Daar sta ik dan, braaf om 06.30 bij de receptie, te wachten op de bus die me hier op zal pikken om via Halong Bay naar Cat Ba te gaan. Ik heb wat gegeten van het ontbijtbuffet dat ze pas net klaar aan het zetten zijn. Ik neem een paar dunne flensjes met honing, wat ananas en meloen. En heerlijk vers ananas juice. Ik hoorde de blender nog brommen.
Klaar om de dag te beginnen. Verwachtingsvol.
Maar ik zal nog even geduld moeten hebben. Volgens de jongen van de receptie is de bus eerst nog andere mensen ophalen. Schetst mijn verbazing dat als de bus er na 20 minuten is, ik in een lege bus stap!? De chauffeur gooit mijn grote backpack in het bagageruim, ik zie hem erna even bedenkelijk op het rechter voorwiel kloppen. Ik ken deze blik. Hier klopt iets niét.
Iets verderop in TamCot stappen er inderdaad nog 3 Franse meisjes in, maar daar blijft het bij. Dus met een zo goed als lege bus op weg. Bizar.
Mijn voorgevoel laat me niet in de steek. De bus draait voordat we goed en wel op pad zijn, de weg weer af en stopt voor een gebouw met rolluik, waar de chauffeur hard op bonkt. Het duurt even, maar dan rolt het luik omhoog en een jongen met een slaperig gezicht, ontbloot bovenlijf, smerige broek aan verschijnt in beeld. Komt na wat over en weer gepraat, langzaam in actie. Jahoor, er wordt een wiel gewisseld en nog een andere band vraagt ook onderhoud.
Ik bedenk: ’Waarom wordt hier niet vóór een rit naar gekeken. Dit is míjn tijd’. Maar ik besef ook direct: ’dít is Azië, this is part of the story’! Ook dat even later nog snel een localo langs de weg opgepikt wordt. En even later nóg eentje.
Maar, we zijn onderweg, ondanks een beetje een valse start. Maar het feest kan beginnen. Een snelle rit verder, ik volg ‘m een beetje op mijn route-app, die offline gebruikt kan worden. Ik zie ook hierop, dat we niet vanaf HalongBay de oversteek naar het eiland maken. Dat betekent ook, dat de verwachting om nú al tussen de magische Karstbergen (TamCoc wordt niet voor niets ‘klein-Halongbay’ genoemd) te zullen varen, niet uit komt. Maar Halongbay zal ik morgen tijdens een dagtour gaan zien. Althans vanaf het water.
Omdat wij als dames uiteraard even van het toilet gebruik moeten maken, wordt de speedboot nét (maar dan ook net) gemist. Ie snelt voor onze neus weg. Dat wordt dus 20 minuten wachten. Maar dan kunnen ook wij inschepen, om een kwartiertje later aan te meren op Cat Ba. Maar helaas aan de ‘verkeerde’ kant van het eiland.
Een bus die ons van hieruit naar de gelijknamige hoofdstad Cat Ba zal brengen, zit blijkbaar bij het ticket inbegrepen. We rijden nog een half uur, de bus haalt niet zo’n hoge snelheid. Er is best veel hoogteverschil. Leuk om op deze manier al een beetje beeld van het eiland te krijgen. Ik zie, op een klein strandje met strandtent ‘Woodstock’ na, nog geen witte stranden. Het is een rotsige kustlijn.
Maar als ik later die dag wat op verkenning ga, vind ik een van de drie ‘echte’ strandjes die bij hoofdstad CatBa gelegen zijn. Yessssss, ik kan snorkelen. De temperatuur is heerlijk. Maar het water niet echt helder, ik zie geen vis. Langs de rotswanden (die ik an sich al mooi genoeg vind om door de snorkel te zien), ontdek ik uiteindelijk de eerste (scholen) vissen. Als ik meer in de spelonken ga zwemmen (ik moet wel wat uitkijken dat ik door de golfslag niet op of tegen de rotsen terecht kom (maar er staat niet echt stroming, de zee is rustig)), worden de vissen steeds aparter. Ook hier is het zicht nog niet optimaal en de vissen nog niet súper exotisch. Maar, ik het begin ís er, ik geniet vol op en heb het masker dus niét voor niets meegenomen, yess!
Morgen zal de boot waar ik de boottour op maak, beter snorkelwater opzoeken. De weersverwachting is helaas niet optimaal, er zal weinig zon zijn. Maar, Debby wist me laatst te vertellen, dat het zicht bij zónnig weer juist mínder goed is. Hoewel je dat eigenlijk niet zou verwachten. Spannend. Ik hoop het jullie morgen te kunnen bevestigen.
Nu langzaam slapen. Ik heb een ruime kamer, met twee twee-persoonsbedden. Een zalige douche. En een soort erker achter de bedden, waar twee stoeltjes staan. Om zo te kunnen genieten van het uitzicht op het haventje, met de aanlegsteiger. Zo leuk. Het voelt heel luxe, terwijl het de goedkoopste kamer tot nu toe is. Ik betaal er 150.000 Dong per nacht voor. Zo’n 5 en halve euro.
Ook de tour die ik bij de aardige hoteleigenaar (in de reisgids ‘de Trotterlas ik, dat het een gewezen visser is) geboekt heb, is niet duur. En de familie (vrouw en kinderen helpen mee het hotel te runnen) is allervriendelijkst. Ik voel me hier direct thuis. Heb van vandaag genoten en kijk helemaal uit naar morgen!
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog