon me deze capriolen, qua tijd makkelijk permitteren.
En, uiteraard heb ook ík me aan de regels te houden.
Ik kom met een heerlijk zonnetje in Nederland aan. Helder weer, geen smog.
Ik ben met regen uit Hanoi vertrokken. Ik had me hier op ingesteld, ik had het op de weer-app al zien aan komen.
Het grootste deel van mijn spullen had ik vrijdagavond al ingepakt. Ik stop er de laatste spullen van het waslijntje (die maar nét aan droog zijn geworden) nog bij. Ik draai het laatste flesje cola dat nog in de koelkast stond, in twee plastic zakken. En stop dit in de grote backpack. Voor in de trein. Vandaag mág het nog.
En ga zaterdagochtend met mijn laatste 500.000 Dong (plus nog afgemeten 40.000 Dong voor de lunch en 45.000 Dong voor bus 86 naar het vliegveld), nog even de straat op.
Het wordt wikken en wegen, waaraan ik die ga uitgeven.
Het wordt een porseleinen, typisch Vietnamese Boeddha (ik durf thuis pas te kijken of ie de reis in het ruim (dus!) overleefd heeft). Én nog twee schattig kleine (nep) Fjällraven tasjes voor Mia en Mirre. Goed besteed dus.
Ik ga nog éénmaal de zo heerlijke Noodle soep eten, ik probeer in gedachten de smaak ervan vást te houden. Ik vraag er nógmaals of ze mijn (kwijtgeraakte) oefen-chopsticks niet alsnog gevonden hebben. Ik krijg een ‘neen’ als antwoord, maar eerlijk gezegd geloof ik ze niet. Ze (de stokjes) waren zó leuk, dat vonden zij vast óók. Ik merk het gewoon aan hun manier van reageren. Maar goed, ík ben degene die ze niet in mijn tas heeft gestoken. Als dat het ergste (het is het énige) is, dat ik ben verloren. Het kon erger.
Ik loop (dus) nog een paar paar keer het hostel in en uit. Last time, dit. Last time, dát. Ik merk dat er toch wel een soort knoop van emotie in mij buik komt. Én van het besef, dat de prachtige reis erop zit. Én om deze fijne, leuke mensen in Hanoi niet meer te zien.
Natuurlijk beloof je terug te komen. Maar het is natuurlijk de vraag óf ik ooit Hanoi nog ‘ns zal bezoeken!?
Ik gaf in eerste instantie aan, dat ik om 13 uur uit het hostel weg zal gaan. Als het een drie kwartier eerder, opeens droog wordt -met zelfs een voorzichtig zonnetje-, besluit ik hiervan gebruik te maken, al op pad te gaan.
Het is me de eer te na, om een taxi te pakken. Ik loop, met al mijn bagage de ruime kilometer naar het station. Ik maak dezelfde fout in de route als de vorige keer (met Peter). Maar sta dan tóch uiteindelijk bij halte van bus 86!
Die tien minuten later al komt. Richting Airport.
Mooie timing. Ik heb alleen, omdat ik eerder weg ging, geen afscheid kunnen nemen van Hoang (zijn vrouw is er wel, met kleinzoon), de eigenaar van het hostel. Misschien maar goed, afscheid nemen is niet mijn sterkste kant.
Ik zal ‘m, samen met Peter nog een bedank mail schrijven, voor de vriendelijke, gastvrijheid!
Peter heeft al een Greenwheels gereserveerd om me dadelijk op station Mestreech op te halen. Superlief. Wát een service.
Janneke is ook op het Plantsoen. En Wouter natuurlijk. Die denkt waarschijnlijk (ik hoor Peter zeggen ‘katten kúnnen niet denken’) dat ik niet meer leef.
Maar ik bén er zo weer voor ‘m. Zo’n lange reis (in oktober wel nog twee Jordanië; en tóch ook komende jaren wát extra LFB-uren aan mijn hoofdvakantie vast plakken), zal ik niet snel meer maken. Dit was toch uniek. En dat wás het ook!!
Ps. Inmiddels thuis. Peter én Janneke stonden op het station. Een méér dan warm welkom.
Weer herenigd met Wouter.
Een eerste echte snee brood met kaas weer gehad. De eerste souveniers uitgedeeld. Kortom, nog wat méér geland!
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog