Vroeg in de ochtend verlaten we Tsavo East, maar het is niet aan de poort dat de natuur ophoudt. We zien nog een tiental nieuwe vogels o.a. de savanne-arend, verschillende tokken en een vlucht quelea’s.
Dan gaat het naar het etappestadje Voi, met zijn driehonderd kerken - passend op deze hoogdag, maar “a place of sinners” volgens onze chauffeur. We nemen de nieuwe autoweg richting Tanzania, tussen de Sagala en de Taita Hills (2200m) door. Onderweg de verlaten spoorweg naar Tanzania en nogal wat sisalplantages. Voorzichtig rijden nu, want de weg loopt door natuurgebied (Taita Sanctuary en Tsavo West): olifanten en zebra’s langs de autoweg! We laten de bergen achter ons en rijden door een dorre ecru vlakte met kandelaarcactussen. In één ervan een groepje koereigers. Wat verder vliegt een bateleur die net een muis heeft gevangen. Mooie, rustige vergezichten terwijl we de blauwe Tanzaniaanse bergen naderen. In de verte: het vredige Crogan Castle, door een Engelse avonturier gebouwd.
Tegelijk was dit betwist gebied in ‘14-‘18: we vinden er oorlogskerkhoven, de holle baobab van waaruit een Duitse weduwe uit wraak Britse soldaten beschoot, de bunkers onder Salaita Hill (Slaughter Hill). Masai territorium met heel veel eenzame baobabs.
Net voor de grens, bij Taveta, verlaten we de autoweg, richting noord. Een brede, ruwe en bijzonder stoffige weg doorheen een gebied met veehoeders en peasant farmers. Het landschap wordt intiemer, als het Houtland in volle zomer. Ineens doemt uit het stof het profiel van de Kilimanjaro op! En weer verder in onze schokkende busjes. De laatste twintig kilometer door een landschap van duinen en vulkanische rotsen. Kan een land nóg droger zijn? En hoe overleeft men hier? We eten stof in alle kleuren, de chauffeur jaagt de stenen gooiende kinderen weg, maar onze wielen hangen er nog aan wanneer we bij onze lodge aankomen voor de lunch en een plons in het zwembad.
Daarna de stoffige busjes weer in voor een game drive in Amboselli.
Amboselli is een grote zanderige kom waarin we van ver de kleine wervelwinden zien ronddraaien die hun naam gegeven hebben aan het park. Het is een witte vlakte met een verpoederde of gebarsten bodem met hoogstens wat lage struiken of wat gras. De struisvogels steken er moeiteloos boven uit. Ook de thompson gazelles laten zich makkelijk zien. Suspense: een gazellejong zondert zich af en merkt de serval kat niet op die voor onze neus op de loer ligt. Wie zal het halen? Op anderhalve meter ruikt het jong onraad en gaat er vandoor.
We komen bij een helgroen moeras waarin een tiental nijlpaarden baden en grazen. Rondom hen dozijnen verschillende watervogels in meerdere varianten: reigers, ibissen, lepelaars, grijze kroonkranen. Wat een spektakel van plonzende en vissende vogels! Ook de olifanten hebben, iets verder, het moeras opgezocht.
Nog wat verderop het immense Ambosellimeer: enkele pelikanen, in de verte een roze lijn flamingo’s, aan de rand een kudde buffels met enkele kalveren.
We keren terug over de immense vlakte met haar tientallen grote kuddes wildebeesten en de vele groepen zebra’s.
Wanneer de wind opsteekt, wordt alles opnieuw omhuld in één witte stofwolk: de hemel, de vlakte, het wild, en in de verte het schimmig gelaat van de Kilimanjaro.
Geschreven door AZEB.Inleefreizen