Nadat ik terug was in HK haastte ik me naar m'n hostel om mijn rugzak op te halen en vervolgens richting het vliegveld te gaan, dat op een van de afgelegen kleinere eilandjes ligt. De bus naar het vliegveld vertrok twee keer per uur en toen ik bij de halte aankwam reed die net weg. Het half uur wachten zorgde er voor dat ik een beetje moest opschieten om mijn vlucht te halen. De afgelopen drie maanden had ik enkel met trein, bus en auto gereisd, en opzettelijk vliegvelden vermeden. Het gehaast, de omslachtige incheckprocedures en het ellenlange wachten herinnerde me weer waarom.
Uiteindelijk was ik op tijd en zat ik in het vliegtuig naar Maleisië. De vriendelijke Noorse vrouw naast me trakteerde me op een broodje (die arme reiziger heeft vast amper geld, moet ze hebben gedacht). 3 uur later landden we in Kuala Lumpur, waar ik een kleine 2 uur overstaptijd had tot m'n volgende vlucht. Om een kleine impressie te krijgen van het land ben ik even naar buiten gelopen. BAM! Letterlijk een muur van hitte waar je tegen aan loopt, zodra je je buiten de air condition begeeft. 35 graden en extreem vochtig. Binnen een minuut begon ik al te zweten. Veel mensen hebben me al aangedrongen zuid Azië te bezoeken, maar met dit soort omstandigheden houd ik het daar nog geen dag vol vrees ik.
Snel ben ik dus weer naar binnen gerend, richting de gate om in te checken. De 5 uur durende vlucht (waarschijnlijk m'n langste in een vliegtuig ooit) heb ik vooral doorgebracht op mn gameboy, pokemon spelend. (haha, ik weet het, ben nog steeds een klein kind). Ik was een van de weinige westerlingen aan boord, meerendeel was Indisch of Nepalees, gokte ik. En aan het feit dat ze constant foto's van het vliegtuig maakte te zien hadden ze niet zo vaak gevlogen.
Het was donker toen we in Kathmandu landden, de hoofdstad van Nepal. Te voet moesten we de landingsbaan over, om vervolgens het meest armzalige vliegveld ooit te betreden. Het gebouw was vies, slecht verlicht en viel op veel plekken half uit elkaar. De aankomsthal bleek in dezelfde ruimte te zijn als de vertrekhal, bagageband, douanecheck en paspoort controle. Complete chaos dus. Aan een kleine balie, achterin de hal verstopt, kon ik mijn visum ophalen, die ik ter plekke in cash moest betalen. Na bijna een uur op m'n tas te hebben gewacht, verliet ik het vliegveld en liep naar buiten, waar ik werd verrast door een nog grotere chaos.
Tientallen taxi's stonden voor de uitgang geparkeerd, al toeterend en schreeuwend om mensen te lokken. Toen ze de jonge westerling met z'n grote rugzak zagen kwamen ze op me af om me in hun taxi te krijgen. Ik had dit al een beetje verwacht en had daarom mijn hostel gevraagd om me op te halen van het vliegveld. Een vent met een papiertje met mijn naam nam me mee naar z'n auto en reed me naar het hostel. De rit duurde zeker 20 minuten en leidde door drukke en slecht verlichte straten vol toeterende auto's. Ik was blij dat ik me had laten ophalen, in het donker had ik nooit zelf de weg gevonden door deze chaotisch stad.
In het hostel werd ik hartelijk ontvangen door de eigenaar en naar m'n kamer geleid: een kleine ruimte zonder bedden maar met matrassen op de vloer, die ik met 3 andere deelde. Er was wifi, maar die viel om de haverklap uit en warm water ontbrak in z'n geheel. Het was me duidelijk dat ik in een derde wereld land was beland. Dit zou wel weer een nieuw avontuur worden de komende weken!
Geschreven door Milan