Dag: 56
Gefietst: 2157 km
Beaune is een kleine stad n het departement Côte d’Or gelegen in het oosten van het land in de regio Bourgogne-Franche-Comté.De stad wordt beschouwd als de hoofdstad van de wijnstreek Bourgogne, erkend als UNESCO-Werelderfgoed. Je struikelt dan ook over de vele caves in de stad waar wijn geproefd en gekocht kan worden.
We strijken neer op een terras van zo’n cave en proeven voor tien euro per persoon vijf heerlijke wijnen! Geen zorgen, het zijn slokjes, meer niet. Wel raar overigens dat elke wijn in hetzelfde glas wordt geschonken. Behalve de laatste: een bubbel. Daarvoor kwam een nieuw, schoon glas.
Beaune (spreek uit als boon, alhoewel de Brabantse overbuurvrouw op de camping stug bé-oune bleef zeggen) is vooral bekend om het Hospice de Beaune. Een armenhospitaal uit 1443, nu een van Frankrijk meest prestigieuze monumenten.
De camping ligt 900 meter lopen van het centrum. Ideaal. We slapen hier drie nachten en slenteren de hele stad door. We doen een paar caches waardoor we op mooie plekken komen. Ook in de mooie basiliek van Beaune, de Notre Dame. De vraag voor de cache is : “Van welk materiaal is de Zwarte Madonna gemaakt”. We googelen wat en komen uit op notenhout. Maar het antwoord blijkt fout. We vragen het in ons zondagse Frans aan een medewerkster van de kerk. De gezette vrouw rent hijgend weg en komt, wederom hijgend, met een boekwerk aanzetten waar in staat dat de Madonna gemaakt is van notenhout. Maar het antwoord blijft fout. Op goed geluk typen we fruitbomenhout in en dat blijkt het goede antwoord. Ook al is Madonna echt von notenhout gemaakt. Enfin, we kunnen verder. We bedanken de hijgende dame en vervolgen onze route.
De camping is een echte doortrek camping. Je rijdt vanaf de camping zo de snelweg op. Het wemelt dan ook van Nederlanders met caravans. ‘s Morgens loopt de camping leeg om vervolgens rond vier uur weer vol te lopen. Ik verbaas me erover dat de Nederlandse pubers lui met hun telefoons in een Lalleman stoel hangen en dat hun ouders de caravan én de tent voor hun prins of prinses in orde maken. Onze Nederlandse buurman, een gezin op de terugweg, leerde zijn dochter van vijftien toch nog even hoe je een luchtbed opvouwt. Op de laatste vakantiedag!
Na Beaune fietsen we verder via de zogenoemde Barcelona-route. We komen door een dorpje waar zomaar het verhaal van de film “Être et avoir” zich heeft kunnen afspelen. Een kleine Mairie en een schooltje in één gebouw.
Het weer is prut en we krijgen dan ook een flinke bui onderweg. Maar we kunnen op de camping de tent droog opzetten! De tent staat naast een mini-chalet waar we droog kunnen zitten. Best fijn. Een Nederlandse fietser komt zijn Garmin opladen. Als ik tegen hem zeg dat hij natuurlijk ook in het chaletje kan schuilen, zegt hij nors dat hij alleen maar wil opladen. Hij blijkt uit Groningen te komen en is het toonbeeld van de Groningse stugheid. Of is dit een vooroordeel?
Marijke springt ineens op en roept:”Dat zijn Henri en Annelies!” En inderdaad, twee volgepakte fietsen (zelfs een normaal campingstoeltje achterop) komen de camping op. We hebben Henri en Annelies ontmoet in 2018, in Bangkok. We wisten dat zij in Frankrijk aan het fietsen zijn door hun blog, maar dat we elkaar op deze kleine camping zouden ontmoeten is wel erg toevallig. We kletsen gezellig bij en gaan de volgende dag ieder weer een andere kant op. Wij naar het noorden, zij naar het zuiden.
Een beetje saaie route langs de Saône. Een geasfalteerd jaagpad brengt ons in Soing. Zowel de Groene Weg (onze heenreis) als de Barcelona route die we nu fietsen, komt door Soing, het plaatsje met de Eiffeltoren.
De camping ligt pal aan de Saône. Het zonnetje schijnt en we nestelen ons heerlijk aan de oever met een flesje ijskoude rosé. Ijskoud dankzij de eerder gekochte zak diepvriespasta die als koelkast fungeert.
Op zondag blijkt de acceuil gesloten te blijven. We kunnen ook geen douchemuntje kopen, maar gelukkig heeft een Franse campingbewoner er nog eentje voor ons liggen. Hij geeft ons de tip om samen te gaan; we hebben 5 minuten warm water. Prima advies!
Bij vertrek is er nog steeds niemand waar we onze staanplaats aan kunnen betalen en dus vertrekken we maar. Dat was een lekker goedkope overnachting.
De route na Soing is een pittige. We fietsen 62 km met bijna 500 hoogtemeters. We krijgen zes klimmetjes voor de kiezen en kilometers “vals plat” met een stijgingspercentage tussen 1,5 en 3,5%. Heel vals dus.
De voorspellingen zijn dat het vannacht en morgen en overmorgen en de dagen daarna regent. We vinden het niet zo heel erg om in de regen te fietsen, maar als de tent nat is en niet kan drogen is dat heel vervelend. We kiezen dus voor een droge overnachting in een chambre d’hôtes in Corre. Met een keuken en een ontzettend lekkere douche. Zo’n douche waar je niet meer onder vandaan wil komen.
We beraden ons over het vervolg van de route. We willen niet al te veel klimmen, voldoende winkels en overnachtingsmogelijkheden hebben en ook nog een beetje een leuke route waar wat te zien valt.
We besluiten om via Epinal, Nancy, Metz en Thionville Luxemburg in te gaan fietsen. We zien verder wel. Gewoon nog lekker genieten van douches, lekker eten, mooie fietsroutes en van elkaar.
Geschreven door De.Trappers