Vandaag gaan we opzoeken waarvoor we hier naar toe zijn gekomen. De indrukwekkende bergen. De beroemdste rotspieken in het schitterende Italiaanse gebergte zijn de ‘Drei Zinnen’. Hét symbool van de Dolomieten. De Drei Zinnen (in het Italiaans Tre Cime di Lavaredo) liggen op de grens van de regio’s Zuid-Tirol en Veneto en zijn onderdeel van de Sextener Dolomieten. Deze drie markante rotstorens, omgeven door een wijde puinvallei, zijn vanaf een vrij makkelijk wandelpad tijdens een rondwandeling goed te bezichtigen.
We trekken er optijd op uit. Volgens Google moeten we er een hele dag voor uit trekken, los van welke route we nemen. Er zijn eindeloos veel mogelijkheden om dit bergmassief te bereiken maar het moet zo indrukwekkend zijn dat je er niet uitgekeken op raakt. We nemen uiteraard onze auto waarmee we na een uurtje aankomen bij de slagboom. De ene noemt het TOL de andere parkeergeld, hoe dan ook, of we even € 30,- willen neerleggen! Gelukkig zijn we gewaarschuwd door Google, onze beste vriend. Het is het dubbel en dwars waard. De 7,5 kilometer lange en vrij steile tolweg vol haarspeldbochten brengt ons, als een voorproefje, al kronkelend door het prachtige landschap bij berghut ‘Auronzo’ op 2320 meter hoogte. Vanaf hier zijn de uitzichten al magnifiek, dat beloofd wat. Nadat we de auto hebben geparkeerd op één van de parkeerterrassen onderaan het bergmassief trekken we onze wandelschoenen aan en gooien de daypack op de rug. We nemen nog een kijkje in het bezoekers centrum maar dat voegt niet zoveel toe. Laten we gewoon gaan lopen. Rechtsom volgen we pad nr.101. Het is een vrij breed en gemakkelijk begaanbaar pad wat meer lijkt op een wandeling in het park. Dat zal de reden dan ook zijn dat er zo een verscheidenheid aan wandelaars loopt. Kleine kinderen, nog geen twee turven hoog, honden, opaatjes en omaatjes al op flinke leeftijd. Van alles komen we tegen.
Google heeft ons hier wederom voor gewaarschuwd. We zouden niet de enigen zijn. We volgen de meute met mensen totaan berghut ‘Lavaredo’. Het voelt alsof we nog maar net begonnen zijn dus werpen alleen even een blik op de wandelkaart en stappen daarna weer door. Hier begint de eerste stevige klim. Via haarspeldbochten slingert pad nr.101 naar 2454 meter hoogte. Hier, bij ‘Paternsattel’, aan de noordwand van de Drei Zinnen bevindt zich de eerste verplichte stop voor een foto. Vanuit hier hebben we een indrukwekkend zicht op de ‘Kleine Zinne’. Ja ja, ze hebben ook alle drie een naam; een Duitse en een Italiaanse naam, want de Italiaanse regio Zuid-Tirol is tweetalig;
* Cima Piccola - Kleine Zinne is 2.857 meter hoog
* Cima Grande - Große Zinne is 2.999 meter hoog
* Cima Ovest - Westliche Zinne is 2.973 meter hoog
Vanaf hier is het zicht niet alleen indrukwekkend op de Drei Zinnen maar ook het panorama zicht eromheen. Overal waar we kijken lijkt het alsof we ansichtkaarten zien hangen. Het weer is perfect waardoor de kleuren prachtig zijn.
Vanaf nu loopt het pad langs het plateau van de Zinnen richting de volgende hut. Zo te zien zijn er meerdere opties, één meters hoog, de rotswand langs, maar daar heb je speciale spullen voor nodig. Onderlangs waar de rest ook loopt. Maar er lijkt ook halverwege een pad te lopen. Wij gaan voor de laatste aangezien het daar een stuk rustiger lijkt. Volgens Google is deze nagenoeg gelijk aan het pad onderlangs en duurt het ook zo’n drie kwartier voordat we de volgende hut bereiken. Vol vertrouwen beginnen we aan dit pad. En het is echt waar, na elke paar stappen lijkt het uitzicht weer te veranderen en nóg mooier te worden. Dan stopt Louis ineens. Voor ons doemt een plaat sneeuw op midden op de bergflank waar ons paadje overheen loopt. Nergens geen houvast, alleen een platgelopen randje van glibberig ijs. Louis gaat vast, ik met knikkende knieën er achteraan. Niet naar boven kijken, want dan verlies je je evenwicht, niet naar beneden kijken want dan slaat je lijf vast en kom je niet meer voor of niet meer achteruit. Het is gelukkig maar een klein stukje. Opgelucht red ik de andere kant. Al snel ben ik het vergeten en genieten we alleen nog maar volop van de omgeving. Totdat we weer een plakkaat sneeuw tegenkomen. Deze is breder maar het paadje is gelukkig rechter ten opzichte van de berghelling. En met knikkende knieën kom ik weer aan de andere kant.
Het pad loopt langs een Italiaanse stelling uit de Eerste Wereldoorlog. In de Eerste Wereldoorlog was dit berggebied het decor van een dodelijke loopgraven oorlog tussen Italië en Oostenrijk en werd er hard gevochten om dit bergmassief en de pas die vlakbij de frontlijn lag. Nu deels de 101, maar toen der tijd een aanvoerroute naar het front. Nog altijd zijn er in de rotsen resten zoals deze van Italiaanse stellingen te vinden. We nemen er even een kijkje binnen.
Na deze stelling is het nog een korte klim naar de ‘Toblinger Riedl’ waarop de ‘Drei zinnenhütte’ ligt op 2405 meter hoogte.
Hier vandaan is het zicht fenomenaal op de drie afzonderlijke rotsen, waardoor dit de populairste plek is voor een hapje en een drankje. Tot onze verbazing serveren ze hier écht van alles. Binnen ‘no time’ zit ik aan een bord vol pasta en Louis aan een kaas-omelet met gebakken aardappeltjes. Prima hike voedsel. Veel tijd gunnen we ons zelf er niet voor. Net zoals alle andere wandelaars om ons heen. Hap slik weg en iedereen staat zo weer buiten. Daar laat Louis de drone even de lucht in! Als dit geen grandioze plaatjes oplevert! Ineens vallen er regendruppels. Het mooie heldere, zonnige weer van vóór de lunch is ineens omgeslagen in een dreigend grijs wolkendek. Na wat druppels her en der begint het steeds harder te regenen. Het zijn niet veel druppels maar vooral grotere druppels. Haastig tover ik twee charmante poncho’s uit m’n daypack. Beide gehuld in een Komo zak beginnen we aan het tweede deel van de tocht om de Drei Zinnen heen. Dit deel van de route is een stuk minder druk. De meeste dagjes mensen nemen dezelfde weg terug. Het begin van pad nr. 105 slingert met scherpe bochten omlaag naar het dal van ‘Rienz’. Dit is een voornamelijk vlak landschap met hier en daar een struikje. De Komo zak is ondertussen al een keer uit en aan gegaan. De bui blijft hier hardnekkig boven ons hangen. Aan de andere kant van het dal wordt het geleidelijk aan droger. Wanneer we aan de volgende klim richting de ‘Langenalpe’ beginnen gaat de zak dan ook vlot uit want van klimmen krijg je het warm. En zweten in een Komo zak wil wel. Het is een pittige klim en Louis zijn pauze halverwege om de drone de lucht in te laten komt dan ook niet slecht uit. Vanuit ruig rots, haast maanachtig landschap lopen we nu de groene weides in. Maar wel met continu zicht op het indrukwekkend bergmassief. Door dit contrast blijft de route ons constant verbazen. Na de bergmeertjes bij ‘Zinnenseen’ volgt de route een naamloze pas onder langs de westelijkste top van de Drei Zinnen. Vanuit hier lopen we naar ‘Forcella del Col de Mezzo’, de provincie grens met ‘Belluno’. Het laatste stukje van de tocht loopt langs een steile helling met steengruis waarvandaan we weer zicht hebben op de parkeerplaatsen bij het bezoekers centrum. Alsof het tussen de oren zit maat die laatste meters beginnen de voeten te zeuren. Wat zijn we blij wanneer we bij de auto de teenslippers weer aan kunnen trekken. We hebben over de 9 kilometer lange tocht bijna zes uur gedaan. Wat was dat het waard zeg! Echt zo ontzettend gaaf!
Thuis aangekomen zetten we tijdens het eten de Formule 1 grand prix van Oostenrijk op. Ideaal uitgesteld kijken van Ziggo. Wat was die race spannend zeg! En wat hebben we gejuicht tijdens het als eerste finishen van Max! De buren zullen wel gedacht hebben...
Geschreven door Louis.en.kirstin.tripping