Beste volgers (wat klinkt dat lekker modern),
Als ik dit typ, lig ik in het bovenste bed van een slaapcabine.
Ik had in juli deze rit al geboekt, maar was er vanuit gegaan dat het een zitplaats, eersteklas zou zijn. Er werd bij de reservering nergens over een sleeper gesproken. Maar aangezien ik twee nachten geen bed gezien had, was dit eigenlijk heel welkom.
Op mijn reservering stond ook geen plaatsnummer, dus ik was na wat overleg maar ergens in het compartiment neergestreken. Blijkbaar was ik direct in slaap gevallen, na mijn rugzakken met een slot vast te hebben gemaakt.
Want het volgende dat ik besef is, dat ik wakker word gemaakt door de conducteur. Ik blijk dus verkeerd te liggen. De app van de conducteur weet het juiste bed, het juiste compartiment uit te kiezen.
Ik dus weer wakker, verhuizen en nu dus maar even mijn verhaal doen. Ik word toch nog wakker gehouden door de kinderen van het gezin waar ik tussen terecht ben gekomen. Ze noemen me spontaan ‘auntie’. Het oudste jongetje is twaalf, maar spreekt verdomd goed engels.
De rit duurt 6 uur, dus ik zal vast dadelijk weer ergens in slaap vallen. Hoewel, ik krijg net al wat te eten van ze aangeboden. Kutlase, een pittig aardappelgerecht. Daar word ik weer even helemaal wakker van.
Ik zal nog maar even terug gaan naar de start van mijn reis. Naar de maandagavond.
Peter had toch wat eerder vrij kunnen regelen. We konden zelfs nog even samen eten en erna te voet naar het station. Was ook wel lekker, ik zal drie weken met een dubbele rugzak ‘moeten’ slepen. Om mijn rug te sparen dus wel fijn, dat het voor nu nog even niet hoefde.
Mijn treinreis gaat voorspoedig, maar waar ik op gehoopt had, dat ik direct in kon checken, lukt niet. Dus ik kan ook mijn grote backpack niet droppen en nog niet door de douane.
Dat betekent dus de nacht doorbrengen in een koude vertrekhal, waar ik toch wat kleine dutjes heb gedaan. Mijn voeten op de bagagekar, de kleine rugzak op mijn buik, voor de veiligheid en warmte. Het lijkt dus wel de verzwaringsdeken die ik twee maanden geleden gekocht had om wat beter/rustiger te slapen thuis, maar die door de warme herfst nog niet in gebruik was.
Gelukkig viel de turbulentie mee, alleen bij het landen in London zwabbert het vliegtuig wat.
Naar Delhi heb ik een super rustige, gezellige vlucht. Alleen de douane in London (jahoor, ik werd er weer ns uitgepikt), was vreeslijk traag en bizar kritisch. Er werd een compleet lab ingezet. Ze moesten eens weten dat in mijn ruimbagage een paar codeïne tabletjes zaten. Mocht ik kriebelhoest krijgen.
Virgin Atlantic bood geweldige service, lekker eten, vooral de Poppadom bites met Mango-chutney als dip en vegetarische Samosa. En dat voor die relatieve budgetprijs die ik voor mijn ticket betaald had. Mijn Engelse buurvrouw had voor enkel het stuk London-Delhi al ruim 1/3e meer betaald. Tussen ons in is een stoel vrij, comfortabel.
De landing om 01.00 uur Indiase tijd is óók comfortabel.
De grote rugzak laat behoorlijk lang op zich wachten op de bagageband, maar ik ben al blij dát ie op een gegeven moment de band op komt rollen.
De gratis wifi, die je kunt krijgen op het vliegveld via een code (geactiveerd op een apparaat dat je paspoort scant (ik had recent een beschermvelletje voor de persoonspagina gekocht om je persoonsnummer af te schermen)), doet er nóg langer over, het ict-mannetje van de luchthaven moet er zelfs aan te pas komen.
Maar dan kan ik het thuisfront even laten weten dat ik goed aangekomen ben.
Ik wissel mijn eerste euro’s om en stap rond 04.00 uur de straat op.
De temperatuur is aangenaam in Delhi (het is voor het eerst niét dat het lijkt alsof je een oven in loopt). Het is dan ook nacht en ik ben bij uitzondering zo laat in de herfst in India. Er hangt wel een behoorlijke smog (nog resten van het vieren van Diwali??). Het mondkapje heeft hier dus een dubbele functie.
Uiteraard moet ik een aantal mannetjes van me afschudden die bij hoog en laag beweren dat de metro vandaag niet rijdt. Dus dat ik beter een taxi kan nemen. Maar om 04.50 uur rijd ik in diezelfde metro richting New Delhi, waar ik halverwege een overstap moet maken. Iemand die hier ook uitstapt, had me horen zeggen dat ik naar station Delhi Cannt moest, om de trein naar Ajmer te nemen. Dan kon het laatste stuk beter met een local bus. Hij zal ‘m mij wel wijzen. De eerste blaffende honden, in de nacht is de stad hún terrotorium.
Hij (mijn zelf aangestelde gids) werkt in de catering op het vliegveld, moet ook vanuit de Airportmetro naar het betreffende treinstation om na zijn nachtdienst naar huis te gaan. Zo rijd ik rond 05 uur, het is nog donker, in een local bus, vol mannen, waarschijnlijk juist op weg náár hun werk, door Delhi. Wat een opening van mijn avontuur in Delhi. Direct in het diepe gegooid. Maar ik vertrouw op mijn onderbuikgevoel, het voelt niet verkeerd.
En, ik sta 5 uur vóór mijn trein zal vertrekken, op het juiste station.
In die vijf uur, zie ik geen enkele toerist. Ben ík de bezienswaardigheid. En word ik geregeld even aangesproken, uit nieuwsgierigheid. Ik verveel me dus geen moment. Loop ook nog even een stukje in het gebiedje rond het station. Maar dat is toch wat heftig met al mijn bagage. Bovendien zegt mijn onderbuik nu, dat het verstandiger is hier niet (zeker) met mijn nieuwe iPhone, rond te dolen op dit tijdstip.
Ik maak even gebruik van de ‘upperclass waiting hall’ (de toiletruimte stinkt hier nét wat minder dan in de standaard wachtruimte). Maar een luid snurkende vrouw, die op een van de banken ligt, verdrijft me. Ik kan er wel om lachen, maak ook maar ff een filmpje.
Ik installeer me buiten op het perron op een bankje. Leg de rugzakken met een kabel vast en amuseer me perfect. Ik zit eerste klas, om de taferelen om me heen op me in te laten werken.
Een zware vrouw wordt met vereende krachten door waarschijnlijk haar man in een al vertrekkende trein geduwd. Een grote, nog zwaardere koffer er achteraan. En dan moet híj nog jumpen.
De losse verkopers op het perron ontbreken!? Terwijl dát een Indiaas station júist altijd zo Indiaas maakte. Óp de trein zitten is inmiddels óók verboden, leert een bord op het perron. Na het uitstappen, verlaten van de trein, direct over de wirwar van rails uitzwermen, mag blijkbaar nog wél. En uit de openstaande deuren van de trein naar buiten hangen zit té zeer in de genen van vooral de Indiase mannen. Het zou anders ook wel een beetje té Maastrichts ‘sjiek en sjoen’ worden. Het levert gelukkig ook leuke foto’s op. Nog gemaakt met de telefoon. De camera laat ik, zo echt nog onderweg, nog veilig in de rugzak.
Ik zet de wekker voor de zekerheid. Maar dat is niet nodig. Ik ben eigenlijk, mét alleen wat hazenslaapjes best fit. Wel poets ik even mijn tanden, spuug de tandpasta op het spoor uit. Ik gebruik het opfrisdoekje dat ik bij aanvang van de vlucht gekregen had. Nu ben ik écht geland.
In de trein doe ik uiteindelijk met de hele familie (hilarisch, ze hebben wollen mutsen bij zich, omdat het een airco-coupé is) een middagdutje. Daarna gaan er weer telkens snacks rond. Alles door elkaar. Ik word niet overgeslagen, ben part of the family for this moment. Gelukkig zit mijn rugzak ook best vol, zodat ik ook wat terug kan doen. ik moet toch plaats gaan maken voor souveniers. Ik ga met drop Napoleonbollen en Sultana’s rond.
De familie gaat als ik uitstap, nog een 7tal uren verder reizen. Ik kan met de andere medereiziger die ook in Ajmer eruit moet en in Pushkar een bruiloft heeft, een taxi delen. Ik kom dus eerder dan gedacht (ik wilde ‘gewoon’ een local bus nemen), in Pushkar aan. Een heerlijk guesthouse met gezellige rooftop.
Minder is, dat de Camel Fair in sterk uitgedunde vorm plaats blijkt te vinden . Er heerst blijkbaar (gekke?) koeienziekte (ze zijn bang dat het overslaat op de kamelen). Het moet, na de Coronatijd, niet gekker worden. En blijkbaar ís ie ook nog beperkt in verband met de nasleep van de Corona.
Het is hoe het is.
Ik loop ff naar het Heilige Meer. Eet erna een zalige Curry. Morgen meer.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog