Vanochtend was het nog relatief koel toen we wakker werden, rond 7 uur.
We besluiten om de laatste uurtjes Marrakech nog even te gebruiken voor een bezoekje aan het Palais Badia. Gebouwd rond 1600 door de Saadiaanse Sultan Ahmed El Mansour. Om een plek te creeëren bedoeld voor festiviteiten en officiële audiënties. Om te imponeren moesten de afmetingen groter dan groot en de muren dikker dan dik.
Ironisch genoeg was het gala van een week geleden de reden dat we er niét in konden.
Ook nu nog zijn ze bezig met het afbreken van een grote tribune en een podium.
We zijn de eersten. We zijn zelfs te vroeg, Peter gaat ‘un café noir’ drinken om het half uurtje tot 9 uur te overbruggen. Ik loop wat in het buurtje rond om wat sfeer foto’s te maken.
In het paleis kunnen we in alle rust rondlopen. De decoratieve elementen (mozaieken, fonteinen en plafonds) zijn minder uitbundig dan in het Bahia Paleis. Het zijn inderdaad de afmetingen die het indrukwekkend maken. In de kelderruimtes is een foto expo. Ook hier weer oude zwart-wit prenten, die een goed beelden geven van Marokko uit de vorige eeuw.
In de galerijen rond de tuin, is nog een soort expo van architecturale elementen, ornamenten.
Ook is er een ruimte gereserveerd voor de preekstoel van de Sultan. Eigenlijk een foeilelijk bouwsel, waarvan alleen het houtsnijwerk mooi te noemen is. Het is duidelijk dat de Sultan ook hier voornamelijk met de afmetingen indruk heeft willen maken. Hij heeft in zijn glorietijd, letterlijk vanuit de hoogte zijn ‘publiek’ aan willen spreken.
Het gevaarte mag niet gefotografeerd. Het kriebelt (juist vanwege het verbod), maar ik weet me te beheersen.
In het waterbassin staan drie ooievaars zich te wassen. Het is duidelijk hún habitat.
De tuinen eromheen zijn groen en goed onderhouden. Her en der worden stukken vloer en/of muur gerestaureerd.
Na een uurtje slenteren we terug naar ons hotelletje. Pakken de laatste spullen in en gaan nog even lekker (verlaat) ontbijten. Om erna met een taxi naar het station te gaan.
Op het moment zit ik in een 8-persoons coupé wat aan het verslag te typen. Deels heb ik het voorbij glijdende landschap aanschouwd, maar deels heb ik ook wat zitten dutten.
Wat vooral opvalt, zijn (naast weer het ‘stoere’, desolate landschap) de moderne stations. Er is duidelijk veel zorg aan besteed. Rondom de stations vallen de uitbundige bloemenstruiken op. De felheid van de dieprode, rose, gele en witte bloemen geven een vrolijk accent.
Het landschap zelf is hier in tegenstelling tot de roodbruine kleurschakeringen in het Atlasgebergte, met name geel gekleurd. Het uitgedroogde gras domineert. Door het lappendeken effect is het echter toch aangenaam om te zien. Vorm krijgt het door de vele cactussen die aan het treinraam voorbij schieten, de reusachtige Aloë Vera, de olijfbomen, die vaak in rechte rijen bij elkaar staan en mooie schaduwen werpen. Sinaasappelbomen (zelfs op het station van Fez blijken later sinaasappelbomen te staan). Grote struiken met gele bloemen (ik vind het jammer dat ik niet meer verstand van planten heb; ik zie ook lange, sierlijke, grafische planten die ik totaal niet kan plaatsen. Later valt ‘t ook Peter op. En zien we dat het waarschijnlijk uitschieters van de Aloë Vera zijn!?!). De hooibalen die het landschap sier geven. Ook door de vele ezeltjes, bonte koeien, riviertjes. Van Gogh zou er zich goed op hebben kunnen uitleven.
Vlak voor we Meknes binnen rijden (een uurtje voor Fez, we zullen hierbkomende dagen en keertje op dagtrip gaan), wordt het landschap opeens verrassend groen. Haast on-Marokko-achtig. Ware het niet, dat er grote Palmbomen bovenuit steken.
Maar ook zien we een krottenwijk in de voorwijk van Meknes. Voordat de flatgebouwen het beeld van de stad bepalen. Ook hier weer, zullen wij als we Meknes gaan bezoeken alleen deoude Medina aan doen. ‘Voor de H&M hoef je niet naar Marokko’, hoor ik Peter al zeggen. Maar, ik ben het met hem eens.
We zullen om 18.30 aan komen in de nieuwe stad (Fez). Van de vorige keer herinner ik me, dat het nog wel een flink stuk rijden is, naar de oude Medina, waar het hotelletje ligt. Om te voorkomen, dat we niet meer kunnen inchecken, boek ik bij uitzondering de eerste nacht via internet. Ter plekke zal ik voor de volgende dagen, de prijs van de kamer nog ff wat omlaag proberen te krijgen.
Het is overigens het eerste hotel, waar het ontbijt inbegrepen is. Ik weet nog dat Abdul altijd ‘s ochtends informeerde wat ik wilde eten. En dan ‘op bestelling’ het eten (met een sprintje) in de medina ging halen. Maar Abdul had ADHD, die had dit nodig om wat energie kwijt te kunnen.
Inmiddels zitten we op onze kamer in het hotel. Na toch wel een valse start. Toen we er aan kwamen, was er niemand om ons binnen te laten. Een stel jongens zou ons op een andere manier bij een andere ingang brengen!? Dit liep op niets uit. Waarna ze toch geld wilden.
Even later kwam er toch iemand die de sleutel had, op de oorspronkelijke plek. Maar toen was er een misverstand over de boeking. We zouden nog tax moeten betalen!?
We zijn maar eerst een werkelijke heel smakelijke Tajine gaan eten. En hebben nog wat in de Medina rondgelopen.
Nu zitten we op de kamer. Die die voelt wat klam aan. We bekijken ‘t vannacht en beslissen morgenvroeg of we in dit hotel blijven, of toch niet op zoek gaan naar een beter alternatief.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog