China is rijk aan bergen en heuvels, waarvan velen een spirituele of religieuze betekenis hebben voor de bevolking. Door het land zijn een aantal bergen die als "heilig" zijn aangewezen. Op deze bergen zijn veel tempels te vinden en het beklimmen van de berg bevordert op een manier je levenswijze.
Twee uur van Xi'an ligt Hua'shan, wat letterlijk 'geweldige berg' betekent en een van de vijf 'great mountains' is. Ik hoopte hier wat meer van de natuur van China te ontdekken en even te kunnen ontsnappen aan de massale drukte van de steden.
Helaas bleek dat zelfs de natuurgebieden en bergen hier zijn omgetoverd tot een toeristische attractie. Om alleen al de berg te betreden betaal je een belachelijke 20 euro. Vervolgens kom je terecht op een betegeld pad met traptreden, dat helemaal naar de top loopt en iedere 500 meter een etenskraampje passeert.
De kabelbaan naar de top zorgde er voor dat ik op de wandeling bijna niemand tegen kwam. Alle luie chinezen verkiezen de makkelijke weg. Lekker rustig dus. Pas na een uur kwam ik twee jongens tegen, een Brit en een Amerikaan, die ook de 'echte' weg omhoog namen. Sean en Jon, zoals ze heetten, werkten allebei in de buurt van Shanghai als Engels leraar en waren nu drie dagen vrij. Beiden woonden al meer dan een jaar in China en hadden in hun vrije tijd veel plekken bezocht. Mocht ik interesse hebben, was er altijd plek voor nieuwe leraren, vertelde Jon. Klonk best cool, maar een jaar op dezelfde plek wonen lijkt me wel een beetje saai. En China zou dan ook niet mijn eerste keus zijn.
Met z'n drieën zijn we naar de top gewandeld, wat nog een kleine twee uur duurde. Jon en ik hadden hetzelfde looptempo, maar Sean had wat meer moeite met de steile trappen. Zeker het deel van de route dat 'thousand mile gorge' heet, was behoorlijk pittig. Een stijle beklimming van 300 traptreden die zeker 60 a 70 graden verval had. De traptreden zijn net diep genoeg om je tenen op te zetten. Gelukkig bieden de kettingen in de rotswand wat extra houvast.
Eenmaal op de top werden we, zoals ik al had verwacht, opgewacht door hordes toeristen die de kabellift hadden genomen. Lang zijn we hier dus niet blijven hangen, zeker omdat dit pas 1 van de 5 toppen van Hua'shan was! De hoogste was nog zeker een uur wandelen.
Vanaf de noordelijke top, waar we als eerst waren aangekomen, liepen smalle steile paadjes naar de overige vier toppen. De meeste Chinezen bleven op 1 top hangen dus we hadden de weg weer voor onszelf. Onderweg was het pad soms zo stijl dat er ladders in de rots waren aangebracht. Eindelijk een beetje klimmen! Rond 5 uur kwamen we aan bij de oostelijke top, waar de voornaamste reden van mijn bezoek aan Hua'shan was: de Plank Walk!
Hua'shan heeft onder Chinezen ook wel de bijnaam 'deadly mountain', en dat is niet voor niks. Jaarlijks vallen hier tientallen doden. Met name Chinezen die gevaarlijke manoeuvres uithalen op de bergranden om spannende selfies te maken. Aan de oostzijde van de berg is een wandelpad dat de plank walk wordt genoemd en zonder twijfel meest spectaculaire deel van de berg is. Midden in de rotswand is hier een route van houten planken gebouwd, die honderden meters boven de grond zweeft. Toen ik in Beijing foto's zag van een andere backpacker, wist ik meteen dat ik hier ook heen wilde!
De plank walk was de plek waar voorheen de meeste mensen om het leven kwamen. Sinds een aantal jaar is het daarom verplicht een gordel te dragen en jezelf te zekeren aan de staalkabel in de muur, als een soort klettersteig. Het pas was nog geen 100 meter lang, maar wel bijzonder spectaculair. Je had een geweldig uitzicht over de omringende bergen en de bodemloze diepte onder je is fantastisch. Zelf heb ik nooit echt last van hoogtevrees, maar ik kan me goed voorstellen dat de meeste mensen hier wat minder blij van worden. Sean bijvoorbeeld zag een aantal tinten bleker na de route. Ik vond het in ieder geval super vet!
Op de oostelijke top was een hostel waar we de nacht konden doorbrengen. De bedden waren hard en de hut koud, maargoed, wat wil je op 2000 meter hoogte?
De volgende ochtend zijn we vroeg opgestaan om de opgaande zon te kunnen zien. Door de dikke mist en vele bewolking was de zon amper te zien. Het uitzicht over de bergtoppen omringd door wolken was daarentegen wel super mooi.
De rest van de ochtend heb ik de overige 3 toppen bewandeld: central, west and south peak. Sean en Jon vlogen die middag terug naar Shanghai, dus zij gingen vast naar beneden. 2100 meter was de zuidelijke top, de hoogste van Hua'shan. Op dit punt was de bewolking zo dicht en laaghangend dat er absoluut niks te zien was van de omgeving. Enigszins jammer, maar ook wel cool, om zo midden in de wolken te staan. De terugweg heb ik ook maar toegegeven aan het gemak van de kabellift, scheelde een hoop tijd.
Eenmaal terug in Xi'an had ik nog een paar uur voor mijn trein naar Chengdu zou vertrekken. Jon had verteld dat je een fiets kon huren en over de top van de stadsmuren kon fietsen. Een fiets had ik in bijna twee maanden al niet bereden, als Hollander begon ik dat wel een beetje te missen. De rit over de muur duurde ruim anderhalf uur en bood een mooi uitzicht over Xi'an. Toen het halverwege ook nog ging regenen, voelde het helemaal alsof ik weer in Nederland was.
De nachttrein bracht me naar Chengdu, mijn volgende bestemming, waar ik in de middag aankwam. Chengdu is in 2008 door een zware aardbeving getroffen, waarna grote delen van de stad opnieuw zijn gebouwd en alles een nieuwe frisse indruk geeft. Het centrum is mooi en modern en bestaat uit grote pleinen met veel hoge gebouwen. Op veel plekken werd nog steeds druk gebouwd aan nieuwe gebouwen.
In het hostel was er savonds een gezamenlijke gratis hotpot georganiseerd voor de gasten. Bij deze traditionele maaltijd uit Chengdu staat er een grote pot met kokende bouillon op tafel waar je groente en vlees in kan koken. Super lekker, maar wel extreem pittig. Ik kan niet zo goed tegen pittig eten en tot nu toe had ik dat in China aardig kunnen vermijden, maar in het zuiden van China is bijna al het eten gemengd met pepers en hete kruiden. Tijdens het eten ontmoette ik een aantal andere backpackers die de volgende dag naar Emei'shan zouden gaan, een van de andere heilige bergen. Ik kon met ze aanhaken, dus dat kwam mooi uit.
We stonden vroeg op om de bus van 7 uur te halen, richting Le'shan. Dit is een andere berg, de 'blije berg', waar een van de populairste bezienswaardigheden uit de regio te vinden is: 's werelds grootste Boeddha! En groot was hij zeker. Ruim 70 meter van kop tot teen. De Boeddha is volledig met de hand uit de rotswand gehakt, wat een bizarre klus moest zijn geweest. Vanaf Boeddha zijn hoofd loopt een trap naar beneden, helemaal naar zijn voeten. De enorme aantallen toeristen zorgden er voor dat het bijna een uur duurde om de trap af te dalen. De Chinezen moeten perse op ieder punt stoppen om 28 selfies te maken. Een foto van alleen het object is nooit voldoende. Ze moeten er zelf ook opstaan, anders zijn ze er niet geweest. Heel vermoeiend.
Na de grote Buddha hebben we een taxi genomen naar Emei'shan, wat niet zo ver meer was. We waren met z'n vieren. Ikzelf, twee jongens, uit Engeland en Canada, en een meisje uit Frankrijk. De taxichauffeur wilde perse meer mensen meenemen dus onderweg stopte hij de hele tijd om toeristen aan te spreken. Door zijn getreuzel kwamen we pas rond drie uur aan bij de berg. Een wandeling naar de top zou bijna 9 uur duren. Het plan was om de eerste helft vandaag te doen, maar zelfs dat werd nu krap.
Tot nu toe was de temperatuur in China nooit echt hoog geweest, wat ik wel fijn vond. Ik heb liever kou dan hitte. In Chengdu en omgeving was het ook niet zo warm, maar het klimaat rondom Emei'shan was gek genoeg super vochtig en benauwd. De planten en dieren op de berg gaven een bijna tropische indruk. Hoge groene bomen met dichte begroeiing van bladeren en grote oranje spinnen. Het stenen pad was glad door de constante vochtigheid en liep via bamboebruggen over smalle waterstroompjes. Volgens de vele waarschuwingsbordjes werd de berg ook bewoond door apen, maar die hebben we niet gezien.
Na drie uur lang trappen beklimmen waren we behoorlijk bezweet en vermoeid door de warmte en benauwdheid. Het begon ook donker te worden, dus veel langer konden we niet doorgaan. Even na zessen kwamen we aan bij een Boeddhistische tempel, die ons voor 50 yuan onderdak en eten bood. De voorzieningen waren simpel, maar het idee om in een tempel te slapen was wel cool. De tempel bestond uit een serie ruimtes die via binnenplaatsen verbonden waren. De hele nacht brandden er kaarsen en wierook en het voelde een beetje griezelig om door de donkere en verlaten tempel te lopen.
In de tempel sliepen nog twee andere toeristen, twee Chinese meisjes/vrouwen die een weekendje weg waren. Ze waren beiden Engels docent en spraken dus goed Engels. Tot nu toe had ik met de lokale bevolking alleen wat oppervlakkige gesprekken gehad, aangezien hun Engels meestal vrij beperkt is. Met deze dames had ik de kans om dingen te vragen over politiek, studie- en baankansen en het leven in China. Ze vertelden dat studeren in China duur en zwaar is. Een gapyear nemen, zoals ik doe, is voor hun onmogelijk. Reizen in het algemeen, is erg lastig voor Chinezen. Naast het feit dat het duur is, stelt hun regering vaak bizarre eisen voor het verkrijgen van buitenlandse visa zoals het bezitten van een eigen huis of een minimaal bedrag aan spaargeld.
Na de studie is het gebruikelijk direct te gaan werken om je studieschuld terug te betalen en te sparen voor een eigen huis.
Politiek was een gevoelig onderwerp. In theorie is China een democratie, maar er is maar 1 verkiesbare partij en niet iedereen mag stemmen, slechts een kleine aangewezen groep mensen. Toen ik vroeg wat ze hier van vonden en of ze liever meer inspraak in politiek hadden, kreeg ik slechts te horen dat ze tevreden waren met de huidige situatie. "Er is geen oorlog en we hebben een prima leven." Zeiden ze. "De president doet het goed en China is een sterk land." Ik kan me haast niet voorstellen dat ze dit echt vinden, maar meer wilden ze niet over dit onderwerp zeggen...
De volgende ochtend stonden we weer vroeg op, we hadden volgens de reisgidsen nog zeker 6 uur wandelen te gaan tot de top! De drie anderen liepen wat minder hard en al snel had ik een aardige voorsprong. Na een uur kwam ik bij een theehuisje waar ik besloot ze op te wachten. Toen ze er na een half uur nog niet waren heb ik een briefje achtergelaten en ben alleen verder gegaan. Ik wilde de top bereiken voor het eind van de middag en kon niet de hele dag op ze wachten!
Vanaf de tempel waar we sliepen tot de top was het bijna 1500 hoogtemeters. Flinke klim. Vrijwel het hele pad bestond uit trappen, wat behoorlijk vermoeiend was. Gelukkig was het minder vochtig en benauwd dan de vorige dag en de muziek van mijn ipod gaf me genoeg energie om door te blijven klimmen. Blijkbaar wandelde ik sneller dan de reisgidsen van je verwachten, want om 12:30 was ik op de top. Ik had amper gepauzeerd en was behoorlijk moe. Extreem frustrerend was het dus toen ik na uren wandelen eindelijk boven was en daar tientallen bussen vol toeristen stonden. Er was verdomme een parkeerplaats aangelegd op een 3000 meter hoge berg! Als toerist is het een beetje oneerlijk om minachtend te spreken over andere toeristen, maar op dat moment kon ik me alleen maar ontzettend irriteren aan de honderden schreeuwende Chinezen die stonden te dringen met hun selfiesticks. Overal blokkeerden ze de paden en na het beklimmen van de laatste paar trappen naar de top deden ze alsof ze de hele berg hadden beklommen. Chagrijnig heb ik vijf verschillende Chinezen afgebekt die een foto met me wilde maken. Niet erg beleefd, maar ik had het even helemaal gehad met de spleetogen.
Het uitzicht vanaf de top was wel werkelijk fantastisch. Wederom was het weer behoorlijk bewolkt, maar door de grote hoogte van de berg stak de top boven de wolken uit, wat mooie plaatjes opleverde. Echt genieten kon ik er niet van, daarvoor was m'n humeur teveel verpest. Na een kort rondje over de top ben ik dus met de bus afgedaald en teruggekeerd naar Chengdu.
Hua'shan en Emei'shan, beide super mooie bergen met geweldig uitzicht. De wandelingen naar de top waren vet, maar het massale toerisme verziekt de totaalbeleving behoorlijk. Misschien is dit normaal in China, misschien heb ik de verkeerde plekken getroffen, of misschien zeik ik gewoon te veel en ben ik te verwend na alle verlaten natuurgebieden in Mongolië. Het weerhoudt me er in ieder geval niet van verder te blijven reizen in China. Nog genoeg te zien hier!
Geschreven door Milan