Ik heb de wekker op 04.40 uur staan. Om de laatste dingen in de rugzak en tas te stoppen en me wat op te frissen. Hoewel dat laatste eigenlijk geen zin heeft. Binnen 10 secondes ben je weer bezweet, als je ook maar wát doet.
Als ik naar buiten wil bij het hotel, is de deur nog op slot. Maar de eigenaar maakt het waar hetgeen hij me gisteren beloofde. Hij zou er zijn. Hij ligt een stukje achter de balie op de grond te slapen en hij hoort zowaar direct mijn poging de deur te openen, springt als een duveltje uit een doosje overeind.
Ik geef hem de kamersleutel. Geen klompjes. Hoe dan ook, was het een onpersoonlijk stadshotel. Ik heb met niemand echt iéts van een bandje opgebouwd. Hij werd wel vriendelijker dan bij de start van de incheck. Maar dat verdient geen klompjes. Nu heb ik er ook al meer uitgedeeld dan het aantal hotels waar ik zal komen. Dus dit trekt ‘t weer recht.
Ik was een beetje bang dat er zo vroeg nog geen tuctuc’s op straat zouden zijn. Maar ze buitelen over me heen. Resoluut breng ik de prijs van 200 roepies terug naar 150. Dit zou het moeten kosten, gaf de eigenaar gisteren aan. Tja, dat is dan weer handig te weten.
Ik sta omringd door 4 tuctuc’s. Met de neuzen naar elkaar toe, in een kringetje.
Ik stap in bij degene waar ik de onderhandeling mee gestart was.
Hotseknotsend rijden we (ik smeer me ondertussen met muggenspul in) naar het busstation. Dat er verrassend ordelijk en prettig uitziet. Het is goed verlicht en rond het grote plein zijn een tiental verlichte stalletjes met drinken en etenswaar. Er staan al een aantal bussen klaar. Maar die van Munnar is er (nog) niet.
Ik ga informeren bij een tafel waar geüniformeerde mannen zitten.
Of ik daar maar wilde wachten. De bus moet nog komen.
Ik zie telkens als een ‘nieuwe’ bus komt aanrijden, dat de betreffende chauffeur zich aan de tafel meldt. Dus dat geeft me het vertrouwen dat dit wel goed gaat komen. Bovendien, een aantal mensen heeft me al aangesproken op waar ik naar toe moet. Dus, dan weet al snel ‘iedereen’ het. Ik krijg dan ook direct een seintje als ‘mijn’ bus er is.
Er zitten al een paar mensen in, zodat ik de bestemming nog eens af kan checken.
Ik gooi mijn tassen in het bagagerek. Mijn grote backpack past daar niet op. Ik zie wel hoe dat opgelost gaat worden.
Er gaat een mannetje door de bus om het geld te incasseren. Desnoods betaal ik een extra seat. Ik hoor dat het stuk naar Munnar max 200 gaat kosten.
Het blijkt maar 175 roepies (1,88 euro) te zijn. Bizar, een rit van zo’n 190 kilometer.
Ik zie naderhand op de kaartjes, dat het 160 roepies voor mij is, en 15 roepies voor de rugzak. Dat had ik in de snelligheid niet eens in de gaten.
Vanwege de heuvels en vermoedelijk een stop, zal de rit zo’n 5 uur gaan duren. Mijn rugzak, die rechtop naast me op de stoel staat, is geen probleem. Wellicht het voordeel van de vroegste bus pakken.
De bus vertrekt zowaar goed op tijd. Er wordt een lekker (Hindu)muziekje opgezet.
Ik zit aan het raam, ik kan dus naar buiten kijken. Het zou een mooie route zijn. De meeste raampjes staan open. Ik gooi dus mijn Adidas vest over me heen. Het bewijst zijn diensten goed.
Al snel zie ik de eerste heuvels. Leuk, weer een heel ander hoofdstuk van mijn boek.
Ik zit ondertussen ook alvast de start van de dag uit te tikken.
Naast mij, zit er nog 1 vrouw in. De rest allemaal mannen. De vrouw ligt al te slapen. Dat zal ik dadelijk ook nog even proberen. Hoewel ik natuurlijk ook wel iets/veel mee wil krijgen van het landschap.
We rijden al snel het spoor over.
Om de dag is de route van Madurai naar Munnar grotendeels met de trein te doen. Maar net vandaag niet. Bovendien, Munnar zelf heeft geen station. Dan had ik het laatste stuk alsnog met een bus moeten doen. Nu kom ik op 250 meter van mijn hotel aan.
Hemelsbreed zou je zó in Munnar kunnen zijn. Maar de weg maakt een enorme draai. Ik ga ervan uit, vanwege het gebergte.
Ik moet zeggen. Ik heb geen spijt van de keuze, om de bus te hebben gepakt. Ik had geïnformeerd naar een taxi. Die zou me 50 euro hebben gekost. Dat had vast sneller gegaan. Maar voor mijn gevoel schieten we behoorlijk op. En zo’n bus reis is weer een hele/andere beleving. Ik geniet voor de afwisseling maar weer eens.
In het volgend stadje, komen er al meer mensen de bus in. Ik ben gewend dat dit telkens in en weer uitstappen van passagiers, heel veel tijd kan kosten. Maar vandaag verloopt dit snel en effectief. De bijrijder houdt de touwtjes goed in handen.
Na anderhalf uur hebben we een stop van 5 minuten bij een groter busstation. Ik ga er even plassen in een toilet, dat zelfs ik nog nooit eerder in India gezien heb. Het is een ommuurde ruimte, met langs de muren een soort goot, meer is het niet. Er liggen twee drollen. Uiteraard dus ook vliegen, geen vlindertjes dit keer. Maar goed, ik kan mijn blaas legen.
Ik heb dorst. Kan ik tenminste met een gerust hart even een blikje open trekken.
Zonder diréct in de bus weer ‘te moeten’.
Al snel stoppen we weer even. Er stappen twee Saddhoes (Heilige mannen) in. Ze gaan in de bank naast me zitten. Ik mag een foto van ze maken. Als ik vraag of ze ook naar Munnar gaan, schudden ze nee en noemen een plaatsnaam die mij verder niet zegt. Ze spreken ook geen engels.
Achter me zit een man geregeld hard te bellen. Wat dát betreft is de wereld volgens mij inmiddels overal gelijk. Bij de Saddhoes kan ik geen telefoon ontdekken.
Het berglandschap is al wat prominenter aanwezig. Mooi, met de palmbomen ervoor.
We passeren wel nog geregeld dorpjes. Ook hier veel felgekleurde huizen en de gekleurde tempeltjes. Een lust voor het oog.
De Saddhoes stappen al snel weer uit. Ze zwaaien buiten nog even naar me. Dit zijn heel korte, maar toch leuke momenten.
Af en toe dut ik even in, maar gelukkig ben ik net wakker als we na twee en half uur, echt de hoogte in gaan. Het toeteren in de (haarspeld)bochten begint.
We nemen de route via Theni. Er zijn namelijk 2 mogelijkheden.
De weg slingert zich naar de top.
Er is best nog veel groen en er zijn ook veel bloemen.
De bus trekt ‘t nog maar moeilijk, het laatste stukje. Ik weet niet hoe hoog we dan zitten.
Het is inmiddels 09.20 uur. We hebben weer even een break van 10 minuten. Het is dan nog maar 42 km. Het is snel gegaan, het valt me alleszins mee. Het is ook (nog) heel rustig op de weg. Ik ben dus ook blij met mijn beslissing de vroegste bus te hebben genomen. In Madurai had ik toch niets meer kunnen doen. En in Munnar heb ik nu juist nog een hele middag.
We zijn inmiddels 24 km van Munnar. De theeplantages melden zich. Het is nu al een prachtige omgeving. Hoe mooi moet Mumnar dan wel niet zijn?!?
Een kilometer of 17 van Munnar af, rijden we de mist in. We klimmen dan ook wel weer flink. We zijn naar Periyanakal afgebogen. Met een lus gaat de bus bovenlangs naar Munnar blijkbaar.
Ik ben benieuwd of ik dadelijk in Munnar bereik ga hebben. Tijdens het rijden het laatste uur, valt ie telkens weg. In het hotel heb ik sowieso wifi.
Het is niet meer druk in de bus. Ik vlieg van links naar rechts de laatste kilometers, vanwege de prachtige uitzichten.
En dan zijn we er. Ik ben blijkbaar wat aan ‘t tutten, met nog even het adres van mijn homestay in Maps.me te zetten. Ik zei het al, de bijrijder heeft pit erin. Blijkbaar staat de bus op een plek waar ie niet mag staan. Hij wilt me eruit bonjouren. Maar dat werkt averechts, bij me. Nu ga ik helemaal stuntelen met al die bagage. Het ís ook wel (weer) bizar.
Uiteindelijk sta ik buiten en begint de klim. Het viel even goed tegen, dóór de bagage dus ook. Maar als ik er ben en letterlijk alles van me af kan laten vallen, ben ik helemaal blij met het kleine guesthouse op een heuvel.
Ik installeer me in mijn kamer. Een klein guesthouse op een heuvel.
Ik krijg de inspanning direct uitbetaald met een schitterend uitzicht vanaf mijn bed! Uniek.
Ik neem even de tijd om de foto’s op te hangen en wat spullen netjes in de kast te stoppen. Maar nu is het nog zonnig. Ik ga toch het stadje verkennen.
Ik loop uiteraard direct naar de tempel, die ik al vanuit de bus gezien had. Hij ligt er verlaten bij. Ze zijn ‘m aan het renoveren. Oók mooi om te zien. Hoe de beelden ‘kaal’, nog zonder kleur zijn.
Erna ga ik op gevoel de richting van de theeplantages op. Ik loop door een privé-terrein, aangrenzend aan het ziekenhuis.
Daarna ga ik mijn neus achterna.
Bij een huisje, dat een mooi uitzicht lijkt te bieden, slaan direct de honden aan. Van met z’n tweeën, staan ze opeens met z’n 5en hard te blaffen. Ik snap het wel, maar het leuk vinden is iets anders.
Ik gebruik mijn Dazer. Die werkt optimaal.
Verbouwereerd en vooral heel stil (zowel wat betreft blaffen, als zich bewegen) staan ze me ná te kijken. Want uiteraard kies ík het hazenpad.
Dan maar van de route die ik in mijn hoofd had, afbuigen.
Waardoor ik uiteindelijk toevallig met mijn neus in de boter val.
Via de ene na de andere smalle uitsparing in een kleine plantage, kom ik steeds dieper (en ook hoger) de plantage in. Ik moet me er echt soms doorwurmen.
Op een gegeven moment worden de paden breder, en dus ook makkelijker te volgen.Ik kan niet meer stoppen. Telkens denk ik: ’nog één hoekje om’. Dan zie ik weer een mooie structuur in het geheel. En dan ga ik weer verder.
Plotseling schrikt een vogel(tje) op uit een struik en vliegt pijlsnel over de plantage naar beneden. Het geeft een beetje het effect van een ijsvogeltje. Alleen is dit exemplaar net wat groter en heeft het een fel rode bovenkant.
Maar het is haast net zo mooi. Ik zie er zelfs wat later nóg eentje.
Wat een goed begin van mijn eerste dag in Munnar. En wat bizar. Vanochtend was ik nog in Madurai!?!
Vanuit de diepte hoor ik vaag wat geluiden uit het stadje. Het is van bovenaf te zien, dus echt verdwalen kan ik hier niet. Ik sluit me weer af van de stadsgeluiden, hoe minimaal ook.
Ik laat me weer betoveren door het landschap.
Het is apart, hoe de witte wortels van de struiken, met hun grillige vormen, zich in de grond genesteld hebben. Het geeft een mooi grafisch effect.
Bij het terug lopen, ziet alles er toch net weer anders uit. Ik blijf foto’s schieten. Hoewel het licht niet optimaal is. Ik ‘moet’ geregeld wat tegen de zon in fotograferen. Sommige foto’s Blijken achteraf hierdoor wat flets. Ik probeer ze een beetje te bewerken.
Gelukkig heb ik, door heel veel data (foto’s/filmpjes) uit de What’s app te verwijderen, weer veel ruimte op mijn telefoon gekregen. Dus ik kán vooruit.
Ik zie nog meer bijzondere vogeltjes. Maar die zijn niet vast te leggen. Die komen te plotseling tevoorschijn. En vliegen te snel. Maar, het is wel bijzonder. Ik vind mezelf een stadsmens. Maar ik kan toch ook steeds meer en beter van/in de natuur genieten.
Als ik weer beneden in het stadje aan kom, begint het net wat te betrekken. Dit heb ik toch weer ‘ns goed getimed, zeg ik tegen mezelf. Ik ben tevreden met mezelf. En met de situatie.
Ik ga een restaurantje zoeken. Het stadje staat erom bekend best toeristisch te zijn. Ik merk er nog niets van. Maar de infrastructuur ervoor is wel aanwezig. En stiekem is dat als afwisseling best fijn.
Voor morgen heb ik toch weer (via de ‘jongen’ van het hotel) een tuctuc tour geregeld. Wc-papier hád ie nog niet gekocht voor op de kamer. Maar de tour (een vriend van hem zal die aanbieden), had ie zo willen slijten. Ik vraag bedenktijd. Ik wil eerst zien wat ik op eigen gelegenheid kan regelen. Maar die tocht in Hampi is zó goed bevallen. Het is effectief, ze wéten de plekken. Ik ga het gewoon weer doen. Maar dat zég ik hem nog niet. Niet een té makkelijke ‘prooi’ lijken.
Er ligt opvallend veel zoetigheid in de shops.
Ik ga voor hartig. Ik eet al om 16.25uur. Door het vroege vertrekken ligt mijn ritme wat in de war.
Het smaakt er niet minder om. Het is zelfs heel lekker. Weer helemaal anders dan op andere plekken. Ook dit (ontdekken) is deel van het avontuur.
Ik neem een Peanut Masala, waarin ze bepaald niet zuinig met de pinda’s zijn geweest. En een Mix/Veg Roast. Met vooral veel bloemkool. Daar ben ik dol op, maar dat maak ik thuis gek genoeg zelden!? En deze is dan ook nog eens in een curry achtige saus.
Met nog een vers geperst glas sinaasappelsap, zit ik helemaal aan mijn tax, wat betreft vitamines. En zelfzorg.
Het papieren rietje is wel van héél slechte kwaliteit. Het hangt er al na een kleine 10 minuten helemaal slap bij.
Het glaasje verse munt tea, is alleen al voor de mooiigheid een goede toevoeging.
Ik ga rond 17.30 uur de berg weer op. En ik blijf voor de afwisseling eens rustig op mijn kamer.
Morgen zal de tour om 07.30 beginnen. Dat wilde ik vanwege het mooiere licht, dat ik dan heb.
En vanavond ga ik eens écht op tijd naar bed.
Dus, tot d volgende keer, groetjes
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog