Een beetje saai
Niet de mensen, integendeel, alle soorten boeiende individuen wandelen op de Camino. Neen, het was het Caminopad zelf dat vandaag eerder aan de saaie kant was. Na gisteren alvast geoefend te hebben gedurende de laatst 5 km was het vandaag de ganse etappe van 20 km van hetzelfde. Het landschap liet zich eigenlijk eenvoudig omschrijven. Van links naar rechts zagen de pelgrims voor zich: akkers met graan, mais of onbebouwd, een gracht, vervolgens de platanen, dan het steenpad voor de pelgrims met twee wandelstroken, weer een gracht,vervolgens de oude landweg voor fietsers en auto, opnieuw een gracht en dan weer dezelfde akkers. En dit 20 km lang, enkel na 8 km onderbroken door het dorpje El Burgo Ranero.
Al bij al saai wandelen dus. Zelf had ik geluk. Gedurende meerdere kilometers wandelde naast mij een Italiaanse pelgrim op de landweg, niet op het pad dus. Wij hadden hetzelfde tempo. Met zijn oortjes luisterde hij naar Italiaanse liedjes die hij uit volle borst meezong. Ik ben er zeker van dat ik de huidige Italiaanse Top 10 heb gehoord, zij het in Karaoke-versie. Enige onderbreking was er toen Sandro op de fiets in volle vaart voorbij kwam en luid: “Ciau” riep, toen we elkaar herkenden. De sfeer bleef wel Italiaans. Gisteravond had hij nog gezegd medelijden te hebben met al die pelgrims met hun zware rugzak die hij op de fiets voorbijstak op die lange weg. Vandaag was ik één van hen.
El Burgo Ranero
Een klein dorpje dus als afwisseling, waar ik dan maar ontbeet. Ik zag er de bekende gezichten, dezelfde vroege vogels als de voorbije dagen: Petter en Isa, Suzanne, Jean-Luc, Luiz en zo veel anderen.
En weer terug in het bekende landschap gedoken. Daar werd ik op zeker ogenblik ingehaald door enkele wandelaars, waarvan de vrouw de Belgische driekleur op haar rugzak had. Ze was in het Spaans bezig tegen de anderen. Toch maakte ik mezelf bekend als ook een Belg. Het bleken Roger en Katia te zijn. Roger was altijd brandweerman in Brussel geweest. In het Nederlands met een mooi Brussels accent babbelde hij honderduit. Zelf woonden hij en zijn vrouw tegenwoordig in Tenerife Zo ging de tijd weer wat vlugger voorbij.
Albergue Las Hadas
Voor de grote warmte er zat aan te komen kwam ik aan in de gelukkig vooraf besproken albergue in het kleine dorp Reliegos. Wat een vriendelijk en persoonlijk onthaal! Het jonge echtpaar runde deze albergue blijkbaar nog niet zo lang. Ze deden hun uiterste best om het de gasten echt zo aangenaam mogelijk te maken. De vrouw, Sun, legde uit dat het in de Covid-periode heel moeilijk was geweest, met eerst geen, dan een beperkt aantal pelgrims en met steeds wisselende regels, maar dat er nu meer dan een inhaalbeweging bezig was. Onvoorstelbaar hoeveel wandelaars er momenteel al op de Camino waren en jammer voor al degenen die ze moesten teleurstellen wegens geen plaats. Gelukkig was haar moeder overgekomen van Madrid om mee te helpen en voor de opvang van hun jonge dochtertje te zorgen. Een zeker aan te bevelen slaapplaats!
’s Avonds werd er wegens plaatsgebrek maar voor een beperkt aantal gasten een gezamenlijke maaltijd georganiseerd. Een heel lekkere trouwens met onder het eten gezellige babbels met het internationaal gezelschap.
Geschreven door Jaak.de.Fietser