Camino de Santiago is de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella.
De naam
Santiago is afgeleid van
Sant-Iaco en dat weer van
Sint Jacobus en laat nou Jacobus m’n 2e doopnaam zijn.
Volgens de overleveringen is hier het graf van de apostel Jacobus de Meerdere. Vanaf de vroege Middeleeuwen trokken de pelgrims naar deze stad om verschillende redenen. Verering van Sint Jacob, als boetedoening, vrijwillig of opgelegd door biechtvader of burgerlijk rechter wanneer men ‘n misdrijf had begaan. Men moest dan onderweg bidden voor het zieleheil van zijn slachtoffer en van zichzelf. Tegenwoordig gelden andere motieven. Er ‘n tijdje helemaal uit zijn, weg van de dagelijkse beslommeringen, ongebonden zijn zonder verplichtingen jegens een ander. Misschien speelt de uitdaging een rol of het avontuur. Dit jaar, door de Paus uitgeroepen tot een Heilig Jaar, worden er zo’n 250.000 pelgrims in Santiago verwacht. Ze komen uit alle windstreken en vertrekken uit bijna alle Europese landen. Ook opvallend veel Aziaten en Amerikanen doen de tocht of een deel ervan. Op de tocht verzamel je stempels (tampons) op je Credential of pelgrimsbrief bij stadhuizen, kerken, politieposten, cafe’s etc. Dit moet als bewijs dienen dat je Camino hebt afgelegd.
De hoofdroute vanuit Haarlem gaat om Parijs heen. Omdat ik over Parijs en Orleans wilde reizen heb ik gekozen voor een alternatieve route die deze steden wel aandoet. In Tours kom ik dan weer op de hoofdroute terecht.
StempelIn één van de tientallen kleine dorpjes die met een onderlinge afstand van enkele km’s in het Franse platteland stopte ik voor mijn stempel bij de Mairie, raadhuis of dorpshuis. De Mairie’s zijn gevestigd in wat je noemt 'n notariswoning, toegangsdeur met enkele stenen traptreden daarvoor, in het midden van ‘n vierkante pand van 2 verdiepingen. Meestal ‘n goed onderhouden pand en altijd hangt er een frisse Franse vlag boven de deur.
Ja, ik kwam net binnen de beperkte openingsuren en melde me bij ‘n balie waarachter een jonge dame iets op ‘n formulier invulde. Ze keek niet op van haar werk, Ik bleef geduldig wachten en tot ze na ‘n halve minuut zei “oui”. Enigszins beschroomd vroeg ik om ‘n tampon. Ze zei weer “oui” maar nu met ‘n vraagteken erachter. Ik melde me als pelgrim met mijn stempelkaart. Ze schudde vragend haar hoofd en keek daarna met diezelfde vragende blik naar haar collega. Deze was ook onbekend met mijn Camino. Nu kan ik me in het Frans redelijk verstaanbaar maken, maar hiervoor schoot m’n kennis tekort en vroeg of ze Engels verstond. Dan moest ze even naar boven bellen voor dé persoon die op dit gemeentelijk administratiekantoor me in het Engels te woord kon staan. Ik verwachtte een vrouw, die als voormalig onderwijzeres na haar ontslag door de sluiting van de dorpsschool, haar laatste jaren wat minder belangrijke administratieve taken mocht uitvoeren in ‘n kamertje achteraf. Ze zag eruit zoals ik me had voorgesteld, vijftiger, halflang peper- en zoutkleurig haar, brilletje met lichtmetalen montuur en platte schoenen. Inmiddels had zich ook een dame die in de zijkamer werkzaam was en een gearriveerde bezoeker zich bij het gezelschap gemeld, De onderwijzeres legde haar collega’s vriendelijk uit wat ik hier kwam doen en ik merkte dat de stemming langzamerhand omsloeg in iets van lichte bewondering. “Goh, Amsterdam, dat toch wel ‘n behoorlijk eindje hiervandaan”. Met een gemeentestempel en alle wensen voor een goede reis verliet ik de Mairie.
De stempel is ‘n groot rechthoekig geval waarop je invult wanneer de post is gearriveerd, wie er ‘n kopie van krijgt, welke actie wordt gewenst enz. en de lelijkste van alle stempels die ik op de kaart heb staan, maar ‘t is ‘n tampon met ‘n herinnering.
Foto'sde oudste brug over de Loire, begin Middeleeuwen,
de Kathedraal in Tours het vertrekpunt voor vele Franse pelgrims,
een Mairie en mijn pelgrimsbrief.
Geschreven door Tonio.op.het.rechte.pad