De ochtendstond...
Georges wou vroeg vertrekken. En is op een slaapzaal één wakker, iedereen wakker. De jongen die ook was blijven slapen had zich goed gedragen, dus iedereen tevreden. Jammer dat er buiten nog een restje koffiepoeder dat we dan maar deelden, niets aanwezig was in de gite: geen confituur, geen boter, niets. Pastoor Vincent had duidelijk meer aandacht voor zijn andere zielen dan voor het onthaal van pelgrims. Dan maar ons brood van gisteren in de slappe koffie gedoopt en op weg. Heerlijke 15 graden buiten, ideaal. Natuurlijk nog geen bakker open op dat uur, maar twintig km verder heb ik me toch kunnen bevoorraden voor vandaag. Ik fietste langs dorpen met een rijke geschiedenis, dat was heel duidelijk. Op de borden bij kerken en kastelen werd verwezen naar de Romeinen, naar de honderdjarige oorlog, de godsdienstoorlogen en natuurlijk ook naar het pelgrimsverleden. Aan alles merk je dat hier eeuwen en eeuwen pelgrims naar Santiago zijn gepasseerd. Ook de huidige bevolking kent het pelgrimsgebeuren en regelmatig krijg je een Bon Camino toegeroepen. Na twee uur fietsen passeerde ik al door het dorpje Cluis, dat Georges vandaag als einddoel had gesteld. Verschil wandel- en fietspelgrim: 3 x trager. Door het heuvelachtige parcours was ook mijn gemiddelde snelheid vandaag erg laag, maar wie zeurt daar nu over?
Creuze
Pal op het middaguur stak ik na een heerlijke afdaling de rivier de Creuze over in Crozant. Een indrukwekkende kloof en de ruïnes van een machtige burcht die ooit werd gebouwd door de graven van Marche om de toegang tot de Limousin te bewaken. Met tien torens en 450 m vestingsmuren moet dat een van de machtigste burchten van die tijd zijn geweest. Tijdens mijn middagpauze had ik pal uitzicht op die ruïnes, heerlijk op een bank in de schaduw. Want het was heet vandaag. Maar wie zeurt daar nu over?
Namiddag was de landschapswijziging snel duidelijk: lentegroene weiden, graslanden waar je maar kan kijken. Ik heb zelfs al gemaaid hooi gezien. Hoe vroeg is dat? Het is duidelijk dat ik richting zuiden fiets. En natuurlijk zag je regelmatig de bekende bruine Limousin-koeien.
Mijn fietsje
Mijn fiets, een Koga, doet het uitstekend. Nog geen lekke band, geen kapotte spaak, gebroken kabel, niets van dat alles. Hij geeft geen kreun of steun onder het gezamenlijk gewicht van 100 kilo dat hij moet torsen. Zelfs de remblokjes piepen niet en die hebben het in de steile afdalingen soms erg te verduren. Hij is dan ook goed vertroeteld net voor ik vertrok: nieuwe banden, nieuwe kabels en remblokjes, nieuwe ketting en tandwiel, nieuwe lagers. Ik heb hem zelfs opgeblonken. Daar is nu natuurlijk al lang niets meer van te zien, maar het is het gebaar dat telt.
Duncan en Lisa op Numéro 9 in La Souterraine
La Soutteraine, zo heet de plaats waar ik vandaag logeer. De naam klonk voor mij als laag gelegen, dus ik dacht op het einde van de dag lekker dalen. Niets daarvan. Enkele pittige klimmetjes dwongen me mijn laatste voorraad water uit te putten. Ook dit stadje heeft een rijk verleden als pelgrimshalte. Meerdere gebouwen en straten herinneren daar aan. Het kleine stadje ligt op de oude handelsroute Parijs-Toulouse.
Aan het zoeken naar het plaatselijk pelgrimsonderkomen, stond ik voor de gevel van een mooi 18de eeuws pand, waar Duncan en Lisa, van Britse afkomst hun chambres d'hotes uitbaten genaamd Numéro 9. Voor pelgrims die zich aanbieden hanteren zij een uitzonderlijk gunstig pelgrimstarief, maaltijd en ontbijt inbegrepen. Gastvrouw Lisa bood aan om mijn was te doen, wat ik natuurlijk niet weigerde. In de mooie tuin werd deze pelgrim een ijskoud biertje aangeboden. Vanavond genoot ik met veel smaak van een heerlijk driegangenmenu, opnieuw op het zonnige terras in de tuin. Lisa kookte, Duncan was gastheer. Toen ik terug op de kamer kwam, lagen mijn kleren fris gewassen op bed.
Vanmorgen geen boter, vanavond met mijn gat er in gevallen.
Geschreven door Jaak.de.Fietser