Si Phan Don: 4000 eilanden

Laos, Si Phan Don

Dag: 88
Gefietst: 3560 km

We hebben de keus uit drie routes van Champassak naar de 4000 eilanden.
De eerste, op de linkeroever van de Mekong, is de zogenoemde 13. Deze gaat rechtstreeks over prima asfalt naar het zuiden. Dit is de directe route die alle backpackers rijden in een minivan of songthaew.
De tweede route gaat over een smal onverhard hobbelig pad pal langs de Mekong op de rechteroever en de derde is een weg wat meer landinwaarts die rustig en geasfalteerd lijkt. We kiezen deze laatste optie. We hebben van een paar mensen gehoord dat de overnachting halverwege nogal spartaans is: de badkamer bestaat alleen uit een emmer koud water en de details van de wc worden ons bespaard. Dus besluiten we de route in één keer te rijden: ruim 110 km.
We vertrekken om 6.30 uur en zien de bedelende monniken achter elkaar lopend hun ontbijtje verzamelen. Vrouwen zitten gehurkt aan de kant van de weg en voorzien de schalen van de monniken van o.a. kleefrijst en fruit. De monniken prevelen wat, de vrouwen gooien een bekertje water leeg naast zich en het ritueel is weer volbracht. Morgen hetzelfde.
Koeien wanen zich alleen op de weg maar als ze ons zien rennen ze gauw de berm in. Honden onderbreken hun spel en kijken ons verbaasd na. Uit houten huizen op palen roepen, nee schreeuwen kinderen ‘Sabaidee’ (hallo). Als wij terugroepen en zwaaien volgt een enorme gelach (klinkt toch echt als uitlachen) soms gevolgd door een onvervalst ‘f* you’. Van wie de kinderen dat hebben geleerd?

De eerste 40 kilometer schieten we lekker op. Het is nog lekker koel en de weg is goed en rustig. Dat hebben we dus goed ingeschat.
Maar dan, ineens, verandert het asfalt in hobbelig gravel. Knalrode, stuivende gravel. Onze snelheid zakt terug van ruim 20 km per uur naar 10 km en zigzaggend om kuilen te vermijden vervolgen we onze weg. In Champasak hebben we onze fietsen gepoetst. Blinkende spaken en een glimmend frame. Maar op deze weg is dat weer snel teniet gedaan. Er is ooit begonnen aan het asfalteren van de weg. Na 20 km ligt er een verhoogde weg, samengesteld uit in teer vastliggende puntige stenen. We vrezen voor onze banden en de snelheid is nog slechts 5 km per uur.
We stoppen bij een houten huis waar een soort tractor naast staat met een lege (!) aanhanger. Ik loop het pad af en probeer met handen en voeten, wijzend naar de fietsen duidelijk te maken dat we een lift willen van 10 km. Er wordt een flesje cola gepakt en met een vragend gezicht aan mij aangeboden. Alle westerlingen willen immers altijd cola. Opnieuw probeer ik het en gebruik nu het internationale woord ‘taxi’. De man en vrouw praten driftig tegen elkaar tot de man mopperend en nee schuddend wegloopt. Ook de vrouw draait zich om en ik word verder volledig genegeerd waarop ik afdruip. Missie mislukt, dus verder hobbelen maar.
We vinden gelukkig wat redelijk gladde gravel zijwegen. Iets om, maar beter te fietsen.

Na 25 km ‘bumpy road ‘is daar ineens het asfalt weer. Windje in de rug en daar gaan we weer. We rijden aan de westkant van de Mekong en om op de eilanden te kunnen komen moeten we naar de oostkant. Met een smal bootje worden we overgezet en zo fietsen we de volgende 40 kilometer toch nog op de 13. Een lange, saaie, licht heuvelachtige weg. We zien enorme stukken zwartgeblakerd land. En in de verte kringelen zwarte rookpluimen de lucht in. Rondom een pas gebouwd huis fikt het ook behoorlijk. De vlammen laaien hoog op om het struikgewas en het onkruid te vernietigen, terwijl twee mannen het vuur onder controle houden.
Rustiek boeren komt veel voor in Laos. Na de oogst worden de plantenresten met wortel en al verbrand; een snelle en goedkope manier van opruimen. De overgebleven as zorgt, samen met de regen, voor mest en dus voor vruchtbare grond. Dat de mensen in de smog leven doet blijkbaar niet ter zake.

We komen bij het voetveer dat ons over kan zetten naar Don Khong, het grootste eiland van de Si Phan Don archipel. Na een succesvolle onderhandeling van Marijke, die ons een euro bespaart, pakt de bootsman de fietsen op en zet ze keurig vast voor in het smalle bootje. We klimmen erbij en een klein kwartiertje later staan we op Don Khong. Moe en trots op de geleverde prestatie. We nemen de eerste kamer die op ons pad komt en voor 10 euro hebben we een warme douche en een schoon bed.
De eigenares van dit guesthouse spreekt goed Frans (en verwacht dat ook van ons) en rebbelt iets over een boot naar Don Det. Zij verkoopt de tickets en ze doet ons geloven dat het echt niet goedkoper kan.

Eigenlijk wilden we Don Det overslaan. Het eiland staat bekend als een feesteiland voor backpackers en dat trekt ons niet zo. Maar door positieve verhalen van andere reizigers én leeftijdsgenoten, zijn we toch overstag gegaan. Er heerst een lazy sfeertje. Het sfeertje zoals Thailand ruim 20 jaar geleden kende. Ongewassen, stinkende backpackers hangen in stoelen en roken een jointje, relaxt met de voeten op tafel, slurpend uit een halve literfles Beer Lao.
Wij vinden een leuke houten bungalow, pal aan de rivier en ver van het nachtleven. Een terras met twee hangmatten, een muskietennet en alleen koud water.
De hut is glimmend schoon; we boeken drie nachten.
Terwijl ik mijn tanden aan het poetsen ben voor het slapen gaan, hoor ik een bescheiden kreetje van Marijke. Ze wil haar lippenbalsem uit haar stuurtas pakken en stuit daarbij op een enorme, lichtbruine kakkerlak. De eerste deze reis. Dapper loopt ze naar buiten waar ze de ongewenste indringer de vrijheid geeft. We besluiten het muskietennet te gebruiken en goed in te stoppen.
Ook de volgende avond merken we toch wel dat we stadsmensen zijn. Terwijl we in onze hangmatten nog even genieten van de avond komt er een enorme zwarte tor over onze hoofden fladderen Zo groot als een pingpongbal, dus echt een joekel. Met een lokaal handgemaakt bezempje ‘vegen’ we het beest van het plafond en verdwijnt hij in de duisternis. We liggen nog maar amper weer in onze hangmatten of het beest meldt zich weer. Dapper slaan we om ons heen en opnieuw verdwijnt hij. Bij een derde keer geven we het op en gaan we onze hut in. Dan maar lekker op bed onder de klamboe lezen. Het nadeel van een houten bungalow zijn de altijd aanwezige grote kieren. Laat nou onze tor zo’n kier ontdekt hebben. Luidruchtig fladdert hij rond. En dan: stilte. Dat is pas echt eng: weten dat hij er is, maar waar? We vegen de muren, het plafond en de vloer. Niets. ‘Hij is vast verdwenen’. Maar bij het in bed stappen blijkt hij onder een kussen te zitten.
Opnieuw toont Marijke dat ze een held is. Even een stevige gil en dan, als een volleerde matador, met een doek achter het beest aan. Hebbes! De tor piept keihard, als een muis in nood. Raar beest. Net als de kakkerlak krijgt ook deze engerd de vrijheid. Nu gauw onder de klamboe.

Het eiland, Don Det, is maar klein. Het is behoorlijk authentiek: houten huizen op palen waar de Laotiaanse eilandbewoners hun eigen wereld afbakenen met een bamboe hekwerk. Op het erf scharrelen kippen, koeien en soms ligt er een dikke zeug haar biggen te voeden. De verschoten, vale was hangt over het bamboe hek te drogen. Er wordt op hout gekookt in enorme pannen.
Bij elk huis lopen jonge kinderen rond; de meesten lijken niet naar school te gaan. Een traktor en een brommer vormen een kostbaar bezit en staan dan ook veilig binnen het hek.
We lopen het eiland rond, ca. 8 km, en zien dat de zonsondergangskant veel armoediger is dan de zonsopkomstkant. Er staan vervallen hutten die ooit een resortje vormden. De restaurantjes zijn smoezelig en rommelig en benemen ons zelfs de eetlust. Spacecake, paddenstoelen en een joint zijn verkrijgbaar bij de diverse barretjes. Aan ons is al dit lekkers niet besteed.

De zonsondergang schijnt spectaculair te zijn op Don Det. Dat moeten we zien. We lopen de 2 km naar de noordpunt van het eiland. Maar daar aangekomen hangt er een flinke neveldeken om de reeds roodgekleurde zon die het rood kleuren van de rivier belemmert. Jammer.
Gelukkig wordt dit op Don Khon, ons derde eiland, voor een groot deel goedgemaakt. Vanaf ons terras zien we de zon prachtig ondergaan. Het knalrode licht weerspiegelt prachtig in de Mekong terwijl palmbomen als zwarte silhouetten het tropische decor vormen.

Don Det is met Don Khon verbonden door een uit 1920 daterende oude spoorbrug. Het ca. 5 km lange smalspoor werd aangelegd door de Fransen om de handelsschepen van Saigon naar Vientiane en Luang Prabang over de watervallen te krijgen. Diverse schepen die de Mekong stroomopwaarts voeren
vergingen hier. De schepen werden op Don Khon met een lier een speciaal daarvoor aangelegde hellingbaan opgetakeld en de goederen werden met de trein voorbij de watervallen gereden. Het spoorlijntje werd gebruikt tot de Japanse invasie van Indochina in 1940. Daarna raakte de spoorlijn in onbruik. De rails zijn reeds lang geleden weggehaald en overal over het eiland als bouwmateriaal gebruikt, dat inmiddels grotendeels is weggeroest. Er staan nog wat resten van twee verschillende locomotieven in de dorpjes Khon Tai en Hang Khon.

Laos heeft veel prachtige watervallen en op Don Khon zijn er twee: de That Somphamit, ook wel Li Phi Falls genoemd en de Khong Pa Soi waterval. Het is nu de droge tijd hetgeen betekent dat de Khong Pa Soi helemaal droog staat. Maar de Li Phi zijn prachtig. Uiteraard ook minder indrukwekkend dan in de regentijd, maar het water buldert stevig over de vele rotsen die hier in de Mekong River liggen. Een indrukwekkend gezicht!
In de Mekong zwemmen ook de zeldzame en met uitsterven bedreigde Irrawaddy dolfijnen; zoetwaterdolfijnen met een stompe neus. Om de dolfijnen te kunnen zien vertrekken we met een authentiek houten bootje naar de grens van Cambodja die midden in de Mekong River loopt.
Na een minuut of 20 varen door een prachtig gebied, doet de bootsman de motor uit, midden op het water. Geen massatoerisme, alleen wij.
We kijken rond met de camera in de aanslag. Dan horen we ineens een soort ‘pfff’ alsof een ventiel leegloopt. Heel kort. En daar zien we de eerste dolfijn! Prachtig! Het dier is zo’n 2,5 meter lang en grijs. We zien een kleine vin op de rug. Het gaat zo snel dat een goede foto maken bijna onmogelijk is. Dan weer ‘pfff’. We kijken en daar laat opnieuw een dolfijn zich zien. We blijven een half uur dobberen en zien de dieren regelmatig even boven komen, steeds voorafgaand aan een ‘pfff’.
Er schijnen slechts 4 dolfijnen op deze plek te leven en een paar in Cambodja bij Kratie. Naar schatting zijn er in Laos en Cambodja nog slechts 10 tot 20 te vinden.

We fietsen terug naar Don Det voor onze laatste nacht in Laos, tegenover de pier. Daarvandaan vaart een bootje ons zondag om 6.30 uur naar het vasteland en dan fietsen we na ongeveer 15 km Cambodja in waar we o.a. de Preah Vihar tempel in het noorden willen bezoeken.
Een heel ander land met een hele andere cultuur. Gelukkig nog ruim een maand te gaan.

Geschreven door

Al 17 reacties bij dit reisverslag

Net nu ik genoot van jullie prachtige beschrijving van fietstochtjes over geasfalteerde dan wel op andere wijze verharde wegen, van stad naar stad, veranderde je tocht in een landelijke rit over 4000 eilanden, met nog wel een keuze uit 3 routes. Wat leuk, de ervaring met de landelijke bewoners (kakkerlakken, dikke torren). Je hebt je er flink door heen geslagen. Ik heb weer genoten van je verhaal en je foto's! Ik hoop er nog ruim een maand van te mogen meegenieten! Fantastisch, bedankt hoor.

Robert. 2020-02-29 13:47:58

Dat was een rit om trots op te zijn. Mooi avontuur en gelukkig zonder lekke banden over deze wegen gereden. De ontmoetingen met grote en kleine dieren beschrijf je weer heel beeldend. Bedankt voor de heerlijke verhalen.

Marieke 2020-02-29 13:56:25

Twee happy fietsers en vele vrolijke meelezers, mooi verhaal weer.

Justine 2020-02-29 14:47:12

Weer genoten van jullie verhalen. Ben ik er een beetje ,bij'.

Jenny 2020-02-29 19:07:24

Kom net thuis van de fiets en wandelbeurs in Utrecht. Jullie avonturen zouden een stuk interessanter zijn dan veel van de lezingen en stands op de beurs. Nog nooit zo veel grijze kopjes op elektrische fietsen zien rondtoeren. Geniet nog van jullie avontuur in Cambodja en verder.

Rob & Isabel 2020-02-29 19:55:36

Volgende keer ook een foto maken van de ongewenste gast🐞, kunnen we meegriezelen. Dapper hoor💪

Andrea 2020-02-29 20:26:45

Marijke wat ben jij dapper; een kakkerlak en een reuze tor wegjagen, wow! Ik zie in de toekomst wel een boek van jullie verschijnen..... 😉

Willy 2020-02-29 20:33:38

Dat was weer genieten van jullie verhalen! Dat jullie nog maar lang deze reizen mogen maken en ons de belevenissen mogen sturen!

Joke 2020-02-29 21:27:05

De verhalen blijven geweldig. Steeds weer nieuwe avonturen. Wat heerlijk om jullie verhalen te lezen.

Wilma Bosboom 2020-02-29 21:54:02

Weer graag gelezen, ga zo door!

Jack en Hilde 2020-02-29 21:59:34

Ik zit te genieten van jullie verhalen en foto's. Wat een avonturen weer! Geniet!

Ilse 2020-02-29 22:45:48

Bedankt weer voor een stukje meereizen

Jacqueline 2020-02-29 23:21:52

Hallo ladies, Ik ben d’r weer even voor gaan zitten om jullie avonturen in alle rust te lezen. Wel griezelig zo’n grote insecten. Je moet ze maar durven te verjagen. Als het goed is zijn jullie inmiddels in Cambodja gearriveerd. Ik hoop dat alles weer goed is verlopen. Doe voorzichtig!

Ineke en Huub 2020-03-01 11:16:57

Dank jullie wel voor jullie levendige, spannende verhalen!

Ireen 2020-03-01 19:21:45

Een fantastische ervaring weer. Min het gedierte dan ;-) Voor mijn gevoel zijn jullie al zo lang weg. Zoveel avonturen meegekregen. Wij zijn daardoor ook een beetje op reis. Thanks! Succes en enjoy!

Annemiek 2020-03-01 21:45:48

Weer een mooi verhaal,heb er van genoten

Henny 2020-03-02 06:57:29

Wat een weergaloos mooie landschappen. Het is voor jullie helemaal "a way of life" geworden hè? Jullie zijn echte Azië kenners geworden. Het is erg leuk om jullie verhalen te lezen en de foto's te bekijken. Ook hulde voor jullie trouwe fietsen. Die blijven het toch maar doen in alle omstandigheden!

Jan en Loes 2020-03-02 11:52:05
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.