Na een paar uur slaap in het smerige appartementje besloot ik de eerste trein naar Guilin te nemen, een grote stad waar vrij weinig te doen is maar waar ik moest overstappen op de bus naar Yangshuo.
Tijdens de treinreis verbaasde ik me opnieuw over hoe smerig en asociaal de Chinezen kunnen zijn. De vloer van de kabine was helemaal bezaaid met afval, etensresten en roggels. Ieder uur werd de hele kabine schoongeveegd, maar dat mocht niet baten. In no time lag de hele vloer weer vol. Bah.
Toen ik in Guilin aankwam hoosde het. Afgelopen weken had het al veel geregend, maar dit sloeg echt alles. Met bakken kwam het uit de lucht. Snel ben ik in de bus naar Yangshuo gesprongen, hopend dat het weer wat beter zou worden, anders kon ik m'n tripje daar ook wel vergeten.
Twee uur later arriveerde de bus in Yangshuo. Ondanks de regen (die nog steeds aanhield) was ik onder de indruk van de omgeving. Hoge groene heuvels omringden de stad, met daglicht was dit waarschijnlijk een prachtige plek. Dat ik niet de enige was die dit vond, was te merken aan de talloze restaurants en barren in de stad. Ik had gelezen dat Yangshuo oorspronkelijk een klein rustig vissersdorpje was, maar daar was weinig meer van over. In China wordt echt iedere mooie plek hervormd tot een toeristisch oord.
In het hostel waar ik die avond sliep ontmoette ik een groepje jongeren, westerse uitwisselingsstudenten die een jaar in Hongkong studeerden en nu een weekendje weg waren. Samen besloten we om een rondje door de stad te lopen en ergens een drankje te doen. De hoofdstraat van het toeristisch centrum zat bomvol met cafés en clubs. Binnen werd oorverdovende foute popmuziek gedraaid en probeerde opdringerige bediendes je drankjes aan te smeren. Echt lang ben ik hier dus niet gebleven, ook gezien het feit dat ik de volgende ochtend vroeg op wilde staan.
Wonderbaarlijk genoeg was het de volgende dag heerlijk weer. De regen was opgehouden en zelfs de zon kwam tevoorschijn. Op aanraden van Joe ben ik op zoek gegaan naar een winkel waar ik een scooter kon huren. Voor slechts 100 yuan (15 euro) vond ik er een, inclusief benzine, die ik de hele dag mocht gebruiken. Na een eerste proefritje (ik had nog nooit eerder op een scooter gereden) had ik het onder de knie en kon ik gaan. Op m'n brommer reed ik door Yangshuo, wat tegelijk spannend en een beetje eng was. Het Chinese verkeer is een grote chaos. Je wordt constant ingehaald en afgesneden door andere scooters en tuktuks en niemand let op de verkeerslichten. Maar dit went snel en voor je het weet heb je je aangepast aan de chaotische rijstijl.
De echte fun begon pas toen ik Yangshuo uitreed en in de countryside terecht kwam. De weg brengt je vlak langs de hoge groene heuvels en kruist de rivier de Lijang meerdere malen. Het was heerlijk om de vrijheid te hebben overal rond te crossen en af en toe te kunnen stoppen om een foto te maken. De omgeving bestaat voornamelijk uit rijstvelden, uitgestrekte groene velden die half onder water staan. Langs de rivier groeien hoge bamboeplanten, waarvan sommige stengels even dik zijn als een lantaarnpaal.
Na een uur kwam ik aan in het dorpje Xingping, wat vlak aan de rivier ligt en omringd is door hoge heuvels. Ik parkeerde hier m'n brommer om de omgeving wat beter te verkennen. Tijdens het lopen stuitte ik op een groepje Chinese jongeren. Een van hen, een jonge die zichzelf Frank noemde, sprak goed Engels en vroeg of ik een stukje met ze wilde mee wandelen. Als westerling kreeg ik uiteraard weer alle aandacht en ik moest met iedereen op de foto bij het 20 yuan uitkijkpunt (het uitzicht hier is gebruikt als achterkant van het 20 yuan biljet).
De Chinezen besloten om een tuktuk te nemen naar het einde van het dorp, vanwaar het mogelijk was een boottochtje over de rivier te maken op een bamboe vlot. Op m'n brommer reed ik achter ze aan, wat een grappig gezicht was. Om even uit te sloven probeerde ik uit te testen hoe hard m'n brommer eigenlijk kon. Zonder veel moeite haalde ik de 60 km/h, en hij kon waarschijnlijk nog wel harder. Gezien het feit dat ik geen helm had (daar doen ze niet aan in China), liet ik het hier maar bij.
Eenmaal bij de aanmeerplek voor de vlotten bleek dat er geen vaarten gingen vandaag. Door de vele regen de afgelopen weken was het water een stuk hoger dan normaal en te gevaarlijk om te bevaren. Helaas pindakaas.
Samen met de Chinezen besloten we toen om samen te lunchen in Xingping. Ze bestelden een hele reeks gerechtjes, die we met elkaar deelden. Deze manier van eten ben ik echt gaan waarderen. In plaats van 1 eigen gerecht te hebben, kun je nu van alles wat proeven. Een van de gerechten was een schaaltje met slakjes, wat ik nog nooit eerder had gegeten. De chinezen gebruikten hun stokjes om het huisje vast te pakken en hem vervolgens leeg te zuigen. Na verscheidene pogingen (het gladde huisjes bleef maar tussen m'n stokjes door glibberen) gebruikte ik maar gewoon m'n handen en een tandenstoker om het slakje uit zn huisje te pulken. Dat leidde uiteraard tot grote hilariteit onder m'n tafelgenoten.
Tijdens de lunch kwam ik er achter dat de Chinezen afkomstig waren uit Guangzhou, een stad die ik de volgende zag zou bezoeken. Toen ik dat vertelde werd ik meteen door Frank uitgenodigd om hem de volgende dag te komen bezoeken. Met die afspraak hebben we afscheid genomen en ben ik weer op m'n brommer gesprongen. De rest van de middag heb ik door de omgeving rondgereden. Zonnetje, wind in de haren en overal prachtig uitzicht. Ik kan denk wel zeggen dat dit m'n leukste tripje in heel China was!
Geschreven door Milan