DRAKENROTS
Direkt langs de Rijnoever, even voorbij Koningswinter torent ie omhoog: Drachenfels. Ik moet er de Romeinen even voor opzij zetten en schuif nu held Siegfried naar voren. Siegfried is onderdeel van de Nibelungen sage, dus het verhaal is laten we zeggen halfwaar. Gisteren ging ik met het tandradbaantje uit 1882 naar de Drachenfels op 324 m hoog boven de Rijn.
Nog spannender dan het ritje met een stijgingspercentage van ruim 20 % is de Drakenrots zelf met op de top de ruïne van een ridderkasteel. Als hier de zon wegdraait, een schaduw over de berg valt en het water van de rivier zwart wordt, heb ik het gevoel te worden ondergedompeld in een diepe, mysterieuze bron van sagen en legendes en zink ik weg in het verhaal van Siegfried, held uit het Nibelungenlied, een beroemd middeleeuws heldendicht.
Te Xanten aan de Rijn woonde koning Siegmund met zijn gemalin Siegelind. Hun zoon heette Siegfried en bleek al spoedig een buitengewoon dapper held te zijn. Nadat hij de ridderslag had ontvangen, trok hij op avontuur uit en kwam in het land der Nibelungen. Volgens de Germaanse sagen woonde in het hoge Noorden, het land van mist en nevel, een geslacht van dwergen, de Nibelungen geheten, naar hun koning Nibelung (oftewel zoon van de nevel). Zij bezaten grote schatten, waaronder de belangrijke Nibelungenschat. Deze schat kwam in handen van Siegfried en nu kreeg diens geslacht de naam van Nibelungen. Andere wonderdaden gaven hem zijn heldenstatus. Zo versloeg Siegfried eens een draak en baadde zich in het bloed ervan; hierdoor werd zijn huid zo hard als hoorn en daardoor onkwetsbaar. Alleen op één plek tussen de schouderbladen was een lindeblad gevallen; hier had het drakenbloed zijn toverkracht niet kunnen uitoefenen; dit was dan ook de „Achilleshiel" van Siegfried. Precies op die plek trof hem later een dodelijke pijl.
Zo zie je maar: een ongeluk zit in een klein hoekje.
VAKWERK
Het waait weldadig hard tijdens een stevige regenbui. De mensheid haast zich voorovergebogen huiswaarts, vechtend voor het behoud van paraplu of hoofddeksel. Maar de jonge moeder die uit de oude VW Variant stapt heeft andere prioriteiten. Terwijl haar eigen krullen in haar gezicht slaan, kijkt ze naar het lachende blik van haar nageslacht op de achterbank. Dat moet veilig vanuit de auto het huis in, liefst zonder drama.
Ademhalen, focus. Ze spreekt het kind toe terwijl ze het losgespt, zet ze ‘m rechtop op zijn voetjes, kijkt nog eenmaal links en rechts de straat in en legt ‘m dan met één vloeiende beweging te rusten in de bocht van haar hals. Met haar hak schopt ze het portier achter zich dicht en ziet dan precies op tijd dat een rukwind de bijna huilende kleuter te grazen neemt. Net voor het hoofdje de straatstenen dreigt te raken, trekt ze hem aan zijn capuchon omhoog, om vervolgens met een monter ‘Ist einfach gut gelaufen, was?’ de beginnende brulpartij te neutraliseren. Vakwerk.
De foto’s:
In de tandradbaan.
Zo kon je ook naar boven.
De ruïne.
De Rijn van bovenaf.
Het Nibelungen museumpje.
Geschreven door Tonio.op.het.rechte.pad