Vandaag dé dag! Dolfijnen spotten.
De Catamaran vaart snel af (we veroveren een plekje helemaal vooraan, waar we niets eens moeite voor hoeven te doen) en eigenlijk heel snel zien we de eerste dolfijnen.
Mijn hart springt op. Van de opwinding staan mijn vingers voor/op de foto’s die ik met de mobiel maak.
Ach, we zullen toch heus wel méér kansen krijgen!?
Maar helaas. De dolfijnen (laat staan de walvissen, zeeschildpadden) houden ‘t voor gezien.
Dit hadden we niet verwacht. Het blijft bij de eerste school.
Mooi en indrukwekkend genoeg, dat dan weer wel.
Hoe sierlijk ze door het water glijden. Gesprongen wordt er niet/nauwelijks. Zou ‘t eraan liggen dat het zondag is!??
Dan maar, als de boot voor anker gaat, zélf dartelen in het water, mét mijn onderwatercamera en snorkel. En Peter als model, lijdend voorwerp (neehoor, toen ie er eenmaal in kwam, vond ie het juist hartstikke leuk). Aangezien er maar een paar mensen gebruik maakten van deze stop, worden we ook alweer vrij snel aan dek geroepen.
Op de terug weg, genieten we van het zicht op Funchal vanaf het water.
We houden nog even een pauze in het appartement (in de wandelgids wordt voor de wandeling van vanmiddag een lange broek geadviseerd, dus ik kleed me braaf om en laad de telefoon nog even op). En dan vinden we via maps.me (een offline
Gps-app die ik vaak in Azië gebruik) na enige tijd, vanwege een afgesloten weg (waar we toch even eigenwijs inrijden, zoals we in de ochtend ook al sneaky te voet door een autotunnel naar de haven glipten), toch de bestemming. Zo, dat was een lange zin.
En een duizelingwekkende rondwandeling door het bekoorlijke dal van de Ribeira da Ponta do Sol. Ten westen van Funchal.
Veel suikerriet, veel nattigheid (watervalletjes), weer een tunnel. En telkens weer andere bloemen.
Als je de dag ervoor 7 uur hebt gelopen, is een kleine drie uur wandelen opeens helemaal niets. We zien het als opwarming voor morgen. Dan gaan we een zware tocht lopen, met flinke klimmen. Vandaag was nagenoeg vlak. Wel rond de 400 meter.
Morgen zullen we van piek naar piek gaan. Rond de 1800 meter.
Hopelijk is er zicht. Het weer wordt mogelijk iets minder.
We zullen al vroeg, rond 06.00 vertrekken vanuit ons appartement.
Nu draait nog een wasmachine. Wát een luxe, zo’n appartement.
Er is ook een föhn, waarmee ik de op de hand gewassen wandelsokken (nogmaals dankje, Mirjam), op weg help, om te drogen.
Het is de eerste keer dat ik in een appartement ‘zit’. Waar dus ‘van alles aanwezig is. Normaal zit ik altijd erg basic, low budget. Maar we genieten er wél van! En zelfs nu betalen we maar 16 euro pp/per dag.
Wat wel was, dat ik de derde nacht bij de sanitaire stop een klein soort kakkerlak (de Duitse variant?), dacht te zien. Maar daar ben ik dan als ervaren reiziger ook weer op voorbereid. Ik heb altijd enkele mottenballen bij me. Die leg je bij het putje, ze schrikken kakkerlakken af.
Toen ik net om het (late) eten te laten zakken, even de steile weg op en neer liep, zag ik rondom een put buiten (gelukkig een end van ons stekkie af), een flink aantal dikke kakkerlakken krioelen.
Nu even niet aan denken, maar lekker het bed in.
Morgen dus meer!
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog