Om vanmiddag in Nairobi te zijn, moeten we weer behoorlijk vroeg opstaan. Zo gauw de zon op is - al is het eerder koud en bewolkt - vertrekken we, richting hoofdstad, maar daardoor opnieuw doorheen het Amboseli park. Op de witte vlakte zien we verspreid grazende antilopen. We hebben geen moeite meer om ze te onderscheiden.
De zon breekt even door. In de verte licht Amboseli Lake op. De stippen van de roze en de witte flamingo’s steken af tegen de grijsblauwe waterspiegel. We rijden dichtbij en zien hoe ze de bodem omroeren met hun snavel. Een pelikaan laat zich zachtjes voortdrijven in het midden van het meer. Wat verderop begint het groene moeras, waar gnoes en buffels kniehoog diep in staan te grazen. Het territorium van watervogels. We rijden er op een dam doorheen en ontdekken een tiental verschillende rustig vissende vogels groot en klein: goliath reiger, heilige ibis, jacana, lepelaar,...
Terug op de vlakte zien we masai herders met hun kuddes. Wij zijn hier slechts te gast.
We verlaten Amboseli langs Mesharani Gate. De wegen daarbuiten zijn minstens zo ruig en verlaten als in het park.
Na een uur hossen bereiken we het bergstadje Namanga, op de grens met Tanzánia. Het eerste stadje waar het voor ons haalbaar lijkt om te wonen, al is ook hier het end-of-roadgevoel aanwezig, zeker rond de border post. We nemen er dus de autoweg Arusha-Nairobi, die ons zo’n 150km door zachtglooiend woodland voert. Het landschap is groen en het uitzicht wijds. Elk dorpje langs de autoweg heeft zijn rij winkeltjes dat het zicht op het dorp zelf verbergt.
In Kajiado kruisen we het goederenspoor dat soda uit de Magadimijn naar Mombasa brengt. Een bron van rijkdom voor deze eerder moderne stad. Stilaan verdwijnt de begroeiing en verschijnen industriële complexen en grote landbouwbedrijven op de zandvlakte. Wanneer we Nairobi naderen wordt de tweevaksweg vier- of vijfvaks gebruikt. Langs de weg eten de koeien de verkiezingsaffiches op. Het is weer eens iets anders.
We stoppen onderweg voor een quick lunch (die dan toch weer pole pole verloopt), trekken onze laatste propere kleren aan en haasten ons via de nieuwe expressway naar de Belgische ambassade. De ambassadeur, de Hr. P. Maddens, zijn echtgenote en medewerkers ontvangen ons gastvrij en heel hartelijk in hun residentie. Het wordt een fijne namiddag van uitwisselen van ervaringen en ideeën. Een traditie waar we als Abdijschool aan houden. Ook dit is een belangrijk vormend moment en een heel aangename ervaring. We maken even een “officiële” foto en schenken opnieuw een engeltje van P. Maur aan de ambassadeur.
Voor het donker wordt, maken we nog een korte wandeling door het centrum van Nairobi onder leiding van onze safariman Dan. Daarna is het hoog tijd om deze laatste volle dag af te ronden. Straks onze laatste nacht in Afrika.
Geschreven door AZEB.Inleefreizen