De laatste avond in Rose Mwakwere verliep zoals hij dat gewoonlijk doet: met een ceremony ter afscheid van twee weken samen leven, leren en werken. In haar toespraak bedankt de principal ons dat we jaar na jaar bereid zijn naar haar school te komen en riep ons op haar te blijven steunen bij het uitbouwen van haar onderwijsproject. Wij van onze kant dankten haar natuurlijk voor de warme gastvrijheid, de samenwerking en de lessen die we van haar kregen. Aangezien we een bibliotheek bouwen en zij een woman of prayer is, leek ons het passende geschenk een Engelse bijbel als symbolische eerste van de toekomstige vele boeken. Onze praesessen bedankten op hun beurt een aantal sleutelpersonen van de inleefreis, zowel op het thuisfront (dhr. Misschaert en dhr. Vermeulen) als ter plaatse (het team van begeleiders, matron Monica, patron Mozes, de kok David, onze leermeester Masai en vele anderen). Ook de Keniaanse headgirl Teddy hield een heel persoonlijke toespraak, gevolgd door die van Mister Alfonse, die ons een aantal mooie en ontroerende levenslessen meegaf. Een paar danspasjes en een kort avondgebed sloten de dag af.
Ons laatste ontbijt op Rose Mwakwere. Er wordt gezongen voor Esthers verjaardag (18!) en de laatste chocopot wordt grondig uitgelepeld. Tijd om de school te poetsen en de bagage bijeen te harken. Een aantal jongens gaat nog even moedig aan de slag op de bouw. Het werk aan de library is mooi gevorderd op twee weken. De Abdijschool en Rose Mwakwere mogen fier zijn op deze realisatie.
Laatste tea time, laatste mahamri en chai maziwa. Daarna een korte (in onze ogen: vrij lange) service met zang, bijbel, dank en zegen. Tegen haar leerlingen die wenen tijdens de lunch, zegt de principal: “Eat fast, then you can cry.” Het is dus tijd om afscheid te nemen. Met knuffels en handdrukken, met foto’s en beloftes verlaten we Rose Mwakwere school, wetende dat ze na ons vertrek verder zal groeien, maar ook dat wij sinds onze aankomst hier zelf gegroeid zijn.
Tot onze verwondering rijden we niet terug naar de kust, maar verder de Shimba hills in, of eigenlijk, in een lange beweging op de heuvelflank rond de Shimba hills. Het landschap wordt ruiger, met diepere valleien en steilere klimmen op de wegen die ofwel zeer stoffig zijn, ofwel uit diepgekloofdr rotsen bestaan. De weg is roestbruin, de hemel vol van licht, de omgeving overvol diepgroen met af en toe een doorkijk of een vergezicht over de vlakte beneden. We hossen door zonovergoten lemen straatdorpjes waar we bij ons verschijnen aangekondigd worden door de jongetjes met “Wazungu! Wazungu!” (“De witte! De witte!). Af en toe vraagt de chauffeur de weg. De vlakte afgedaald zijn de wegen even bumpy alleen nu beige.
In het grotere Kinango komen we weer op de landkaart. We gaan een asfaltweg op en rijden door grasland, wijds zover het oog reikt. Na het donkergroene Kenia van de palmbomen, komen we nu in dat van de grijsgroene “shrub.”
In Samburu komen we op de autostrade Mombasa-Nairobi, slagader van Oost-Afrika en een uitdaging voor chauffeurs. Niet in het minst daar waar de straatventers op de middenstreep hun waren verkopen aan voorbijrazende trucks. Of wanneer onze chauffeur een derde rijstrook creëert. En horen we niet links te rijden?
Het landschap wordt snel droger. De Sagala Hills tekenen zich donker af tegen een dreigende hemel. We stoppen even om chips in te slaan. Aangezien we vrijdag zijn, mogen ook de gsm’s weer bovenkomen. Straks komen we in onze lodge aan. Een nieuw luik van onze reis kondigt zich aan.
Geschreven door AZEB.Inleefreizen