Terradillos de los Templarios
Het slapen in de doos vannacht ging goed. Ik probeerde wat Out of the Box te denken, sloot dan maar de ogen en viel relatief snel in slaap. Halverwege de nacht opende ik wel het gordijntje aan de voorkant wegens te warm in mijn doos.
Met nog enkele andere “professionals” trachtten we voor dag en dauw zo stil mogelijk te vertrekken, eerst richting Terradillos de los Templarios, een drietal km verder. Het dorp behoorde vroeger toe aan de orde van de Tempeliers, een religieuze en militaire orde die werd gesticht in 1119 na de eerste kruistochten ter bescherming van de pelgrims naar Palestina. Met veel privileges en vrij van belastingen ontwikkelde de orde zich tot de belangrijkste ridderorde in de middeleeuwen. Samen met andere orden zorgden ook de Tempeliers voor de veiligheid van de pelgrims naar Santiago. Hun macht werd echter te groot en in 1307 leidde dit tot de kerkelijke opheffing van deze ridderorde met daarna vervolging door de Inquisitie en talrijke terechtstellingen.
Misschien te veel weetjes? Terug naar de wandeling van vandaag.
Na Terradillos liep de Camino als veldweg tussen de graanvelden en volgden snel enkele andere gehuchtjes en verscholen dorpjes. Het was er zalig wandelen in de vroege ochtend. Verschillende keren passeerden me de sypathieke Spanjaarden Ignatio en Luiz. Ook zij waren de laatste dagen in dezelfde albergue als ikzelf. Zij stappen sneller dan ik maar pauzeren meer, vandaar.
En zo liep het mooie pad verder richting Sahagun, waarbij soms de bruggen van de N120 gedeeld werden.
Sahagun = halfweg
Net voor deze stad passeerde de Camino langs de bakstenen kapel Ermita de la Virgen del Puente.
Hier staat ook het momument met de duidelijke halfweglijn van de Camino. Ik ben vlotjes over deze lijn gestapt. Er stond echter niet bij hoeveel km er dan wel nog te gaan zijn. Een zevental km verder zag ik wel op een steen: Santiago 366 km. Het kort dus af bij elke stap.
Het stadje zelf werd bereikt via enkele ondertunnelingen en bruggen en langs een KMO-zone.
Er rest nog maar weinig van de vroegere politieke, culturele en religieuze grandeur van Sahagun. De eind van de 9de eeuw gestichte Benedictijnenabdij, die zich in de 11de eeuw aansloot bij Cluny, was tot in de 19de eeuw de grootste Benedictijnenabdij van Spanje.
Na de eeuwenoude brug over de Rio Cea volgde ik verder de “Real Camino Frances”. Er was ook nog een variant over Calzadilla de los Hermanillos.
Bercianos del Real Camino
Zelf had ik dit dorpje na 26 km wandelen als etappehalte gekozen. Na Sahagun liep het eentonige voetpad langs de oude landweg. Gelukkig waren de aangeplante platanen ondertussen al wat groter geworden in vergelijking met vier jaar geleden en kunnen ze al voor wat schaduw zorgen voor de vele wandelaars. Vandaag was dat echter niet nodig. Af en toe wat bewolking en een stevig briesje zorgde weer maar eens voor aangename temperaturen.
In de albergue van vandaag staan er deze keer slechts vier bedden op de kamer, met een gedeeld toilet en badkamer enkel voor ons vier. Wat een luxe! In de kamer ontmoette ik alvast de Duitse Walter uit Freiburg, een ervaren pelgrim en de Italiaanse bicigrino Sandro. Later kwam ook nog de Nederlandse Bo uit Arnhem. Het voelde een beetje vreemd aan om terug met iemand in het Nederlands te kunnen converseren.
Tijdens het avondmaal werd het dan weer een mengeling van Italiaans, Frans en de taalcomputer om het met Sandro uitgebreid te hebben over zijn fietstocht vanuit Arles naar Finisterre. Hij was erg nieuwsgierig naar mijn ervaringen van vier jaar geleden. Als men echt met elkaar wil communiceren, lukt dat altijd en dat werd vanavond weer maar eens bewezen. Gelukkig heeft men ons niet gefilmd.
Geschreven door Jaak.de.Fietser