Voormiddagtochtje
Eerlijk gezegd, ik had het moeilijker ingeschat vandaag. Het was weliswaar maar een tochtje van amper 12 km, maar wel met 700 hoogtemeters, constant stijgen dus.
Voor de zekerheid was ik vanmorgen even de eerste de beste bar binnengestapt voor een koffietje met een croissant, gevuld met ham en kaas, een nooit eerder geproefde combinatie. De moderne bar die door een vriendelijk Italiaans echtpaar werd uitgebaat, stroomde snel vol. Simon was er al, Wim kwam iets later ook binnen, net als een Duitse moeder en haar dochter, twee druppels water. De dochter sliep altijd in een albergue omwille van de sociale contacten en de sfeer terwijl de moeder altijd een privé-kamer koos in een hotel of hostal. Zo kan het dus ook.
Hoog boven het dal raasden de auto’s en vrachtwagens over de nieuwe snelweg. Beneden was het rustig en heel mooi wandelen.
Eén groot panorama
Na het volgen van de verharde weg, ging het plots stijl omhoog tot aan het kleine gehucht La Faba via een steenpad tussen de bomen en struiken. Verschillende wandelaars staken me zuchtend en steunend voorbij om even later hijgend langs de kant te staan. Ikzelf hield mijn langzame tempo moeiteloos vol en genoot voluit. Na vier weken is het lichaam blijkbaar al wat gewoon.
Net na La Faba trok het landschap volledig open en kwam ik terecht in een schitterend panorama, onmogelijk om op foto vast te leggen. We waren ondertussen toch al 300 m gestegen. In dit berglandschap zag ik een boer zijn weide omploegen, elke voor bergop trekkend. Sterke tractor moet dat zijn.
0 Cebreiro
Ik had er bewust voor gekozen om in deze legendarische plaats te overnachten. Vier jaar geleden fietste ik er tijdens de middag voorbij, maar was het regenachtig en mistig waardoor er niet zo ver kon gekeken worden.
Vandaag was dit totaal anders: geen wolkje aan de lucht, heel helder dus en amper een zuchtje wind. Ik had dus erg veel geluk vandaag.
Snel werd de grens met Gallicië bereikt.
Bij het binnenkomen van het museumdorp O Cebreiro nodigde de Schotse Jim en zijn vrouw me uit om een glas met hen te drinken. Even later maakten ook zij kennis met de Fransman Jean-Luc. Gezellig gebabbeld, waarbij ik regelmatig kon tolken. Ook Wim arriveerde nog. Hij zou proberen in de Albergue Municipal onderdak te vinden. Hij was erg gecharmeerd door dit mooie dorp. De lange namiddag gaf dan weer de gelegenheid om meerdere pelgrims te leren kennen.
O Cebreiro is een van de oudste pelgrimsrefugio aan de Sint-Jacobsroute. Vanaf het midden van de 9de eeuw verzorgde een kleine gemeenschap van benedictijnermonniken de pelgrims. In 1072 werd er dan effectief een klooster gesticht. Het in de 9de eeuw gestichte heiligdom Santa Maria la Real is de oudste bewaard gebleven kerk aan de route. Denkend aan deze rijke geschiedenis, was het dan ook heel indrukwekkend om hier om 19 uur de mis bij te wonen en de pelgrimszegen te ontvangen samen met deze internationale pelgrimsgemeenschap.
Het is trouwens de vroegere pastoor van O Cebreiro, Eilias Valiña die de grote pionier was van de moderne Sint-Jacobsroute en van de gele pijl, waarmee hij in 1984 de route markeerde van Frankrijk tot in Santiago. Zou hij het hedendaags succes van de Camino Frances hebben kunnen vermoeden?
Geschreven door Jaak.de.Fietser