Dag: 128
Gefietst: 3761 km
Het is even op gang komen na al dat geluier, maar we fietsen weer. Een kleine zestig kilometer naar Petchaburi. Langs de zoutpannen. En opnieuw vinden we dat prachtig. De verschillende stadia zijn goed te zien: water in de velden (pekel) dat moet verdampen om zout achter te laten, piramides van zout en uitpuilende schuren. In enkele schuren wordt het zout in zakken geschept welke in klaarstaande vrachtwagens worden geladen. Het meeste zout wordt in de industrie gebruikt zoals in de textiel-, papier- of visindustrie. Slechts 10% van het gewonnen zout wordt tot tafelzout verwerkt. Als gevolg van de verschillende concentraties algen ontstaan levendige kleuren in de zoutpannen, variërend van lichtgroen tot helderrood. De kleur laat ook zien hoe zout de pannen zijn. Micro-organismes veranderen hun kleurentinten wanneer de saliniteit van de zoutpan wordt verhoogd. In licht- tot middelzoute pannen overheersen groene algen hoewel deze algen ook een oranje tint kunnen aannemen. In middel- tot zeer zoute pannen veranderen bacteriën de kleur naar paars, rood en oranje. Prachtig om te zien!
We overnachten in Petchaburi in een kleinschalig resort, uitgezocht vanwege een klein privé zwembad. Het is bloedheet, 40+ graden, dus zo’n klein badje is heel aanlokkelijk! We worden niet echt vriendelijk ontvangen; we zijn dan ook een half uur te vroeg. Maar we kunnen de kamer in. Een, voor Thaise begrippen, modern ingerichte kamer. Ook hier gaat design weer voor comfort, want er zijn geen stoelen. In de badkamer is eerst de douche en dan het toilet. Het zwembad is klein, maar voldoende groot om even af te koelen. We plonsen erin. Het water is troebel en er ligt zand op de bodem. Mmm, niet echt fris. Dus er volgt een grondige douchebeurt. Het toilet en omgeving is voorlopig drijfnat. Dan zien we dat er tientallen mieren onder het matras vandaan komen wandelen. We laten het aan de uitbaatster zien. Zij weet raad: met een enorme spuitbus spuit ze de dieren dood en spuit het gif voor alle zekerheid ruim om zich heen. Tja,de Thaise standaard is toch niet geheel wat we gewend zijn.
Opnieuw passeren we zoutpannen en we hebben geluk! Er wordt zout naar de schuren gesjouwd. Een zwaar klusje. Dagloners komen op hun brommer naar de zoutpan met hun eigen juk waaraan twee manden hangen. Het bijeen geharkte zout wordt in de manden geschept en naar de schuur gebracht. Een enorm zware klus in de brandende zon. Maar het levert mooie plaatjes op.
Het is ontzettend warm. De Thai klagen er ook over. We fietsen met wind in de rug. Een nadeel daarvan is dat we geen verkoeling voelen. We verliezen liters vocht en drinken liters water; zien we een 7eleven, dan slaan we weer drie liter in.
Op maandag is de drijvende markt van Amphawa gesloten. Toch gaan we er weer naartoe en overnachten opnieuw in het guesthouse aan het water. We zijn de enige gasten en hebben het hele rijk voor ons alleen. We installeren ons aan de waterkant met een beker ijskoude citroensiroop. Ineens zien we twee varanen die met elkaar gaan vechten. Of is het spelen? Het is in ieder geval een indrukwekkend schouwspel.
Na een geweldig lekker ontbijt, rijstsoep met garnalen en balletjes, Thaise omelet en pomelo, zetten we koers naar het noordwesten. Laat daar nou ook vandaag de wind vandaan komen.
Het is mooi fietsen langs kokosplantages en diverse khlongs waar nog kleine drijvende markten zouden zijn. We passeren zelfs een heuse kathedraal, de “Geboorte van onze Lieve Vrouwe Kathedraal”. Compleet met Lourdesgrot en Bernadette. Weer eens wat anders tussen de overdaad aan tempels.
Vanuit de delta fietsen we ineens een gebied met karstgebergte in en moeten we een klein beetje gaan klimmen. Apen kijken ons verbaasd na. Via een militair terrein passeren we dit stukje mooie natuur.
Maar dan wordt het ploeteren. De temperatuur is opgelopen tot zo’n 42 graden! Wind tegen, 1-2% stijging en een drukke weg waar aan gewerkt wordt. Elke streepje schaduw benutten we om te stoppen en water te drinken. Van het water in de bidon kan thee gezet worden, zo warm. Maar Marijke heeft bij de 7eleven isolerende zakjes gevonden, bedoeld om je gekochte ijsje in mee naar huis te nemen. De zakjes zijn gratis en we zeulen de literflessen koud water nu mee in de zakjes. Het werkt! Ons water blijft koud.
In Chom Bueng hebben we een vrijstaand bungalowtje. We duiken direct onder de airco, maar ook deze kan de warmte niet aan.
Morgen maar vroeg vertrekken!
We eten een karig ontbijtje: wat toast met aardbeienjam en een kop oploskoffie. En dat in een heuse koffietent behorend bij het resort.
Als we, na dit ontbijtje, om 7 uur vertrekken is het heerlijk weer. De route gaat zigzaggend door landbouwgebied waar suikerriet en cassave de hoofdrol spelen.
Om 9.00 uur hebben we er al een dikke 30 km opzitten en er is voldoende schaduw om even te kunnen stoppen om te drinken. De temperatuur is inmiddels weer flink opgelopen.
Regelmatig worden we door honden uit hun territorium gejaagd; blaffend rennen ze achter ons aan. Maar een flinke brul schrikt ze voldoende af; de voorraad stenen hoeft niet aangesproken te worden.
Via een veerboot, een platte schuit waar we vanaf de pier zo op kunnen rijden, worden we voor 2 cent per persoon de Khwae Yai River overgezet, beter bekend als de River Kwai. Direct na de oversteek moet ons geboekte resort liggen. We fietsen allerlei straatjes in, maar vinden ons resort niet. Vragen dan maar. We zijn in de buurt volgens een barman. Slechts 500 meter terugfietsen en een straatje in. Maar nog steeds vinden we het niet. Nog maar eens vragen. Nu moeten we 500 meter de andere kant op. Opnieuw tevergeefs. Zo zoeken we een uur totdat we het lumineuze idee krijgen om in een hotel de wificode te vragen. We via googlemaps nu feilloos ons resort: nog anderhalve kilometer verder, vlak naast de beroemde brug over de River Kwai in Kanchanaburi.
Deze beroemde spoorbrug is gebouwd als onderdeel van de Birma spoorlijn, de Dodenspoorlijn. Een 255 mijl (415 km) lange spoorbaan van Birma naar Thailand, bedoeld om materieel te vervoeren van de Jappen zodat zij India aan kunnen gaan vallen. Maar de brug werd een paar keer gebombardeerd waardoor India gespaard bleef.
De schattingen lopen uiteen, maar van de ruim 60.000 krijgsgevangenen die tot slaaf zijn gemaakt op de Dodenspoorlijn, zouden er bijna 13.000 zijn omgekomen, naast maar liefst 90.000 Zuidoost-Aziatische civiele dwangarbeiders. Musea en een oorlogskerkhof vertellen het verhaal.
Een triest maar ook indrukwekkend verhaal waar nog veel meer over te vertellen is. Voor dit blog gaat dat echter te ver; Wikipedia heeft alle informatie paraat.
Een spiksplinternieuwe attractie in Kanchanaburi is de Skywalk. Een 12 meter hoge, glazen brug over een lengte van 150 meter. Bezoekers moeten een soort slofjes kopen (60 Bath, €1,50) om op de brug te mogen lopen, om krassen in het glas te voorkomen. De slofjes mogen mee naar huis als een soort aandenken. Toen de brug geopend werd, ging deze een dag later al weer dicht. Men had te weinig slofjes ingekocht.
We bezoeken de diverse oorlogsmusea en het oorlogskerkhof. Naar schatting zijn er zeker 3000 Nederlandse militairen omgekomen bij de aanleg van de spoorlijn. Indrukwekkend om in de musea en op de begraafplaats Nederlandse namen te zien.
Onderweg zien we een groep vrouwen sierlijk dansen op vrolijke Thaise muziek. Het blijkt een generale repetitie te zijn. Morgen wordt Rama III geëerd. Er staat een groot standbeeld van hem in een park. We komen er niet achter waarom hij geëerd wordt; Kanchanaburi is opgericht door Rama I. De huidige koning is overigens Rama X.
Eindelijk kunnen we ook weer eens een geocache pakken. Er liggen er maar heel weinig in Thailand. Onbegrijpelijk, want er wonen ontzettend veel Falangs, foreigner, in Thailand.
We vinden de cache, the Falang genaamd, onder een Zweeds vlaggetje in een achteraf straatje. Een Thaise vrouw, behorend bij de Zweedse meneer blijkbaar, nodigt ons uit om op hun terras het logboekje in te vullen en voorziet ons van een flesje ijskoud water. De Zweed vertelt dat hij al 9 jaar niet meer in Zweden is geweest; de Thaise taal beheerst hij nog niet. Ze runnen een AirB&B en trots vertelt hij dat hij superhost is en hoge reviews krijgt. Hij laat ons het “appartementje” zien, bestaande uit een donkere slaapkamer zonder ramen, maar met een hoop rotzooi en een badkamer. “Slechts een tientje, dus voor jullie 5 euro per persoon.” Zonder ontbijt. (Waar de tweede B voor staat? Geen idee..)
We helpen hem gauw uit de droom: we hebben al onderdak en morgen vertrekken we weer.
Nog maar tien dagen.
Geschreven door De.Trappers