Noren

Noren zijn rijk. Voornamelijk door de grote opbrengsten van olie- en gasvelden hebben ze het hoogst besteedbare inkomen van alle Europeanen. Het leven is er duur heb ik inmiddels gemerkt. Op de weg zie je die rijkdom ook, veel BMW’s, Tesla’s en Range Rovers. Omdat slechts een heel klein deel van het land gecultiveerd is, moet de helft van het voedsel worden geïmporteerd. De Noren leven er goed van. Maar er zijn net als bij ons wat veranderingen op komst.
Wij Nederlanders zijn verwend. We verlangen dat de overheid eersteklas publieke voorzieningen biedt. Snelwegen van zacht zoevend zoab, fijnmazig en betrouwbaar openbaar vervoer, uitstekende en laagdrempelige gezondheidszorg... noem maar op. Tegelijkertijd willen we liever niet te veel belasting betalen, want als het besteedbaar inkomen en de koopkracht dalen, zijn we teleurgesteld.
Maar, het aardgas (gratis geld voor iedereen) is op.
De Nederlandse overheid had bijna 60 jaar een geldboom in het hoge noorden staan. De gaskraan in Groningen gaat dicht en daarmee droogt de bron van ‘gratis geld voor iedereen’ definitief op. In jaren tachtig waren de gasbaten goed voor meer dan één zesde deel van de inkomsten van de rijksoverheid. Infrastructuur, onderwijs, defensie, gezondheidszorg: decennialang kon de overheid een groot deel van die voorzieningen financieren door aan de Groningse geldboom te schudden. Die boom is omgehakt. Voortaan moeten we alle uitgaven uit eigen zak betalen.
Eerlijker, vooral jegens de Groningers. Dus wen er maar aan: we kunnen niet én een luxe verzorgingsstaat in stand houden, een transitie naar duurzamer leven in gang zetten, de troep in Groningen opruimen én verwachten dat onze koopkracht almaar stijgt.
Krijgen de Noren straks met hetzelfde te maken als olie en gas in de ban zijn gedaan om het klimaat te redden? Misschien kunnen ze dan het 95 % ongecultiveerde deel van hun prachtige land volplempen met waterkrachtcentrales, windmolens en zonnepanelen. Water en wind genoeg, maar de zon blijft wat achter en overtuigt nog niet.
 

Koeien

Koeien bewegen zich met een weldadige traagheid en als ze wandelen doen dat in de regel niet voor de lol. Ze houden zich gedeisd en als een jong dier eens ongemotiveerd een bokkensprong maakt hoort dat bij de training. Kijk eens hoe rustgevend koeien zijn. Ze leven volledig in het hier en nu, met een perfectie die voor ons onbereikbaar is. Ze beheersen de kunst om te stoppen met denken. Daar valt niet tegenop te mediteren. Mensen moeten, willen en zullen. Koeien zijn.
Een dier is ook geen mens.
Dieren zijn vrienden. Hoezo? Oké, ze kunnen aangenaam gezelschap zijn. Maar, zorgen ze voor je als je griep hebt? Drink je een goed glas wijn met ze en neem je dan het leven met ze door?
Geven ze je tips bij het invullen van je belastingaangifte? Nee, natuurlijk. Een dier is geen mens. In feite precies het omgekeerde van wat verstokte vleeseters beweren: een dier is een product.
Dan toch maar liever: een dier is een mens.

Geschreven door Tonio.op.het.rechte.pad