Op zoek naar ontbijt
Weer maar eens mijn rugzak gepakt in het volstrekte duister met enkel licht van mijn horloge. Nadat mijn Franse buurman al om 5u30 in alle stilte de deur uit sloop, hield ik het om 6 u ook voor bekeken. De andere kamergenoten maakten nog geen aanstalten om op te staan en het licht aan te doen. In de meeste albergues is er geen ontbijt voorzien. Meestal is er wel een keuken waar men zelf aangekochte eetwaren kan bereiden. In de albergue van vannacht was er wel de mogelijkheid om een meeneem-ontbijt te reserveren. Jammer genoeg was ik dat vergeten te doen, dus maar enkel met een paar slokken water uit de kraan vertrokken. Ik hoopte dat er misschien toch een bar in dit pelgrimsstadje zou open zijn, maar ook voor een middenstander is 6u30 vroeg. Niet dus en na twee uur wandelen was er in het kleine dorpje Espinosa de Camino wel weer een lange rij aan het aanschuiven om iets achter de tanden te krijgen. Zelf heb ik me er goed voorzien en ook de tijd genomen, omdat ik wist dat er misschien wel in het volgende dorp Villafranca Montes de Orca iets zou zijn, maar verder niets meer tot in San Juan de Ortega.
Onderweg passeerden Ronald en Griet. Ronald had met zijn fotocamera ogen tekort om al het moois op de weg in het ochtendlicht op beeld vast te leggen.
Villafranca Montes de Oca
Ik herinnerde me dit dorp van mijn heenreis per fiets vier jaar geleden omdat ik er logeerde nadat in Belorada geen bed meer te vinden was. Voor een fietser is 12 km verder niet veel. Als wandelaar is zo een afstand natuurlijk een halve etappe.
In Villafranca Montes de Oca verzamelden de pelgrims in vroeger tijden moed om de gevaarlijke overtocht in de bossen over het Oca-gebergte te maken. Rovers en bandieten maakten toen de dienst uit. Villafranca was bisschopsstad totdat de zetel in 1075 naar Burgos werd verplaatst. Aan het eind van de 14de eeuw werd er ten behoeve van de pelgrims het Hospital de la Reina gebouwd. Het blijkt dat dit in die tijd een gewilde plaats was omwille van de grote porties eten! Zelf heb ik niet gegeten in Villafraca. De bar/restaurant/albergue, waar ik indertijd logeerde, was gesloten wegens verbouwingen. Een blikje cola uit een klein winkeltje moest volstaan. Het leuke gezelschap Abelio, Jacob, Suzanne en Ursula was er ook aan het pauzeren. Ik maakte er hen op attent dat het vanaf nu zou stijgen.
Montes de Oca
Inderdaad begon onmiddellijk achter de kerk de aanvankelijk steile, daarna vlakkere klim naar de Montes de Oca. In één klap veranderde het landschap van gecultiveerd naar ruwe natuur. Even nadat het hoogste punt werd bereikt was er het monument voor de doodgeschote republikeinen van de burgeroorlog in 1936 (eigenlijk het zoveelste op ons pad).
Na nog enkele kilometers met warme zon in de rug door het ruwe landschap te hebben gestapt, was er El Oasis del Camino, waar een vlotte Spanjaard zijn fruit, drinks en geschilderde schelpen met veel zwier aan de man of vrouw bracht. Ik ontmoette er Collin uit Birmingham Engeland, de man die vorige nacht in het bovenbed op de kamer had geslapen. Als vlotte prater en wereldburger kon hij goed weerwerk bieden tegen de Oasis-uitbater.
San Juan de Ortega
Na 25 km wandelen werd dit kleine, maar eeuwenoude dorp bereikt. San Juan de Ortega was na Santo Domingo de Calzada in de twaalfde eeuw de tweede grote promotor van de Sint-Jacobsroute. Ondanks de tegenwerking van de Oca-bandieten bouwde hij een pelgrimsherberg, waarrond later een klooster werd gebouwd.
Net bij het binnenkomen van San Juan haalde Collin me opnieuw in en nodigde me uit een biertje van hem te drinken in de eerste bar die we tegen kwamen. Voor zijn glas half leeg was had de extroverte Collin me zijn heel levensverhaal verteld, van zijn strenge opvoeding in India, de slechte relatie met zijn broers en zussen, zijn scheiding en zijn kinderen en kleinkinderen die in Amerika en Nieuw-Zeeland woonden. Gelukkig had hij de kleinkinderen van zijn nieuwe partner kort in zijn omgeving. Collin genoot van het leven. Hij deed de Camino in stukken, deze keer tussen Logrono en Burgos. Vandaar zou hij naar Bilbao gaan voor zijn vlucht terug naar huis. Samen bij een biertje had de man het nodig zijn verhaal te doen. Ook dat is de Camino.
Vandaag slaap ik in de gemeentelijke albergue van Santovenia de Oca na 28 km stappen. Gelukkig is er een bar/restaurant verbonden met de albergue. Verder is hier niets te beleven. Vroeg slapen denk ik.
Geschreven door Jaak.de.Fietser