Gisteren had ik een lekke band. Het was mijn eerste lekke band na ruim 10.000 km fietsen in de afgelopen jaren. Is het een onoverkomelijk mankement? Nee, natuurlijk niet.
Is het een belangrijke gebeurtenis? Ja, dat wel. Nog jaren later vertel je op de verjaardag van je schoonmoeder hoe je aan de rand van een ver buitenlands bos de reparatie heldhaftig uitvoerde onder toezicht van een groepje wilde zwijnen dat op korte afstand in slagorde gereed stond voor de aanval.
Deze eerste lekke band kwam op een verkeerd moment. Ik had er 75 km opzitten en fietste heuvel op met zware wind (zie foto) tijdens een regenbui. Eerst alle bepakking eraf en dan ketting en kettingspanner losmaken (bah vies) om het wiel eruit te kunnen halen. Binnenland vervangen en “Shit”, daar blaast de wind het ventielmoertje en dopje van het asfalt in het hoge gras. “Grrrr”
Een uur later.
In de kamer van het goedkope pension vallen direct de varkenroze veloursgordijnen op, de sluitkanten zijn vaalwit verschoten. Daarna zie ik rondom het vergeelde behang. Op de lege plek waar tot voor kort nog een prentje had gehangen, zie je wat de oorspronkelijke kleur van het rijk gedessineerde behang moest zijn geweest. Het tweepersoonsbed heeft een diepe kuil, alsof de matras het middelpunt van de aarde zoekt.
En dan die geur. De geur van vakantiehuisjes, van ongeluchte kasten, van vochtige slaapzakken, van muffige, vochtige schimmelplekken op badkamermuren. Het badkamertje is zo klein dat je lichaam het slot is als je op het toilet zit.
Het zijn waarnemingen, geen klachten.
Ben ik - als er geen camping in buurt is - niet op zoek naar hotels in de budget klasse met klasse faciliteiten? Waarom dan mekkeren daarover?
Nee, dan zijn campings met een staplek voor een klein tentje op een afgelegen trekkersveldje, met smoezelige toiletten, met gebruik van trage WiFi en een beetje elektra voor totaal € 30 per nacht meer een zeikdingetje.
De volgende morgen ontbijt ik om 7 uur als eerste in een zijkamer waar nog vijf andere tafels zijn gedekt. Voordat de andere gasten naar beneden zijn gekomen reken ik af met de hoteleigenaar.
“Hat das Zimmer und Frühstück ihnen gefallen?” vraagt hij als hij het bonnetje uitschrijft. Huichelachtig knik ik, zonder verder iets te zeggen, het zou me de grootste moeite kosten om het geloofwaardig te laten klinken.
Vervolgens vraagt hij of ik nog wat in het gastenboek wil schrijven en drukt direct daarna een opengeslagen boek onder mijn neus. Hij blijft er bij staan kijken terwijl ik voor mijn gevoel er wat leuks in moet schrijven. Zodra ik klaar ben wordt het boek gelijk opgepakt en gelezen. Dat is zoiets als aan een krijgsgevangene vragen of de behandeling goed was terwijl de kampbewaker ernaast staat.
Van de redactieNaar aanleiding van de verontruste reacties die wij ontvingen over het welzijn van de schrijver van het verslagje “Magische ontmoeting tussen mens en dier.” hebben wij de auteur hierover benaderd. Deze heeft opgebiecht dat de gebeurtenis in zijn fantasie - dus niet in werkelijkheid - heeft plaatsgevonden. Wij betreuren de hele gang van zake vanwege de commotie die het verslagje heeft veroorzaakt. In voorkomende gevallen zullen wij vanaf nu bij verslagen die nepnieuws bevatten een logootje met de letters
FN (fake news) vermelden.
Speeltjehttps://youtu.be/ntd1aJawaY8 Geschreven door Tonio.op.het.rechte.pad