Zondag in Kenia. Alles in het teken van de godsdienst. Al vroeg zijn mensen op weg naar kerken van allerlei pluimage en denominatie, in hun beste kledij voor zover hun sociale situatie dat toelaat. Maar allemaal even enthousiast om zich voor even in groep en persoonlijk over te geven aan een communicatie met het hogere. En hoewel godsdienst in Kenia een belangrijke zaak is, gaan ze er tegelijk heel relax mee om. Geen fanatisme, geen bekeringsijver, geen uitsluiting of veto’s. Jij hebt jouw god en uitdrukkingsvorm en ik de mijne en verder laten we elkaar gerust. Alleen openlijk atheïsme stuit op diep onbegrip. In feite hoor je je als moslim of christen te benoemen en verder doe je je zin.
Dit gezegd zijnde gaan ook wij op zondag naar de kerk. Na een heerlijk zelfgemaakt zondagsontbijt stappen we dus “in ons piekebest” naar Diani Beach Road waar we een konvooi tuktuks nemen dat ons naar St. Joseph’s Catholic Church brengt voor de elfurenmis. In afwachting van de start (de tweede mis van de dag loopt flink uit) staan onze leerlingen buiten al te dansen. Dat belooft.
Zoals verwacht is de mis een waar spektakel van dansen, zingen en kirren, soms ingetogen, meestal uitbundig. Ontroerende solo’s wisselen af met meerstemmige samenzang. Het orkest bespeelt lokale instrumenten en het koor sprankelt van vrolijkheid. We wiegen, klappen en neuriën mee, ondanks de taalbarrière natuurlijk. De lange (40’) Swahili preek (lezing: Joh. 6) schenkt ons niettemin een paar (Engelse) sleutelzinnen rond spiritual nourishment. Geen evident onderwerp in een land waar het brood duur is, het leven zwaar. Toch overweegt hier zoals in heel Kenia de hoop en zelfs de humor. De offerande bestaat dan ook uit lokale producten aangebracht op de traditionele teo (manden). Zo loopt de mis verder naar haar einde.
Ruim na één verlaten we de kerk. We begeven ons te voet naar het gezellige en goedkope grillrestaurant Rockstarz. We genieten er van een lunch van kip of beef met frietjes. Moses is er ondertussen ook weer bij, samen met zijn zus Esther. Wanneer Saïdi verschijnt, is het al weer tijd voor vertrek. We halen de bagage op in onze lodge en vatten de tocht naar Rose Mwakwere aan. Onderweg zien we meerdere soorten apen: vervet monkeys (blauwapen - de “meeuwen van Afrika”), bavianen en een aangereden colobus. Het is onderwijl beginnen regenen, zoals het weer geregend heeft afgelopen nacht. Dat belooft voor de heuvels straks.
In Kilulu (einde van de weg) gaan we deze keer rechtsaf. De toestand van de landwegen en de (relatief) hoge snelheid zorgen voor nogal wat “turbulentie” in de bus.
Op een gegeven moment is het toch te veel voor de bus. Dan maar uitstappen en te voet verder. We zien wel.
We stappen dus de heuvels op, en daarna de wegels door de bush om uit te komen bij de boerderij die de principal en haar man voor hun oude dag gebouwd hebben. We worden er met veel vriendschap ontvangen, en wij zijn op onze beurt dankbaar dat we na al die jaren zo close zijn geworden dat ze ons in hun gastvrijheid opnemen.
Saïdi maakt zich ondertussen zorgen over de wegen en de invallende duisternis. Hij heeft geen ongelijk. We hebben even een “diplomatiek momentje” voor we de reis verderzetten, eerst te voet, dan weer met de busjes. Het wordt weer schaatsen, aftasten, uitstappen, vroom zijn en bidden - al zijn het wellicht de hele tijd Swahili vloeken die Saïdi uitstoot. Hij noemt de dorpjes als scheldwoorden. Vooral Kibuyuni moet het ontgelden. De leerlingen zijn stil geworden.
Wanneer we dus om halfacht (echt laat) op de school aankomen, volgt dan de ontlading bij de warme verwelkoming door alle meisjes van de school.
“We’re back home” horen we één van de jongens zeggen.
En zo is het.
(Straks vieren we nog de verjaardag van Emilie - happy birthday alvast!)
Geschreven door AZEB.Inleefreizen