Chefchaouen is een kleine, gefortificeerde stad. Bedoeld als verdediging tegen de Portugezen die Marokko binnen vielen. Moulay Rachid, Berber en afstammeling van Mohammed stichtte de stad in 1471. De stad gaf een veilig onderkomen aan de Andalusische Moslims, die op de vlucht waren geslagen voor de Katholieke Spaanse koningen. Het heeft er z’n Zuid-Spaanse uitstraling aan te danken.
Spanje heerste na 1926 ook 30 jaar over de stad. Waarna de stad weer aan Marokko overgedragen werd.
De stad, een bedevaartsoord (het Mausoleum van Rachid trekt nog altijd pelgrims), heeft 31.000 inwoners en is de fraaist gelegen stad en mooiste stad in het Rifgebergte. Het ligt op zo’n 600 meter, aan de voet van steile bergen die ruim 2000 meter zijn.
Chefchaouen dankt zijn naam aan deze bergtoppen, die op de hoorns van een geit lijken. Het betekent in het Berbers: ’kijk naar de hoorns’.
Zoals ik al zei, is het een blauwe stad. De Andalusiërs zijn deze traditie gestart. Ieder jaar worden de huizen opnieuw gekalkt (in allerlei blauwschakeringen), hetgeen het een heel frisse, pittoreske uitstraling geeft. Versterkt door de kleurrijk betegelde deurposten, het vele siersmeedwerk en de fonteinen.
Maar het blauw heeft zeker ook een functie. Het houdt de huizen koel en houdt insekten op afstand. En vanuit het Joodse geloof (Chefchaouen had een Joodse Gemeenschap) houdt het ook boze geesten op afstand.
Op mij heeft het vooral een rustgevende uitwerking. Heerlijk, na de intensieve dagen in Fes.
Wij zoeken nog meer rust op in het zwembad. Dat we na een zoektocht en een flinke klimpartij, prachtig tegen de bergen aangelegen vinden. Het water is haast lauw. En in het diepe bevinden zich alleen mannen (de kleedhokken zijn ook gescheiden voor mannen/vrouwen; in het ondiepe zwemmen wat meiden met t-shirts over een badpak, een in boerkini, met hoofddoek). Maar, ik zwem toch even kort wat banen. Waarna ik door een steekvlieg (uit het stadje verdreven door het blauw) gestoken word.
We blijven maar een half uur en lopen dan (langs een grafveld, waar zelfs de graven deels blauw geschilderd zijn een stuk langs de verdedigingsmuren) een veel kortere weg terug.
In de ochtend waren we al naar de bushalte gelopen, waar we de bustickets voor Tetouan (een rit van anderhalf uur, morgen vertrekken we om 12.30 uur) alvast kopen.
We komen in een groentemarkt terecht, waar de vrouwen van de Jebala-Berbers opvallen met hun grote hoedranden en de rood-wit gestreepte rokken. De vrouwen dragen hier sowieso geen zwarte Jellaba’s, maar veelal witte, licht- of zelfs felgekleurde.
Op straat wordt Peter constant aangesproken of hij Hashies/Marihuana of Space-cake wilt!? Rond het stadje liggen de grootste Hennepvelden van Marokko.
Maar in vergelijking met Fes, is het hier heel ontspannen en kunnen we lekker ons ding doen.
Ik ga voor het eten even wat winkelen. Maar ik kom niet verder dan wat kleine spulletjes. Ik heb nog nooit zo weinig gekocht.
We genieten vooral van het geslenter door de steegjes en de gezelligheid van het grote plein, met de Moerbeibomen. Waar de zandstenen Kasba staat en de achthoekige Minaret van de Grote Moskee. En waar veel leuke horeca omheen ligt. In de avond koelt het lekker af. Ideaal vakantie weer.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog