Ik sta vandaag om 05.10 uur op, de jongen van de homestay zal me naar de bus stand brengen. Ik heb eigenlijk veel te veel tijd, ik had alles echt al klaar staan. Maar het is goed. Ik hou er niet van om op het laatste moment te vertrekken .
We lopen rustig de heuvel af, Kapil draagt de lichtste tas, met de souvenirs.
Het duurt nog even eer de bus komt. Maar dan héb je ook wat.
Vanuit Kerala vertrekken geen private bussen. Dus wat aan komt rijden is een oud aftands, bakbeest. Een gewone local bus. Zoals ie ook tussen de dorpjes rijdt.
De bus staat nog niet, of hij vertrekt alweer. Dat is dan wel weer fijn.
Mijn bagage paste niet in het rek boven de stoelen. De rugzak wordt in de ruimte vóór gedropt. Die ligt daar goed. Maar Kapil wil ook mijn andere bagage daar neer zetten, maar dit voelt dan weer niét goed.
Er kan in de loop van de rit van alles bovenop gekwakt worden.
Ik wil ermee naar achteren lopen. Daar voel ik me toch altijd het veiligst, in een bus in India. No way. Achterin is voor mannen. De plek voor de (alleen reizende) vrouwen is voorin.
Dan ook maar direct áchter de chauffeur. Daar is genoeg ruimte voor mijn tassen. Ik heb er zicht op (hoewel ik ze dit keer wel met de ketting vastleg; dit voelt wel wat lullig naar de mensen toe, alsof ik ze niet vertrouw. Maar ik wil zeker niet van een koude kermis thuiskomen). Hoewel de moneybelt met paspoort en pasjes, geld, om mijn middel zit. Dus ik zóu thuis kunnen komen.
De ketting is puur voor de momenten dat we een break hebben. Dat we even de bus uit kunnen.
Vorige rit heb ik toen de fototas ook naar buiten meegesleept.
De chauffeur maakt ‘n oké-indruk. Hij heeft een wierookstokje voorin aangestoken. Gek hè, daar straalt toch wat rust vanaf.
Hoewel de chauffeur best pittig rijdt. Maar niet onbesuisd.
De bijrijder komt voor het kaartje. Ik ben weer voor 203 roepies klaar, voor een rit van 6 uur. Ik heb Kipal net 100 roepies gegeven (en de klompjes; en uiteraard heeft hij ook commissie gevangen voor mijn tuctuc-tocht), voor het meelopen naar de bus plek. Dit om de verhoudingen in prijs te schetsen. Ik heb gisteren gegeten voor 320 roepies (3,42 euro). Drie gerechtjes, een groot glas verse sinaasappelsap en een kop citroenthee.
Op een gegeven moment stopt de chauffeur even. Ik zie hem de fles water pakken, die naast hem in een metalen bak zit. Ik denk, ‘die wilt even wat drinken’.
Maar nee hoor. Hij zwiept het water uit de fles over het voorraam van de bus. Een enorme klets water. En nog eentje. Het stroomt gewoon over de voorkant heen naar beneden. Kijk de foto maar even (hét moment heb ik jammer genoeg gemist) om een idee te krijgen. Even de binnenkant van de ruit schoonmaken.
Door de relatieve kou nu nog buiten, beslaat het raam ook telkens.
Wat een land. Het verveelt (mij althans) nooit.
Het is ook zonde om te gaan slapen.
Ja Pieter. Dit ís in het hier en nu leven. Alle zintuigen inderdaad wagenwijd open. En opslorpen.
Er zitten echt luiken voor de ramen van de passagiers, in de bus. Ik ga er vanuit dat die open kunnen, maar niemand doet dat (vooralsnog). Bij mij achter de chauffeur is een groot open raam. Daar heb ik mooi zicht. En kan ik nog wat foto’s maken.
Ik héb er ook nog geen….
We vertrekken. Er is nog wat rood ochtend licht te zien. Gelukkig is het droog.
Zowel wat de bagage betreft (alles wás al behoorlijk klam geworden in de kamer), als de veiligheid met rijden.
Ik dwing mezelf niét door de voorruit te kijken en niet méé te rijden met de chauffeur. Dat is niet goed voor mijn gemoedsrust.
De chauffeur heeft z’n riem niet om. Die vertrouwt in ieder geval op zichzelf.
Het is nog heel rustig op de weg. Het is zondagochtend.
Alleen daarom al heb ik (weer) de vroegste bus genomen. Dat zal vast veel tijd schelen.
We vertrekken met maar vier personen in de bus. Her en der stapt iemand in.
De plek naast me (het is een 3-zits plek) is nog vrij.
Het is een en al bochtenwerk. Ik glij geregeld een stuk opzij. Maar dat heeft z’n charme. Zo’n oude bus ook wel. Als de motor en de banden maar goed zijn.
De zon verdrijft langzaam de nevels. Dat is ook het mooie aan zo’n vroege ochtend rit. Je ziet het dag worden.
De eerste luiken gaan open.
Ik zie opeens aan de andere kant van de weg een gigantische witte wolk in het dal hangen. Voorin links in de bus zijn nog alle plekken vrij. Ik steek (het gangpad) over om een foto te maken. De mensen in de bus zullen me wel voor gek verklaren. Die zien dit waarschijnlijk dagelijks.
In een grotere plaats (ik vermoed Bodinayakkanur) hebben we al rond 10 over 7, we rijden nog geen uur, een kwartier pauze. Ik kan even gaan plassen en wat rondlopen. Ik maak voor de zekerheid een foto van de bus. Ik krijg het voor elkaar ‘m niet meer terug te vinden, tussen alle bussen.
Ik ben hier weer een bezienswaardigheid. Ze zien hier volgens mij nauwelijks ‘blanken’. Ik zie ‘ze’ gewoon over me praten.
Ik ben het gewend, na 11 keer India. Ik doe gewoon mijn ding. Zorg dat ik vriendelijk ben. En voel me helemaal vrij van alles.
Het kwartier loopt wat uit. Ik ben toch maar op tijd terug op mijn plaats gaan zitten. Ik moet er niet aan denken, dat de bus mét mijn bagage, zónder mij weg zou rijden.
Ja Bianca, je vroeg je af waar ik de tijd vandaan haalde om zulke verhalen te schrijven. Maar op dit soort momenten tik ik mijn gedachtespinsels dus al direct in op mijn telefoon. Dan ben ik ‘s avonds redelijk bij. Ik snap dat het niet voor iedereen weg gelegd is. Maar er zit ín me ‘gewoon’ iemand die zich wil uiten, iets wilt creëeren. Zolang ik geen slaaf hierin van mezelf word, geniet ik er zelf van.
Ik neem nu we nog stilstaan even mijn medicatie.
Komende dagen bén ik van plan om meer ‘vakantie’ te gaan nemen. Gewoon ook eens wat meer ‘niets’ te doen.
Hoewel, ik heb de vier tussenlocatie’s, stap voor stap terug naar Mumbai, wel heel bewust uitgezocht om de mix tussen natuur en ook weer cultuur.
Er valt overal genoeg te zien en beleven.
Ik heb, we rijden weer (07.40 uur), achteraf de perfecte plek in de bus. Ik weet dat ik júist door het vele liften (met de kennis van nu kan ik de enórme onrust die ik toen had, toch ook wel verklaren vanuit de ADHD; er valt steeds meer/zoveel op zijn plek; niet als excuus bedoeld, maar uit inzicht) in die periode, van mijn auto angst af kwam. Je moést je overgeven aan de persoon achter het stuur. Het nu zo vooraan zitten, werkt óók zo.
Het zonnetje schijnt vooralsnog volop. Maar, er ontstaat ook alweer bewolking.
Ik moet zorgen mijn elleboog niet té ver naar buiten te steken door het open raam.
Voor de tegemoet komend bussen en/of vrachtwagens. Het is soms krap.
Het is één grote haarspeldbocht weg. Maar het is ook een gewéldig mooie rit.
Ik voel me zo, op mijn plekje voorin, de Queen van de bus.
Zeker omdat ik ook nog af en toe naar verbaasde mensen langs de weg zwaai.
In een bus beleef je het weer heel anders dan in een trein. Veel directer. Je zit er meer óp.
Het is één groot kijkfestijn.
En je ruikt het land, je voelt de wind, je hoort alles. Je voelt het schudden van de bus. Fantastisch!
Er staat géén muziek op. Nou ja, iedere rit is weer anders.
Het voordeel van de tuctuc van gisteren, met een driver die ‘alles’ goed vond, is dat je op elk moment kunt stoppen. Juist de combinatie van al deze vervoermiddelen maakt het compleet.
Ik zie de reisuren ook totaal niet als verloren uren. Zeker niet bij zo’n vroege ritten, dan blijft er bij aankomst nog genoeg van de dag over.
In het verleden heb ik wel eens een binnenlandse vlucht gehad. Daar zie ik nu (milieu) bewust van af. Het vele verre reizen, is al de limit.
Ik kende het engelse woord excavation nog niet. Nu inmiddels wél. We rijden geregeld door diepe kuilen.
Ik doe ff tussendoor mijn Duolingo lesje.
Het rumoer van de bus camoufleert gelukkig mijn (soms) slechte uitspraak.
Het is ook ontzettend leeg in de bus. Niemand zal er last van hebben.
Wat een luxe reis. Ik heb wel eens anders mee gemaakt. Dat de mensen vanuit het gangpad over je heen hingen. Dat bagage tegen je benen knelde. Dat je zomaar het kind van een ander op je schoot gezet kreeg.
Tussen de chauffeur en mij zit een rij ‘tralies’. Maar goed ook. Anders zou ie constant mijn telefoon langs zijn oren hebben, om foto’s van de weg door de voor ruit te maken.
We stoppen om 09 uur weer even. Five minutes.
Ik ren toch even snel naar een toilethok. Het zoeken naar een munt van 5 roepies kost meer tijd dan het plassen. Ik ben net op tijd terug in de bus. Hoewel, ik geloof niet dat ie zonder mij weg was gereden. Daar val ik teveel voor op. Ook bij de andere passagiers. Dat is dan weer een voordeel.
Maar, je weet het niet.
De deur van de bus zit trouwens met een dik touw vast. Je hoeft er maar tegen te duwen en dan gaat ie open. De bijrijder trekt de deuren aan het touw dicht, als de bus weer gaat rijden.
De bijrijder staat standaard achterin. Over de volle lengte van de bus is een metalen draad, geleid door ringen, bevestigd aan het plafond. Het uiteinde van de draad heeft de bijrijder ‘bij de hand’. In het begin van de bus zit de draad vast aan een klepel. Als de bijrijder aan de draad trekt (als de chauffeur moet stoppen), gaat vóór in de bus de klepel tegen een bel aan.
Ik heb ook dit wel eens anders meegemaakt (hè Peter). Dan werd er hard tegen de buitenwand van de bus geslagen, of bij een klein busje óp het dak. Of er werd aan één stuk door geschreeuwd.
Ook om passagiers te werven. Dan is dit heel subtiel en effectief.
Hee, er komt opeens een man op de stoel links voor zitten. Wat is dit? Flexibele regels??
Ik voel het langzaam warmer worden. Door het windje is het toch erg aangenaam.
Ik laat het vest nog even aan. Nu staan alle ramen open. Er zit geen glas in het raam. Het is óf luik, óf open raam.
Het wordt vandaag 32 graden in Alapphuza. Ik zal de Indiase benaming vanaf maar gaan hanteren. Vanaf 18 uur wordt regen verwacht. Heb ik toch mooi een paar uur om de omgeving te gaan verkennen.
En Zuid-West India komt er altijd ná de moessontijd, nog een twéede (minder heftige) moesson. Daarom is Kerala ook zo groen en vruchtbaar. Afgelopen juli liep de moesson hier, met door overmatige regenval veroorzaakte enorme land verschuivingen, flink uit de hand.
Het wordt nu langzaam wat drukker in de bus. Er is ook voor het eerst iemand naast me komen zitten. Als er nog iemand bij zou willen zitten, zou ik mijn tassen wat moeten herschikken. Om te voorkomen dat er dingen kapot gaan, vooral de souvenirs.
Er stappen ook mensen in voor kortere stukjes en we komen natuurlijk ook steeds dichter bij (voor mij) het eindpunt.
De totale afstand vanaf Munnar was 175 kilometer. Het is nu 09.30 uur. Als ik mijn Maps.me moet geloven is het nog 83 kilometer. We zijn dus over de helft.
Op de borden langs de weg staat Alappuzah nog niet aangegeven. Er zal eerst waarschijnlijk nog een afslag genomen moeten worden.
Ik verwacht nog 1 langere break.
We klimmen ineens weer wat. Maar draaien uiteindelijk weer een smallere weg op. Waar het vlak is.
De hele route al zie je heel grote billboards langs de weg. In reclame maken, is India goed. De reclame uitingen hebben vaak de uitstraling van een Bollywood filmposter.
Ook hier veel Christelijke, katholieke kerkjes. Dit deel van India is lang in handen geweest van de Portugezen. Waarna deze door de Nederlanders verslagen werden, die Kerala als kolonie inpikten. Dit alles vanwege de uiterst lucratieve handel in specerijen.
De Christenen nemen 29% van de bevolking in. Hindoe’s zijn hier relatief laag vertegenwoordigd, 56%. Moslims bijna 25%.
In tegenstelling tot veel andere staten in India, zijn er hier in Kerala weinig spanningen tussen de drie godsdiensten.
Om 10.45 uur gaat mijn vest dan toch uit.
We zitten nog maar met 4 passagiers in de bus. Net erna rijden we een bus stand op voor een 10 minuten pauze.
Hier stappen toch weer wat mensen in.
Ik denk nog ruim een uur. Ik krijg net al een appje van het hostel hoe laat ik denk te arriveren. Bijna!
Hostel Love and Peace. Ik ben zó benieuwd. Ik denk echt zo’n backpackers hostel.
Aan variatie heb ik geen gebrek.
Tot nu toe zat ik altijd erg op mezelf. Gewoon ook wel door het ontbreken van mede reizigers. Hier verwacht ik er toch wat meer. Hoewel het ook hier nog niet het perfecte seizoen is.
Het laatste stuk gaat over een stuk weg, die soms behoorlijk gaten en hobbels heeft.
Het wordt dorstiger weer. Of moet ik zeggen, het weer wordt dorstiger. Of is het allebei niet correct!? Of kan het juist allebei. Zo zie je, Bianca. Als de bus stilstaat of de weg is even wat saaier, tik ik een eind weg.
Ik smeer me in ieder geval ook al in met zonnebrand. Vooral mijn gezicht en rechterarm. Die geregeld naar buiten steekt.
Ik hoor net dat m’n hostel zo’n 4 km van het bus station ligt. Dat wordt even een tuctuc. Ik schat de prijs hiervan goed in, volgens het hostel: 150 roepies. Daarvoor ga je niet slepen en sjouwen met die vele bagage.
We steken met de bus een grote brug over. Over een zee arm ( het blijkt achteraf een groot meer te zijn)?? De sfeer van the backwaters wordt voelbaar. Hier gaat mijn hart sneller van kloppen!!
Net als Munnar was, is Alappuhza nieuw voor me. Spannend!!!
Om 12.05 uur, is het nog maar 10 kilometer. Het nieuwe avontuur, binnen ‘t avontuur, kan beginnen!! Na weer een zeer prettige, rustige en mooie busrit. De chauffeur was prettig, ik voelde me veilig. Dus kón ook genieten. En ook nu vlogen de 6 uur voorbij.
Bij het busstation buitelen ze nu ‘ns niet als idioten over me heen. Wat relaxed. Of hebben ze toevallig allemaal siësta?!?
Als ik zélf initiatief neem, lukt het gelukkig wel snel er eentje te vinden die me voor 120 roepies (scheelt toch weer een fles mineraalwater) naar mijn hostel wilt brengen. We rijden langs een kanaaltje. De waterpret kan beginnen.
Ik arriveer bij mijn guesthouse. Natuurlijk had ik vanuit mijn boeking wel een idee. Maar het is écht de sfeer die ik verwachtte. Lay back. Guesthouse Peace and Love.
Het eerste dat ik doe, is me installeren en de foto van Peter (en de kids) ophangen.
Ik kom voor de ‘Peace’.
Het is écht een hippiesfeer. Ik kon het zo, zélf ingericht hebben. Zelfs de kitsch parkiet, die ik op het laatst in Madurai kocht, heeft er een plekje.
Je loopt er direct het zandstrand op. Het is zo’n 20 meter. Voor de deur van het guesthouse, zijn een stel vissers bezig hun netten leeg te maken. Op het strand liggen allemaal kleine bootjes. Meer een soort vlotjes. Er gaat net een visser het water op.
Ik loop wat over het strand, ik heb waterschoentjes mee genomen. En een keycord voor mijn sleutel.
Ik ga morgen met twee Ierse meisjes uit het guesthouse (er zijn 3 kamers, naast mij 2 setjes van 2 Europese twintigers, meiden). En ‘grandmother’ zit daar tussen.
Dit ís dus die echte vakantie, waar ik het over had.
Ik ga direct even, voor het gevoel, het strand op. Door de zeebries is de temperatuur ideaal.
In plaats van zeemeeuwen, vliegen hier kraaien rond.
In de schaduw van de ‘echte’, fel gekleurde vissersboten, liggen wat honden te slapen.
Later zie ik ze ook onder de vlotjes.
Geen slapende honden wakker maken.
Dus ik ga het strand af, een restaurantje zoeken.
Ik neem een heel uitgebreide fruitsalade mer curd. Met ook nog een groot glas verse pineapple juice. Én een groot glas lemon tea. Even bijtanken.
Ik doe in het guesthouse een wasje, douche mezelf. En dan komt de man met de hamer.
Ik ga eraan toegeven. Ook al is het pas 20 uur.
Ik probeer nog even of het lukt om mijn verslag te uploaden. Poets mijn tanden en ga dan onder ventilator slapen. Ik smeer me wel nog even extra in. Er zit sowieso één mug op de kamer. Door de ventilator hoop ik die bij me weg te houden.
Anders morgen mijn eigen meegebrachte klamboe ophangen. Ik zag dat er precies boven het bed een grote haak zit. Maar ik kom er niet aan.
Ik heb net mijn tanden gepoetst, nog een mug (dé mug, hopelijk!?) dood geslagen. En ik zie nu tegen de felgele muur een gekko. Die eten ook muggen.
Ik ga slapen. Groetjes
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog