Gedurende het familie weekeind blijken we toch een aantal cruciale spullen niet te hebben ingepakt voor Zwitserland, o.a. de reisboeken waar Louis zo driftig in heeft aangegeven wat we waar kunnen gaan doen. Nu we besluiten om zondag avond toch eerst naar huis te rijden en morgen vanuit daar te vertrekken ipv. uit hier, heb ik ook nog even een lijstje gemaakt!!
Met lood in m’n schoenen vertel ik het mam. Ik wéét dat ze het jammer gaat vinden. M’n andere 2 zussen vertrekken ook al vanavond ivm. diverse verplichtingen. Waardoor alleen pap, mam en Sven vanavond nog blijven slapen en morgen maar met z’n drieën uitchecken. Tuurlijk doet ze niet moeilijk maar ze had het natuurlijk liever anders gezien. Wat ik heel goed begrijp! Sorry mam! We hebben ontzettend genoten van het weekeind! Heel heel erg bedankt voor alles! Tot snel!! Xx
Thuis loop ik nog even m’n tas na en gooi er voor de zekerheid nóg maar wat bij! De verleiding is té groot en het kan gewoon zolang het in de auto past! Nog 1 aflevering van Hawaii Five-O op de laptop in bed en dan snel slapen. De wekker staat vroeg de volgende ochtend.
Na een prima heenreis zonder noemenswaardig oponthoud zijn we bijna op plaats van bestemming. Louis vraagt of ik het adres wil intikken in de navigatie ipv. alleen de plaatsnaam waarop hij nu staat ingesteld. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Nu komen we er achter dat Zwitserland natuurlijk niet bij de EU hoort en we niks geen internet meer hebben. Waardoor de navigatie niks meer kan opzoeken voor ons. Lastig om dan je accomodatie te vinden! Bij de Burgerking download Louis snel een paar offline kaarten via de WIFI waardoor we gelukkig de laatste paar kilometer naar onze accommodatie alsnog zonder problemen weten te vinden.
We zijn aangekomen in het kleine dorpje ‘Wildhaus’ in de regio ' Toggenburg'. Toggenburg ligt ingeklemd tussen het imposante Säntismassief en de zeven Churfirsten.
Met 2.501,9 meter boven zeeniveau is Säntis de hoogste berg in het Alpstein-massief in het noordoosten van Zwitserland. Het panorama vanaf de top is spectaculair. Als het weer het toelaat, zijn zes landen te zien: Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Liechtenstein, Frankrijk en Italië.
De Churfirsten zijn een keten van relatief jonge kalksteentoppen. Vaak worden zeven toppen van de keten gerekend tot de zeven Churfirsten. Ik zal jullie al de namen besparen. Vanaf vlakbij onze accommodatie hebben we prachtig zicht op deze 7 bergtoppen.
De accommodatie is grandioos. Een prachtig houten chalet, gloedje nieuw en belachelijk groot; voor 6 personen bedden, 2 badkamers, 2 balkons, een open haard en een zee van ruimte overal. Louis is echt uit z’n dak gegaan! Heerlijk!
We hebben bewust nog geen concrete plannen gemaakt. We zijn allebei best gaar van het afgelopen half jaar en hoe lekker is het dan om gewoon te kunnen niksen! Na het uitpakken van 10 shoppers, 2 plastic tassen, 2 toilettassen een doosje wijn en een koelbox, schuiven we 2 pizza’s met wat extra ‘toppings’ in de oven en ploffen we samen lekker op de bank!
De volgende dag krijgt Louis ‘s middags toch de kriebels. Hij wil eruit. Als het aan mij had gelegen had ik de hele dag op de bank gehangen maar vooruit, ik ga wel mee een frisse neus halen. We hebben bij ontvangst van de sleutels een pas ontvangen waarmee we op vanalles korting krijgen. Zoals Zwitserland bekend om staat, zijn de stoeltjes- en gondelliften knetters duur. Niet alleen de stoeltjes- en gondelliften, álles is hier duur! Volgens de informatie kunnen we gratis met 2 liften een flink stuk de Gamserrugg-berg op, één van de 7 Churfirsten. Even van het uitzicht genieten en weer terug! We stappen de auto in en stellen de navigatie in: 2 minuten rijden... Ha ha ha ha, dat kunnen we net zo goed lopen. We klikken de auto op slot en gaan op pad. Bij de stoeltjeslift aangekomen lijkt het een uitgestorven boel, tuurlijk, pauze! Hebben wij weer. Daar gaan we niet op wachten! Vol goede moed stappen we de berg op, dwars door de groene Alpen weiden. Al na een paar meter klink ik als een sissende fluitketel. Oh ja, zo klink ik als ik de berg óp moet. Rustig aan, stap voor stap bereiken we de volgende stoeltjeslift in Oberdorf, 140 m hoger. Ook hier hebben ze pauze, én net nog een half uurtje later. Dit meen je niet! Na 20 minuten lekker in het zonnetje gezeten te hebben roept een man ons binnen. Duits is niet ons sterkste taal, dus met handen en voeten proberen we ons verstaanbaar te maken. Wat de man heel duidelijk weet aan te geven is dat deze pas níet op dit traject geld.... whaaaaat, zitten we hier een half uur voor Jan Doedel te wachten. Oh, ok, en hoeveel kost het dan? Dan dient het volgende probleem zich aan; alleen contant, en laten we dat nou niet op zak hebben. Contant geld hebben we al bijna nooit op zak en nu, tijdens Corona, al helemaal niet.... We kunnen wel bij de andere lift betalen met pinpas en dan hier instappen. Véél te omslachtig. Wij zijn er klaar mee, laat die volgende 540 m maar zitten. We lopen terug, pakken de stoeltjeslift naar beneden en stappen in de auto naar de 'Thur' watervallen. Hopen dat dat beter uitpakt!
Vanuit het centrum van het stadje ‘Unterwasser’, waar we de auto parkeren, volgen we een niet al te lastig en prima aangelegd bospad langs de rivier de ‘Thur’. Het is een vrij makkelijke route van 10 á 15 minuten langs het helder blauwe smeltwater. Deze waterval is vanaf verschillende niveaus te bekijken en van verre al te horen. Onderaan, recht tegenover de waterval, is een metalen loop plateau langs rotswanden bevestigd die doorloopt tot in een flinke grot waar we net boven het kolkende water staan. Vanaf hier hebben we zicht op de waterval die in 2 stappen bulderend naar beneden stort. Via een verlichte rotstunnel klimmen we daarna geleidelijk wat omhoog waardoor we boven de onderste waterval uitkomen. Deze heeft een val van 10 meter. Door een doorkijk in de rots zien we van heel dichtbij de bovenste waterval naar beneden vallen. We kunnen deze bijna aanraken. Het geluid klinkt angstaanjagend doordat het water met een ongekend geweld naar beneden komt zetten. Door nog iets verder te klimmen komen we boven de 2de waterval uit. Hier zien we van waar het water rustig kabbelend aan komt stromen en over de rand, 13 meter naar beneden stort.
Een heerlijke onderneming voor een rustig dagje! Het bevalt ons wel. Daarom besluiten we om de volgende dag nóg zo een zelfde invulling te geven. We rijden richting Weesen, een stad aan de prachtige ‘Walensee’. De steile en voor een deel meer dan 1000 meter boven het meer uitstekende rotswanden maakten van de ‘Walensee’ verkeerstechnisch een grote uitdaging. Daarom zijn de straten en wegen langs de oevers van het meer tegenwoordig voor het grootste gedeelte in de rotswanden uitgehouwen, waardoor de route langs het meer ons voornamelijk door gangen en tunnels leid met zo nu en dan prachtige doorkijkjes. Aan de noordoever, de andere kant van waar wij nu rijden, rijst haast loodrecht de bergketen van de Churfirsten op. Dit is de andere kant van dezelfde bergketen waarop we zicht op hebben vanuit onze accommodatie. Doordat we helemaal om deze bergketen heen moeten rijden zijn we wel een uur onderweg. De route om vanuit Weesen bij de ‘Seerenbach Falls’ te komen in Betlis leid ons uiteindelijk over een eenrichtingsweg met 2 tunnels, vlak langs de oevers van de Walensee. Verrast en ongeduldig als we zijn werpen we een blik op het waarschuwingsbord aan het begin van de weg en in de veronderstelling dat we het begrepen hebben beginnen we aan de rit. Halverwege, gelukkig net tussen de 2 tunnels in, komen we tot onze schrik een tegenligger tegen... Ok, hier gaat iets níet goed, het lijkt erop dat we het bord helemaal niet goed hebben begrepen. Gelukkig is er nét voldoende plek om onze auto aan de kant van het smalle weggetje stil te zetten waardoor de tegenligger ons kan passeren. Een oplettende wandelaar komt op ons af gelopen en Louis laat zijn raampje zakken. Alleen de hele uren en de halve uren mag er tot 5 minuten erna vanaf deze kant aan de rit begonnen worden. De rit duurt 7 minuten. Dan ben je altijd optijd aan de andere kant wanneer vanaf daar de auto’s weer beginnen te rijden vanaf 15 over en 15 voor! Met een lichtelijke schaamte zetten we de auto uit en wachten we netjes totdat de eerstvolgende auto vanuit de goede richting ons passeert en wij er als een mak schaapje achteraan rijden. Wat een geluk dat we die tegenligger tussen de tunnels ín tegenkwamen. Want als we ín een van de tunnels in z’n achteruit moesten hadden we écht een probleem gehad. Er is op de meeste plekken in de tunnels nog geen haartje ruimte over aan beide kanten van de auto. Laat staan dat we er in z’n achteruit schadevrij uit zouden zijn gekomen. En dan niet te moeten denken aan het verkeer wat op een gegeven moment uit beide richtingen was gekomen. Gelukkig is die ellende ons bespaart gebleven! Halleluja!
Bij de parkeerplek in Betlis aangekomen blijkt er een parkeerautomaat te staan waar contant geld voor nodig is of internet.... Geen van beide hebben we hier! Louis doet een poging met internet maar dat mislukt. Ik schrijf een kleine notitie in het Duits met een verontschuldiging dat we geen van beide hebben en leg het achter het raam. Hopelijk begrijpen ze het in combinatie met ons Nederlandse nummerbord en besparen ze ons een ticket! Het is onze enigste kans!
We beginnen aan de 1,5 uur durende toch naar de ‘Seerenbach Falls’. Via de groene weiden, langs de grazende Zwitserse koeien, luid klingelend met hun grote bellen, komen we op een geasfalteerd pad wat ons brengt aan de voet van de meters hoge, kaarsrechte rotswand. Vanuit hier hebben we al zicht op een deel van de waterval. Een bospad leid ons de berg op, richting een kloof aan de voet van de waterval. De Seerenbach-waterfall bestaat uit drie watervallen. De bovenste val heeft een hoogte van 50 m, de middelste van 305 m en de onderste van 190 m, wat voor een totaal van 585 m zorgt. Het middelste gedeelte is de op één na hoogste waterval van Zwitserland, alleen de Mürrenbach-val is hoger.
Halfverwege de kloof voegt De Rinquelle, een ‘karstbron’, zich toe aan dit waterspektakel. Een ‘karstbron’ is een plek waar een rivier na een ondergrondse loop weer aan de oppervlakte komt. Uit de kloofwand spuit met 48m een waterval die wordt gevoed door een onderaards bron. De Rinquelle verzamelt het water uit een reusachtig grottensysteem onder de bergketen ‘Churfirsten’. Sinds het begin van de 20e eeuw wordt deze bron en het daarachter liggende grottensysteem door duikers onderzocht. Men weet dat 3 km diep in de berg een onderaards kanaal zich afsplitst – maar waarheen deze watermassa's stromen is nog altijd een raadsel.
Het zal je beroep maar zijn, diep de grotten in, gevuld met water, niet wetend waar je uitkomt. Mij niet gezien. Wij hebben ons portie wel gehad voor vandaag en zorgen dat we veilig en zonder onverwachte tegenliggers weer thuiskomen. Morgen gaan we het maar eens hogerop zoeken! We zijn niet voor niets richting de bergen gereden!
Geschreven door Louis.en.kirstin.tripping