De aanvraag voor mijn Chinese visum zou een week duren. Te lang om op te wachten in Ulaanbaatar, waar ik niet zo'n fan van was geworden.
Van andere reizigers had ik veel gave verhalen gehoord over de indrukwekkende Gobi woestijn, in het zuiden van het land. Een heel ander soort landschap dan de westelijke provincies, en dus interessant om te bezoeken. Op de Chinese ambassade had ik twee Duitsers ontmoet die ook intenties hadden om een bezoek aan de woestijn te maken. Samen met hen en met Loes hebben we toen besloten een vijfdaagse tour te doen.
De tour naar Bayan-Ulgii had best veel geld gekost, dus we wilden proberen deze tour wat meer low-budget te doen. In plaats van een all inclusive tour te boeken hebben we alleen een driver met busje gehuurd, die ons vijf dagen zou rondrijden. Eten en slaapplaatsen moesten we onderweg zelf bekostigen.
Zaterdagochtend werden we opgehaald door Eggy, onze Mongoolse driver. Een vriendelijk en grappig figuur die matig Engels sprak, maar voldoende om mee te kunnen communiceren. De eerste dag bestond vooral uit rijden, zo'n 600 kilometer naar het zuiden, via de stad Dalanzadgad. Eggy had een dvd speler voorin de auto waar hij constant foute muziekclips van oa Lady Gaga en Rammstein afspeelde. Hoewel hij de tekst niet wist zong hij uit volle borst mee.
De twee Duitsers, Jakob en Maresa, waren ook op wereldreis en hadden net als ik door Rusland gereisd. Zij hadden daar wel uitgebreid de tijd voor genomen en waren 3 maanden in Rusland geweest. Met een oude Lada zijn ze van Moskou naar Irkutsk gereden, flink avontuur. Wellicht gaaf om zelf ook ooit nog te doen, maar dan misschien eerst mijn Russisch wat bijspijkeren.
Savonds kwamen we aan bij een nomadenfamilie, waar we tegen betaling konden overnachten in een van hun gers. Ze waren blijkbaar gewend aan het bezoek van toeristen want de prijs voor overnachting was een stuk hoger dan normaal. Eten hebben we zelf bereid met kookgerei van Eggy en boodschappen die we van te voren hadden gedaan. Geen vettig schapenvlees voor ons dus!
Het kacheltje in de ger brandde helaas niet op kolen, maar op gedroogde uitwerpselen van het vee. Qua stank viel dat wel mee, maar de poep brandde niet zo lang en gedurende de nacht werd het flink koud.
De volgende ochtend begon onze tour echt. We reden een half uurtje verder naar het zuiden, waar we aankwamen bij een gebied genaamd Yolyn Am. Hier hebben we twee uur gewandeld door een diepe kloof die dwars door de rotsen loopt. We volgden een smalle rivier die door de kloof kronkelde. Boven ons zagen we aasgieren vliegen en in de kloof zelf woonden kleine knaagdierachtige beestjes, Pika's genaamd, die heel snel konden rennen en moeilijk op de foto te krijgen waren. Op sommige punten is de kloof zo smal dat hij permanent in de schaduw is geheuld en het er ijskoud is. Letterlijk ijskoud want de rotswanden waren op bepaalde plekken bedekt met een dikke ijslaag. De kloof is in totaal ruim 10 kilometer lang en ik had hier graag de hele dag rondgelopen om de hele kloof te verkennen. Helaas was daar geen tijd voor en zijn we na een paar kilometer teruggekeerd.
Achteraf was het niet erg dat we hier niet langer zijn gebleven want van de volgende bestemming had ik geen moment willen missen. Een rit van ruim vier uur in zuidwestelijke richting bracht ons naar de werkelijke woestijn: de zandduinen van Khongoryn Els. Vanaf het moment dat de eerste duinen in zicht kwamen werd ik helemaal enthousiast. Dit is waar ik voor naar Mongolië was gekomen. Hoe dichter bij we kwamen, hoe groter de woestijn leek. De zandduinen strekte zich uit tot ver in de verte en het einde was niet te zien.
Zeker anderhalf uur lang reden we paralel aan de grens van de woestijn. Hoe verder we reden, hoe hoger de duinen werden, tot het formaat van bergen, maar dan van zand.
We stopten in een klein gercamp, dat nog geen 500 meter van de zandduinen verwijderd was. Ik wilde het liefst nu gelijk de woestijn in, de hoge zandduinen lokten enorm. Maar het werd al langzaam donker dus waarschijnlijk zouden we dat pas morgen doen. Wel mochten we nog een ritje maken op een kameel, ook niet verkeerd. In Egypte had ik al eerder kamelen gezien, maar die verschillen van de Mongoolse. Het koude klimaat hier vereist dat de kamelen een dikke vacht hebben en dus wollig en zacht zijn.
Onder begeleiding van een van de nomaden reden we langzaam per kameel naar de voet van de zandduinen, die inmiddels in schaduw waren geheuld door de ondergaande zon. We stopten vlak voor de duinen waarna Eggy riep: "you go up!" We zouden dus toch nog de woestijn in gaan nu! Enthousiasme maakte snel plaats voor ongeloof. De duin waar we voor stonden was super stijl en gigantisch hoog (300 meter hoorde ik later). Hoe moesten we die ooit beklimmen?! Toch begonnen we met de klim, wat niet bepaald meeviel. Voor iedere 3 stappen in de zanderige heuvel, zakte je er weer 2 naar beneden. Bijna een uur deden we er over om boven te komen, maar het uitzicht vanaf de top was het absoluut waard. Vanaf hier kon je de hele woestijn zien. Overal waar je keek zand, eindeloos ver. De laatste zonnestralen schenen over de duinen waardoor de hele woestijn een oranje gloed kreeg. Absoluut de mooiste zonsondergang ooit. Dit zijn de momenten waar ik voor op reis ben en waarvan ik nu al weet ze nooit te vergeten. Wauw.
Geschreven door Milan