Chiang Rai beviel ons (of vooral mij, aangezien Roy nog steeds niet zo veel kon) een stuk beter dan de rest van Thailand. Het was er rustig, weinig toeristen, mooie natuur en vrij klein waardoor alles beloopbaar was.
Vandaag ben ik weer alleen op pad gegaan en naar de Mae Kok rivier gelopen. Het was zoals gebruikelijk weer warm en had van te voren m’n zwembroek aangedaan voor een eventuele duik. Het water zag er prima uit en ik was niet de enige zwemmende dus ik ben de rivier in gesprongen, dat inderdaad heerlijk verkoelend was. Een groepje locals was verderop een spel aan het doen. In het water was een stellage gebouwd waar je op moest klimmen en op een smalle dwarsbalk moest gaan zitten. Vervolgens moest je elkaar proberen van de balk te duwen zonder zelf je evenwicht te verliezen. Ik heb het zelf ook nog even geprobeerd, viel nog niet mee! Een wat oudere man die aan de waterkant zat bood me wat te drinken aan. Hij schonk me een glaasje in met een helder roze vloeistof die er uitzag als een soort limonade. Maar dat was het niet! Het drankje brandde in m’n keel en bleek een super sterke alcoholische Thaise drank te zijn. Bah! Met moeite kreeg ik het weg en kon net op tijd m’n glas wegtrekken toen me een tweede werd aangeboden. Ik heb een stuk vis met de mannen gedeeld en kreeg nog een banaan mee, voor ik weer verder ben gelopen. Altijd leuk, een ontmoeting met aardige locals!
Via een brug ben ik de rivier overgestoken en een paar kilometer langs de rivier gewandeld, richting de mooie groene heuvels in de verte. De natuur was hier prachtig en de omgeving heerlijk rustig. Onderin de heuvels vond ik een serie grotten waar tempels in waren gebouwd. Deze zagen er uit alsof ze al jaren niet meer werden gebruikt of schoongemaakt want de tempels waren overgroeid met planten en er hing een vieze geur die ik niet kon plaatsen. Ik liep verder de tempel in waar het inmiddels steeds donkerder werd en ik op moest passen waar ik liep. In de hoek van de grot stond een groot Boeddha beeld van zeker een meter of 4 hoog, die er in het donker best wel onheilspellend uit zag. De stank werd steeds erger en de vloer lag hier ook bezaaid met iets wat er uit zag als muizenkeutels. Ik hoorde wat geritsel boven me en toen ik opkeek begreep ik waar de stank vandaan kwam; het hele plafond hing vol met vleermuizen! In het donker waren ze bijna niet te zien maar af en toe bewoog er eentje en kon je de glinstering in de ogen zien. Voorzichtig ben ik de tempel weer uitgelopen, hopend de vleermuizen niet te verstoren.
Bij terugkomst in het hostel in Chiang Rai bleek dat Roy en Corina de hele dag niks hadden gedaan. Ik vond het naar voor Roy dat die zich zo rot voelde en wilde hem graag ook wat mee laten krijgen van de stad en de omgeving. ’s Avonds zijn we dus even naar buiten gegaan met z’n drieën en hebben een cat-café bezocht. Dit is een café waar, zoals je al verwacht, katten vrij rondlopen. Er staan kleine tafeltjes met kussens waar je op de grond kan zitten en wat drinken. De katten lopen rond en komen af en toe bij je liggen. Er waren zeker een stuk of 10 katten, sommigen een stuk actiever dan anderen. Grappig concept.
De volgende dag voelde Roy zich ietsje beter dus stelde ik voor om met hem en Corina naar de rivier te gaan waar ik gister was geweest. Op de terugweg was ik langs een strandje gekomen waar kleine hutjes stonden waar je kon zitten. De rivier was best een eindje lopen dus daarom huurden we een fiets, wat voor Roy nog steeds zwaar was, maar dragelijker dan 5 kilometer lopen. We hebben een paar uur bij de rivier gezeten, waar ook veel andere locals zich vermaakten. De rivier stroomde hier best snel (hoewel nog steeds ondiep) en je kon een rubberband huren om je in de stroming mee te laten nemen. Met Corina ben ik een paar keer gaan zwemmen, maar Roy kregen we niet het water in, daar voelde die zicht toch nog te ellendig voor.
Vanavond was de laatste avond met z’n drien in Chiang Rai. Corina zou de volgende ochtend richting Laos vertrekken en wij ook weer terug naar Bangkok. We hebben Roy de nightmarket mee op kunnen trekken waar veel lekkere hapjes werden verkocht. In een klein restaurantje bestelden Corina en ik een gerecht met varkensvlees, maar wat we vervolgens kregen was toch echt geen varken. De botjes waren veel te klein om van een varken te zijn en het duurde ons de hele maaltijd om te realiseren dat we kikker zaten te eten! Was overigens best lekker.
Geschreven door Milan