De trip naar de woestijn zou in de middag beginnen waardoor ik ‘s ochtends nog tijd had voor een bezoek aan de citadel van Amman, een complex van Romeinse ruïnes boven op een van de zeven jabals (heuvels) van de stad. Het voornaamste bouwwerk is de tempel van Hercules, een eerbetoon van de Romeinen aan deze halfgod. Hoewel er nog slechts twee kolommen overeind staan is duidelijk voor te stellen hoe groot de tempel in vroegere tijden was.
Said en ik waren ruim op tijd op het verzamelpunt waar de astronomieclub zou vertrekken. Dat had uiteraard niet nodig geweest, aangezien Arabieren altijd te laat zijn. Twee uur later dan gepland vertrokken we eindelijk in een grote schoolbus richting het oosten. De groep bestond uit voornamelijk jongeren van mijn leeftijd, zowel jongens als meisjes, die regelmatig naar de woestijn gingen om de sterren te bekijken. De bus was volgeladen met eten voor een week, zakken vol hout en een hele barbecue installatie, wat me allemaal redelijk overbodig leek. Deze mensen kampeerden graag in luxe!
Na 3 uur kwamen we aan in het stadje Al Azraq, waar we een laatste stop maakten voor de weg ophield en de bus off-road verder ging. Na nog een uur over een onverharde maar relatief stevige zandvlakte te hebben gereden kwamen we aan in een soort kamp van half ingestorte bungalows. Het bleek een oud oliekamp te zijn waar vroeger werknemers van Shell sliepen die overdag bij de oliebronnen werkten. Het kamp zag er uit alsof het al jaren verlaten was en was compleet vervallen. Van het merendeel van de kleine huisjes waren de ramen en deuren stuk en binnen was de vloer bedekt met een dikke laag zand. Tot mijn verbazing werden we opgewacht door een groep mensen, sterker nog: blanke mensen. Meer toeristen? Toen ze ons aanspraken herkende ik hun accent meteen: Nederlanders! Het bleken archeologie studenten uit Leiden te zijn die een half jaar in de woestijn verbleven om veldwerk te doen. Ze vertelden enthousiast over de oude tombes die hier in de regio verborgen lagen en die zij mochten onderzoeken. Elke dag gingen ze de bergen in waar ze met bepaalde instrumenten konden meten hoe lang het zand in de tombes al geen zonlicht had gezien. Daaruit konden ze concluderen dat de tombes bijna 5000 jaar oud waren!
De astronomie club was inmiddels begonnen met het opzetten van de barbecue en grote spiesen met kip en courgette werden boven het vuur gegrild. Met wat pitabrood aten we dat met de hand, lekker! Het was inmiddels donker en een van de Jordaniërs waarschuwden dat ik moest oppassen voor zogenaamde camel spiders, die in de woestijn zouden leven en 's nachts uit hun hol kruipen. Ik dacht dat hij een grap maakte, tot ik even later een rondje liep en in het licht van mijn zaklamp iets ter grote van een rat bliksemsnel voorbij zag rennen. Even later kwam de Jordanier naar me toe, hij had een van de spinnen gevangen en aan een spies gespiesd. En inderdaad, het beest was gigantisch, bijna zo groot als mijn hand. Ik kreeg er de rillingen van.
Na het eten ben ik even bij de Nederlanders gaan zitten die de warmte opzochten in een van de opslagruimtes waar een kacheltje stond. Het leek me maar afzien, maandenlang in de woestijn wonen in krakkemikkige huisjes zonder verwarmd water en reusachtige spinnen die overal op de loer konden liggen. De begeleider van de studenten, professor aan de Leidse universiteit, vertelde dat hij dit al ruim 30 jaar lang iedere voorjaar deed. Vroeger was hij vooral werkzaam in Syrië, waar schijnbaar ontelbaar veel archeologische schatten liggen begraven. Wegens veiligheidsrisico’s moesten ze nu uitwijken naar Jordanië. Ver van de Syrische grens waren we nu trouwen ook niet, slecht een kleine 40 kilometer. Dit was ook de reden dat nog geen 10 kilometer verder een militaire luchtbasis gevestigd is, vanwaar Nederlandse, Amerikaanse en Jordaanse vliegtuigen bombardementen uitvoeren. Het was vanaf hier dat de Jordaanse piloot in december 2014 vertrok en na gecrasht te zijn in Syrië, levend werd verbrand door IS strijders. De Nederlanders vertelde dat ze meerdere malen per week F16’s zagen overvliegen, gepaard met een hoop lawaai. Zo komt die oorlog beangstigend dichtbij.
Na een paar uur slaap in een van de vervallen huisjes (die ik ondersteboven had getrokken om te checken of nergens spinnen zaten) werd ik rond 2 uur ‘s nachts gewekt door Said om naar buiten te komen. Op een paar lichtjes in de verte na, de grensovergang met Saoedi Arabië, was het pikdonker. De enige lichtbron kwam vanuit de lucht, waar duizenden sterren je tegemoet straalden. De hemel was glashelder en nog nooit had ik zoveel sterren zo scherp gezien. De astronomieclub had telescopen meegenomen en ik mocht er door heen kijken. De sterren waren zo mooi door de telescoop en de hemel was zo helder dat je zelfs planeten kon herkennen. Een van de studenten richtte de telescoop voor me en ik kon duidelijk de rood gekleurde Mars en de ringen van Saturnus en Jupiter zien. Super gaaf! Na een uurtje buiten te hebben gezeten, sterrenbeelden zoeken en wachten voor vallende sterren (4 gespot!) kreeg ik het koud en ben weer terug m’n slaapzak in gedoken.
Toen ik de volgende ochtend opstond en buiten kwam zag ik in verte Sajid met een groepje anderen aan komen lopen. Ze waren de hele nacht op stap geweest en richting een van de oliebronnen gelopen, 10 kilometer verderop. Ze hadden een kleine rondleiding gehad en Sajid had zelfs een flesje met ruwe aardolie meegekregen, die die aan me liet zien. Was ik nou toch maar opgebleven!
Na een ontbijt van hummus en brood zijn we terug gereden naar Amman, waar ik afscheid nam van de astronomie club en van Sajid, die me de afgelopen week zo goed had geholpen. “I have the feeling our paths will cross again” was het laatste dat die tegen me zei. Who knows?
Met een minibusje ben ik vanaf Amman 30 kilometer zuidelijk gereisd, naar het dorpje Madaba. De plaats was oorspronkelijk een belangrijke christelijke nederzetting en telt vele kerken. Ik heb er een aantal bezocht en in de Johannes de Doper kerk mocht ik de klokkentoren beklimmen, vanwaar je een mooi uitzicht had over Madaba. De beheerder van de kerk sprak goed Engels en vertelde me hoe de christenen in Madaba in de vorige eeuw een minderheid werden na de komst van vele vluchtelingen uit Palestina. Toen Israël werd gevormd zijn er honderdduizenden Palestijnen uit hun land verjaagd, waarvan de meesten naar Jordanië vluchtten. Over dit verschrikkelijke maar tegelijk ook boeiende conflict zou ik de komende weken nog veel gaan horen en zien.
Geschreven door Milan