Vanochtend ‘uitgeslapen’ tot 07.45 uur. Toen werd ik uit mezelf wakker.
Ik heb de tijd genomen om uitgebreid op de rooftop te ontbijten.
Ik maak dagelijks met mijn (kook)spiraaltje een paar koppen thee. En af en toe een cup-o-soup.
Wat dat betreft voelt mijn kamer steeds meer als een thuis. Waar ik mijn mini-huishoudinkje voer.
Maar het is inmiddels al aftellen. Morgen om deze tijd heb ik waarschijnlijk al online ingecheckt.
Wat een onwerkelijk idee. Ik zal woensdagavond 21.25 uur vliegen.
Ideaal, dan heb ik die woensdag nog een hele dag.
Het vliegveld is ook maar een half uurtje rijden. En ik hoef er niet extreem vroeg te zijn.
Donderdagmiddag zal ik dan om 14 uur, meen ik aan komen.
Om vrijdagochtend direct te gaan werken. Maar de Crea-groep heeft al aangegeven het leuk te vinden om wat foto’s van Nepal te kijken. Dus dan neem ik (na het maken van een flinke selectie) m’n iPad mee.
Alleen maar leuk, dus. De ochtend in het Werkhuis is sowieso een boeiende, leuke (hoewel ook wel een beetje een ingewikkelde) ochtend.
Maar goed, even terug naar het hier-en-nu.
Ik ben vandaag rond 11 uur naar het busstation gelopen, waar de bus naar Budhanilkanta al op vertrekken stond. Wat een timing.
Het is een rit van 10 kilometer (voor 16 eurocent) maar het verkeer loopt al snel vast. nu geeft zo’n busritje genoeg te kijken. Zowel buiten als binnen (in) de bus. Dus vervelen doe je je niet.
Ik neem altijd locale bussen. Ik heb hier nog tijdens geen enkele rit een Westerling gezien.
Nu blijkt het toerisme in Nepal ook steeds meer uit Chinezen te bestaan. Dat hoorde ik vanavond van Ram.
China krijgt (mét dat het de wederopbouw van Nepal na de aardbeving deels gefinancierd heeft), ook steeds meer in de melk te brokkelen. Ik maakte al voorzichtig het vergelijk met Tibet. Ik vind het best moeilijk dit soort politieke toespelingen te maken. Maar Ram beaamde het alleen maar.
Maar terug naar Budhanilkantha.
Hier ligt aan de voet van de berg Shivapuri het indrukwekkende beeld van de slapende (6 meter lange) Vishnu. Die is gelegen in een vijver, op ‘een bed van slangen’. Het beeld stamt uit de vijfde eeuw.
Hoewel ik het al eerder gezien had, blijf ik het nog imposant vinden. Vooral de sfeer eromheen.
Van de overgave waarmee bezoekers (pelgrims) hun offerandes over de voeten van het beeld uitstrooien.
Het pelgrimsoord behoort tot de heiligste plaatsen in Nepal. Maar is verboden gebied voor de koningen van het land. Men gelooft namelijk dat de koning onmiddelijk zal sterven zodra hij een blik op het beeld werpt. Dit omdat de koning zélf een incarnatie van Vishnu is.
Speciaal voor de koningen heeft men een duplicaat van het heiligdom gebouwd.
Naast Hindoeisten, zie je hier ook Boeddhisten rond lopen. Zij vereren de slapende Vishnu als een bodhisattva ( een wezen dat naar verlichting streeft).
Wát een land.
Ik dwaal wat over het terrein rond. Waar her en der een puja (ritueel waarmee Hindoes een Godheid vereren) plaatsvindt. Ik heb dit al op meerdere plekken gezien. Maar het blijft boeiend. Vooral omdat het alle zintuigen op scherp zet: je kijkt je ogen uit. Je wordt bedwelmd door de wierook. Gebeden worden gepreveld en bellen rinkelen.
Je voelt je....rijk dat je dit mee mag maken.
Ik loop een deel van de weg terug. Tot ik in een bus kan springen.
Het was kort maar krachtig.
Vanavond ben ik met Ram pizza gaan eten.
Hij kwam met drie cadeautjes aan: voor Peter, Janneke en mij.
Een bijzondere vriendschap. Die dus al dertien jaar stand houdt.
Ik ga nog wat lezen. En dan slapen. Maar niet zo vast als Vishnu.
Ik hoop dat ik niet ziek word. In het hotel loopt ‘iedereen’ te hoesten. Er heerst een griep.
Ik voel me (nu) nog tip-top.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog