Mijn verblijf in Bundi beïndig ik met het bezoeken van de expo van de groep die een 5-tal dagen in Bundi heeft geschilderd. Een verrassend resultaat.
Erna val ik met mijn neus in de boter: er is een bruiloft gaande. De geluids/discowagen maakt werkelijk oorverdovend veel lawaai. Ik denk dat het bruidspaar de rest van hun huwelijks leven doof is.
Ik doe als ik ‘thuis’ kom, een stel oordoppen in en probeer tot middernacht nog wat te slapen. Tot de tuctuc me op komt pikken.
Achteraf een gouden zet, om met de nachttrein te gaan.
Hoewel ik niet echt veel geslapen heb, een meerstemmig snurkfestijn (ik blijk de volgende ochtend de enige vrouw in een coupé vol mannen) hield de hele nacht aan. En kun je thuis nog ‘ns porren, dat is in deze situatie uiteraard niet mogelijk. Ik heb me er maar letterlijk (op m’n lower bed) bij neer gelegd. En ik denk er ook gewoon maar niet bij na, hoe ik daar tussen die mannen lig. Zolang ík uitstraal, dat dit normaal is, hoop ik maar dat zij zich ook normaal gedragen. En dat dóen ze.
De trein komt twintig minuten eerder aan dan gepland. Ik had gelukkig net geplast, maar moet snel mijn rugzakken nog losmaken, die lagen weer aan een cijferslot. Ooit lang geleden met Janneke, waren we Delhi al binnen aan ‘t rijden met de trein, toen lukte het me niet (tot op het allerlaatste moment gelukkig) het slot los te krijgen. Was toen toch wel lichte paniek. Nu controleer ik het altijd effe van te voren.
Met mijn (nu al pittig zware) bagage loop ik drie kilometer naar het geboekte hotel.
Wat grappig, waren het in Pushkar de kamelen, in Bundi de zwijntjes, hier kom ik door een wijkje met allemaal geiten en dartelende geitjes.
Vlak bij het centrale deel van Udaipur sta ik opeens zelfs oog in oog met een versierde olifant. Die door de straat trekt. Ik stuur de foto direct naar Camiel en Esther. Om Mia te laten zien. Waar oma later met haar naar toe zal gaan (grapje Esther!).
Ik kan gelukkig al in een vrijstaande kamer. Het is 08.00 uur. Normaal kon pas om 12 uur ingecheckt. Het blijkt uiteindelijk wél een kamer met slecht internet bereik. Maar inmiddels hebben ze de router wat meer naar mijn kamer gericht.
Het is een echt hotel-hotel.
Weinig sfeer. Onpersoonlijk. Strak. Maar voor mijn doen wel een heel luxe kamer. Een supergroot bed (ik stal er mijn hebben en houwen op uit, althans op het gedeelte waar ik niet zal slapen; aan de muur bij mijn bed hang ik de foto’s van Peter en de (klein)kids, gezellig). Er is een zalige douche, met een extra grote douchekop en een goede straal.
En plaats genoeg in de badkamer om een snel gedane handwas te drogen te hangen.
Er is televisie, die ik direct uit zet, om de waterkoker in te kunnen steken. Er zit zelfs ontbijt bij de kamer in. Voor 12 euro/nacht. Alleen vandaag moet ik dit nog ff los betalen (300 roepie). Het is een buffet. Met warme Indiase gerechten. Maar ook toast, curd, cornflakes, meloen. Ze maken zelfs een Masala ommelet voor me. En een veel te sterke kop thee.
Het geweldige uitzicht vanaf de rooftop, op het meer en het Paleis, in het warme, zachte ochtendlicht, verzacht deze bittere smaak. Ik heb de neiging me in de arm te knijpen. Is dit écht?
Ja, en ik zal er vier nachten zijn. En dus dankzij de vroege aankomst ook 4 hele dagen (ik haal wel deze eerste middag 2 uur slaap in). Heerlijk. Ik voel me hier direct thuis in Udaipur. Hoewel de verkopers wel een stuk opdringeriger zijn. En er aanzienlijk meer toeristen rondlopen. Maar het heeft een levendige vibe. Het voelt wel oké, als afwisseling op het rustige Bundi en Jodphur, waar ik het ook niet druk ga verwachten.
En ik trek mijn eigen plan. In het complex rond het Palace blijkt de Anokhi winkel te liggen. Inmiddels traditioneel koop ik hier twee nieuwe India-style jurken. Ik trek mijn creditcard. Ik voel me stoer, ik heb denk ik pas 3 keer in mijn leven (op boekingen en tickets na), met de creditcard betaald. Aan één kant ben ik (letterlijk) een vrouw van de wereld. Aan de andere kant kan ik zo eenvoudig, haast bleut (hier schrijf je dat in godsnaam?) zijn.
Ik weet wel niet hóe ik hier allemaal nog mee moet gaan reizen (mijn busticket naar Jodhpur, voor de dertiende november heb ik net in een boekings’kantoortje’ gekocht), maar dat is van latere zorg. Mijn armen en benen zitten toch al vol blauwe plekken van het op en af sjorren van vooral de grote backpack. En het manouvreren in bus en trein. Ach, het is tot nu toe iedere reis gelukt, waarom dan nu niet!? Dus die Frida Kahlo-jurk (na even overleg met Janneke), ook nog maar erbij! Gelukkig lukte het pinnen vandaag (ik arriveerde vanochtend met nog maar 650 roepies op zak, in Udaipur), ‘al’ bij de tweede poging. Nu kan er weer geleefd worden.
Aan de oever van het Pichola meer eet ik bij de ondergaande zon, een zeer uitgebreide Thali de luxe. Mét vers ananassap. Voor nog geen 6 euro totaal (en dat is eigenlijk/zeker nog niet eens de goedkoopste optie), ben ik klaar.
Ik probeer mijn selfiestick, maar ben er niet handig in. Je ziet overduidelijk dát het selfies zijn. Maar, ik heb er wel lol aan.
Ik prik nog even voor ik ga slapen een venijnige blaar door. Ik ontsmet ‘m goed in de hoop, dat ik er morgen met toch nog maar een blarenpleister er overheen, weer goed op kan lopen.
Ik lees nog wat en zal vast goed slapen. Met het vooruitzicht van weer een heerlijke dag. Wat bén ik een bofferd!
Ik kan gelukkig mijn werk hélemaal loslaten, ik heb geen nare dromen. Dat geeft zo’n heerlijk en vrij gevoel.
Gelukkig wíst ik al, dat ik de 67 jaar en drie maanden normaliter vol zal moeten maken. Anders had ik me vandaag bij het lezen van de berichten over de ‘nieuwe’ pensioenleeftijd voor mij als 61jarige, misschien vervelend gevoeld. Er kómt wel een oplossing. Is het niet linksom, dan rechtsom. Dit soort reizen helpen mij in ieder geval al enorm om ‘het’ vol te houden.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog