Telefoon
Op mijn tocht heb ik niet de gewoonte om mijn GSM bij de hand te hebben. Net als een autobestuurder mag ook een fietser immers niet bellen aan zijn stuur. Bij de gezellige ontbijttafel had ik hem vanmorgen wel bij de hand. Mijn schoonzus Vera aan de lijn. Zij waren op weg naar Spanje en passeerden over enkele uren in Châlons-en-Champagne en ik moest maar even laten weten wanneer ik er was.
Snel alle bagage op de fiets geladen, waarbij mijn gastvrouw alles uitgebreid fotografeerde, hoofdschuddend over wat zo'n pelgrim allemaal meesleurt. Ze vond de rode kleur van mijn outfit wel heel veilig in het verkeer, voegde ze er aan toe.
Na een twintigtal km bereikte ik de relatief grote stad via de Porte Saint-Jacques. En inderdaad, nadat ik me door het drukke stadscentrum had gewurmd, stonden zij mij op te wachten.
Korte en krachtige ontmoeting was dat, heel fijn. Jammer dat we de tijd niet hadden om er eentje op te drinken. Ieder moest zijn weg verder. Zij gaan vanuit Zuid-Spanje met hun 4x4 offroad de Camino naar Compostela rijden. Ieder zijn Camino, ieder zijn weg.
Het gaf me de nodige energie om de voormiddagrit goedgezind verder te zetten. En die energie zou de rest van de dag nog van pas komen.
Kromgebogen over zijn stuur tegen de wind
Het deel van de Champagnestreek waar Sweerman de Compostelafietser door stuurt wordt gekenmerkt door grote open akkers, zover het oog kan reiken (en nog veel verder). De wind heeft er dus vrij spel. Ze zetten er niet voor niets windmolens in overvloed. Dus ook vandaag was het weer duwen geblazen. Maar dat werd gecompenseerd: lekker zonnetje, schitterende zichten, mooie wolkenpartijen, veel afwisseling in bergop en bergop, gewoon het echte fietswerk.
Mijn middagpauze hield ik op de trappen van het kerkhof naast het oude kerkje van Lettrée, waar Jeanne d'Arc nog zou gebeden hebben. Het was eerder toevallig dat ik daar moest stoppen omdat er een bij in mijn duim had gestoken, door mijn fietshandschoenen heen. Gelukkig was ik 's morgens in een apotheek gestopt om een zalfje te halen voor een insectenbeet op mijn oor gisteren. In de dorpen waar ik door fiets zijn er naar mijn aanvoelen meer apotheken dan bakkers, kruideniers en beenhouwers samen. De bevolking veroudert, zal wel de uitleg zijn?
Hé, Jacques le pelerin
Dat hoorde ik van de andere kant van de drukke weg uit een auto roepen toen ik in Arcis-sur-Aube even op mijn telefoon aan het zoeken was naar het adres van mijn onderkomen van vandaag. Ik had dit iets tevoren besproken. Kennen ze me hier al? De man stelde zich voor als Charles, de gastheer, die ik net aan de lijn had gehad. Met veel Franse flair legde hij mij in het Engels de weg uit naar zijn gastenverblijf. Vriendelijke en gastvrije man. En ik ben weer onder dak. Men wast zelfs mijn fietskleren. Morgenvroeg worden ze me mooi opgeplooid terugbezorgd. Rita zal tevreden zijn.
Geschreven door Jaak.de.Fietser