Pet op

India, Mumbai

Ik kan natuurlijk stoer beweren, dat de moesson mij niet deert. Maar ik merk vanochtend toch direct, dat opstaan met de zon hoog aan de hemel, wel degelijk ook direct nog vrolijker stemt. Alles ziet er dan toch net anders uit.
Ik gooi de plastic zakjes om alles droog te houden uit mijn handtas. En ook de regencape blijft thuis. Op hoop van zegen. Het zou onnodig gesleep zijn.
De moneybelt gaat om mijn middel, mijn pet op en húp de straat op.
De dag zal een dag worden waarin ik van alles aan elkaar zal gaan ga rijgen. Allemaal kleurrijke elementen, die samen weer een kakofonie aan kleuren, geuren, geluiden en indrukken in mijn hoofd zal vormen. Vandaar dat ik ook alles in een verslag verwerk. Dan kan ik het allemaal nog eens na lezen. En daarmee nog vaak en lang kan na genieten.

Vandaag zie ik eigenlijk voor het eerst een Dabawallah die lunchtrommeltjes óphaalt.
Ergens bij een flatgebouw op weg naar het ontbijt. Grappig.
Net vandaag staan de Dabawallahs ‘op mijn programma’. Ga ik er naar tóe, naar station Churchgate. En nu kruist er spontaan eentje mijn pad.

De loopstroom op de stoep (hoewel veel mensen eigenlijk gewoon op de straat lopen) is natuurlijk net als het gemotoriseerde verkeer links. Dat vergeet ik snel. Dan denk ik: ’mensen, wat lopen jullie allemaal onhandig tegen de stroom in’, maar ben ik het zelf die ‘fout’ zit. Dan moet ik wel glimlachen.

Ik ga direct na het flinke ontbijt (ik laad bewust de accu goed op) naar het zoals genoemde station Churchgate.
Ik ben nog wat vroeg. De Dabawallahs zullen zo’n beetje vanaf 11.15 uur komen; maar het blijft geweldig op een India’s station rond te lopen. Hoewel de juist van oudher heel kenmerkende elementen (porters in mooie rode pakjes, venters die van alles en nog wat proberen te slijten, mensen óp de trein) hier op dit station, niet meer te vinden zijn.

Wel springen nog tientallen mensen in hun rush úit de trein, terwijl ie nog aan het rijden is.
Het blijft zeker in de spits een gefriemel van mensen, die ieder voor zich, zo snel mogelijk z’n weg probeert te zoeken. En ik sta hier als toeschouwer midden in. Geweldig.

Het zweet druipt alweer langs mijn lijf. So what. Het is in Mumbai al snel heet en klam. Gewoon goed bijdrinken.
Om 11.11 uur spot ik inderdaad de eerste Dabbawhala (met die van eerder op de ochtend dus eigenlijk de tweede). Met aan beide handen een aantal tassen met trommeltjes. Nog niet veel, zowel wat betreft het aantal Dabawallahs, als het aantal tasjes, maar het is voor mij een begin.
En een bevestiging dat ik op de goede locatie sta.
Ik volg hem even om de plek te vinden waar ze de trommeltjes gaan overladen op de fietsen. Dat is aan de overkant van de straat, die evenwijdig met het spoor loopt.

Ik vind niet meer de beleving terug van een jaar of 10 geleden. Toen kwamen er mannen met complete 2meter lange houten rekken vol trommeltjes (die je ook echt nog als trommeltjes herkénde, met de bijbehorende codering duidelijk op het trommeltje aangegeven). Die rekken zie ik niet meer. En om de trommeltjes zitten nu stoffen tasjes.
Het blijft natuurlijk een bijzonder fenomeen. En de beelden van ‘vroeger’ kan ik in mijn hoofd zo tevoorschijn halen. Ik prijs me gelukkig dit nog te hebben mogen meemaken. Destijds.

Uiteraard gaat India met de tijd mee. Zou ik dat uit nostalgie moeten willen tegenhouden?
Wauw, dit klinkt wel héél belegen. Alsof ik een oude taart ben, die in het verleden leeft!?!
Laten we zeggen, het is niet slechter (of beter natuurlijk), het is ánders.
De treinen komen af en aan. De Dabbawhala’s komen met name uit de stoptreinen (goedkope treinen) op de laatste 2 sporen. Die ook het dichtste bij de uitgang naar hun verzamelpunt liggen. Hoe ze dat logistiek geregeld krijgen?!?

Op een gegeven moment (ik hang er dan al een drie kwartier rond), komen ‘de’ toeristen. Ik zeg het ieder jaar wel weer een keertje (vaker): ’alsof ik géén toerist ben!?! Maar heus, ook al zeg ik hetzélf. Ik voel me al een halve Mumbaier.

Ik heb mijn plekje om de ‘mannen’ dan allang ingenomen. Ik bungel aan het hek, tussen het station en de weg, waar aan de overkant op de stoep de Dabbawallahs hun verzamelpunt hebben. Van waaruit ze gaan bezorgen, fietsen.
Er staat ook een maaltijdbezorger van Zomato.

Als alles langzaam weer over gaat tot de orde van de dag rond het station, ga ik voor mezelf nog even naar t ticket office. Ik ben hier nu toch. Dit om de lowerbeds voor mijn (dubbele) treinreis naar Madurai, via Bangalore (ik zal twee nachten geen ‘echt’ bed zien), alvast om te boeken naar een upperbed.
Dit kon niet online. Ik kreeg bij het boeken, al een maand geleden, voor twee ritten het onderste bed. Maar uit ervaring weet ik, dat ik het fijn vind om hoog te liggen. Dan kan ik direct mij backpack vastleggen met mijn fietsketting. En beneden gaan zitten, kan dan altijd nog. Ik word naar een ander loket ‘ergens’ aan de overkant van het station verwezen. Ik trek mijn stoute (inmiddels weer opgedroogde) schoenen aan en klop op het kantoor van de station manager en leg de situatie daar voor. ‘Neen’, nu veranderen kan niet meer (dat geloof ik niet), maar hij steekt een heel verhaal af over de mentaliteit van de Indiërs en de bereidheid om met me te wisselen. En dat Indiase mensen vaak arm zijn, maar ben ik de draad allang kwijtgeraakt.
Maar de boodschap is wel duidelijk. Niet nú al druk over maken.

Ik koop een fles water, ik voel in mijn hoofd dat ik wat uit aan het drogen ben. Dan ga ik op weg naar mijn volgende doel.
De Dobhi Ghats.
Een wandeling van 3.3 kilometer, voorspelt de app.

Ik stap nog even een Pandal binnen, met opzwepende muziek. Waar vooral jonge mensen intens de ceremonie aan het beléven zijn. Ze klappen en zingen.
Even geven ze met een blik in hun ogen aan, dat ik welkom ben. Dan gaan ze, bijna in trance verder alsof ik er niet ben.
Het is een trance waar blijdschap en gemeenschapszin en samen delen in zit. Het heeft niet iets fanatieks, demonisch, solitairs, hetgeen ik ook wel eens gezien heb.

Het is de eerste keer dat ik een kluisje op mijn hotelkamer heb. Ik moet zeggen, dat dit wel rust geeft. Je kunt met bijna niets op zak, op pad. Zonder zorgen of er iemand je kamer op komt. En zonder zorgen dat je onderweg iets verliest of bestolen wordt.
Maar normaliter (ook komende hotels op mijn reis) boek ik zo op de ondergrens, dat ik dit niet nog eens kan verwachten. Maar ook dat is goed. Dit is net ff een extra luxe. Ik hoorde gisteren, dat ik eigenlijk een eenvoudigere kamer geboekt had. Maar dat er hiervan geen meer beschikbaar was. Ik blijk dus gewoon mazzel te hebben.

Zonder het te beseffen kom ik op een punt waar ik gisteren ook al was. Bij de universiteitsgebouwen, met de mooie kerk. Langzaam krijg ik wat inzicht hoe dit stuk van Mumbai in elkaar steekt. Maar dit is pas een klein deel van Mumbai.

Mumbai, the City of Dreams, was oorspronkelijk een moerasachtig gebied dat bestond uit zeven eilanden, voordat het in de 18e eeuw werd verbonden door middel van landaanwinning. Mumbai is eigenlijk een landtong gelegen aan de Arabische zee. In 500 jaar is mumbai van een afgelegen vissersdorp veranderd in een een bruisende metropool. Het is een smeltkroes van bevolkingsgroepen en tegenstellingen.
Mumbai is de thuisbasis van de grootste sloppenwijk ter wereld, (de film Slumdog Miljonairs speelde zich hier af), die alleen al een bevolking van meer dan 1 miljoen mensen heeft.
Mumbai in totaal heeft 21.673.000 inwoners momenteel. Het is er intens en heel druk. Maar daardoor ook heel kleurrijk en intrigerend, vol ervaringen. Ik heb me er nog geen seconde verveeld.
Maar ik heb niet de illusie dat ik al veel van Mumbai heb gezien. Het is zó enorm groot en uitgestrekt.
Ik ben ook niet iemand die dan de chique wijken op zoek. Ik hou meer van de wat rauwe kant, met de kartelrandjes. Dat leeft meer. Ik vind al die viezigheid ook totaal niet erg. Maar ik besef wel ten volle, dat ik over 4 weken in het vliegtuig stap en weer naar het geordende Nederland kan.

De lokale treinen van Mumbai zijn de levensader van de stad en worden ook wel de ‘lifeline of Mumbai’ genoemd. Ze vervoeren dagelijks meer dan 7,5 miljoen passagiers.
Mumbai heeft de hoogste concentratie van miljonairs en miljardairs van India. Maar het verschil tussen rijk en arm is zoals in heel India enorm groot.
Mumbai heeft de op een na grootste filmindustrie ter wereld, Bollywood.
Mahatma Gandhi is in Mumbai geboren.

Al ik de weg ben naar de Dobhi Ghats, kom ik in eerste instantie in een iets netter gedeelte van Mumbai, met grote statige (zaken)panden. Hier lopen kantoormensen maar mijn idee even hun rondje. Ze zullen net hun lunchtrommeltjes geleegd hebben!?!

Don’t encourage hawkers. Een groot bord met deze text hangt boven de weg bij een groot kruispunt. Vaak staan straatventers op deze plekken, waar auto’s voor het rode stoplicht wachten. in de hoop net dan even wat aan de chauffeurs te verkopen. Je ziet ook bedelkinderen die met smekende ogen iets afdwingen of tegen het ruitje van de auto blijven tikken.
Met mij loopt ook af en toe een kindje mee. Telkens aan mijn t-shirt of broek trekkend. Meer doen dan je spullen in de gaten houden (hoe hard dit ook klinkt) en verder negeren (ook dat klinkt niet vriendelijk) kún je niet. Als je 1 kind iets zou geven, komen er direct heel veel op je afgerend. En sowieso zou je zo het bedelen ook stimuleren.

Ik blijk toch weer langs de Docks te komen, dus ik duik nog even het haventje op. Vandaag is er meer bereidwilligheid voor wat contact en gelegenheid wat portretten te schieten.

Hello hello. Ik denk telkens dat iemand me roept. Maar het blijken mensen te zijn die een gesprek op hun telefoon starten.


Als ik te voet in Dobhi Ghats aan kom, blijkt het een heel bescheiden, kleine wasplek te zijn, in een armoedig slum buurtje. Wel is het er heel intiem en rustig. Ik kom er toevallig op uit als ik door enkele kleine steegjes heen cross. Er spelen wat kids cricket.
Overal hangt was te drogen.

Er wordt me verteld dat de ‘echte’ wasplaats in Mahalaxmi is. Eerst wil ik teruglopen naar Churchgate om van daaruit de trein hiernaar toe te nemen. Maar de zon zakt al, het is 16.15 uur. Een taxichauffeur is bereid me er voor 250 roepie heen te rijden. Het is zo’n 8 kilometer. Dit is wel erg effectief. Ik aarzel niet en jump in zijn taxi. Daar krijg ik het bericht binnen dat collega Marielle haar HBO-diploma in the pocket heeft. Yess. Proficiat!

De wasplaatsen delen een beetje de sfeer van de leerlooiers en -verfbaden in Marrakech en Fez. Alleen kom je hier de penetrante geur (gelukkig) niet tegen.
Ik heb er lekker wat rondgedoold in het wijkje (ook echt heel armoedig) rond de wasplaats. Voor een kijken binnen het gebeuren vragen ze 500 roepie. Ik heb het geheel al vanaf een hoogelegen plek naast het station gezien, dus dat geloof ik wel.
Uit principe zeg ik dus eigenlijk direct ‘neen’, waarna de man in kwestie direct vraag wat ik er dan wél voor over heb. Hij heeft geloof ik niet verwacht dat ik hier niet voor zou kiezen. Dit vind ik dan weer juist leuk.

Ik koop een kaartje voor de bommeltrein terug naar Churchgate. Voor 5 roepie, geweldig. Met open deuren boemelen we langzaam de 8 kilometer naar Churhgate, met enkele tussenstops. Dan was de taxi van net van 2,60 euro wel héél ‘duur”.
Maar, ik arriveer om 17.32 uur op het eindstation. Nog een kwartiertje lopen, dus ik ben door de combi taxi-trein lekker op tijd terug.

Alles (en nog meer) kunnen doen, wat ik van plan was. Een tevreden mens gaat huiswaarts.
Ik probeer nog het Iranese restaurant te vinden dat ik eergisteren had zien liggen, maar dat lukt me niet. Uiteindelijk eet ik een Masala Dosa tegenover het hotel. Gewoon zittend op een betonnen bank.

Morgen dé dag waar ik uiteindelijk voor gekomen ben: the farewell procession. Ganesh Visarjan. Ik laat het maar allemaal op me af komen. Het zou droog zijn, dát is al een goed uitgangspunt voor een feestje.
En Paul: jij gefeliciteerd met je verjaardag!

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Yvonne de kameleon. Kleurrijk in kleurrijk Mumbai. De lunchboxes blijven een wonderlijk systeem.

Peter 2024-09-17 09:38:43
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.