Om het toeristische gedrang in Pai te ontsnappen zijn we verder naar het noordoosten gereisd, meer richting de grens met Laos, naar de stad Chiang Rai. Voorheen een provincie van Birma, maar sinds de jaren dertig deel van Thailand (wat toen nog Siam heette). Er zijn slechts weinig autowegen in het bergachtige landschap in het noorden dus om de stad te bereiken reisden we van Pai terug via Chiang Mai en vervolgens naar Chiang Rai.
Hoewel het er eerst op had geleken dat Roy zich weer langzaam beter was gaan voelen bleek dat toch echt niet het geval. Een zware oor- en keelontsteking was op komen zetten en zou hem de komende week nog veel gaan teisteren. Eten was pijnlijk en eetlust had hij amper, waardoor hij erg zwak was geworden en we eigenlijk vrijwel niks konden doen. Gelukkig hadden we in Chiang Mai een Canadees meisje ontmoet, Corina, die met ons mee was gereisd naar Chiang Rai en een beetje voor Roy kon zorgen. Met haar heb ik de volgende dag een uitstapje gemaakt naar een van de vele tempels in de omgeving. Nadat we Roy hadden voorzien aan allerhande medicijnen en yoghurt hebben we de bus gepakt naar de White temple, volgens velen dé bezienswaardigheid in Chiang Rai.
De white temple, of Wat Rong Khun, zoals die in het Thais heet, heeft een bijzonder ontwerp en is wat minder conventioneel als de meeste Boeddhistische tempels. Gebouwd in 1997, en dus vrij modern, wat ook in de bouwstijl te zien is. Van buiten is de tempel volledig wit (zoals de naam al deed vermoeden) en versiert met talloze slanke tierlantijntjes. Van een afstand lijkt het gebouw een vredige en vrij normale tempel, maar als je dichterbij komt vallen toch een aantal bijzondere details op. De brug die naar de tempel leidt bestaat uit armen en handen die als het ware uit het steen reiken en je proberen te grijpen. Ze symboliseren hebzucht en verleiding, die men moet kunnen weerstaan om het ware geluk te bereiken. Ook van binnen is de tempel vrij eigenaardig. Het altaar aan de voorkant lijkt normaal met de gebruikelijke Boeddha beelden. Maar als je je omdraait naar de muur waar je door naar binnen bent gekomen kijk je recht in het gezicht van de duivel. Een enorme muurschildering beeld een monsterlijke bek af waarin allerlei duistere en onheilspellende figuren zijn afgebeeld. De schildering beeld overduidelijk het kwaad af, dat rechtstreeks tegenover het goede aan de overkant staat (Boeddha). Het vreemde aan de duivelse schildering is dat er heel veel referenties uit films in voorkomen. Superhelden uit the Matrix, Spiderman, Star Wars en Lord of the Rings staan afgebeeld te midden van vliegende draken en demonen. Machinegeweren omcirkelen de monsters en prominent in het midden staan de brandende Twin Towers van New York afgebeeld. Vrij bizar allemaal.
Weer terug in Chiang Rai ben ik ’s middags zelf nog een rondje door de stad gaan lopen. Ook in het stadscentrum zelf zijn veel tempels en andere bezienswaardigheden. Een daarvan is de temple of the Emeral Buddha, waar volgens legende een beeld van Boeddha is verschenen nadat de bliksem in het gebouw insloeg, ergens in de 15e eeuw. Het beeld leek op eerste gezicht van aardewerk, maar in de loop van de jaren begon de buitenste laag af te blakeren en bleek het beeld volledige uit smaragd te bestaan. Dit werd als een goddelijk teken gezien en de Buddha werd naar Bangkok verplaatst waar hij nu nog steeds staat. In de originele tempel in Chiang Rai, Wat Phra Kaew, staat nu een replica, die niet minder mooi is. Het gebouw zelf was ook mooi, een stevige houten gevel met gouden versieringen en grote draken voor de ingang.
Een paar straten verderop werd gebouwd aan een nieuwe tempel, die bijna voltooid was. Aan de voorkant van de tempel stonden een aantal gemetselde cilindervormige bouwwerken, waar met een gastank vuur in werd geblazen. Ik stond er naar te kijken en me af te vragen waar dat voor diende toen een van de werkers op het terrein me aansprak en het uitlegde. Binnen de gemetselde muurtjes stond een nieuw geboetseerd beeld dat nu een hele dag moest uitharden. Daarvoor werd het beeld in de afgesloten ruimte volledig met vuur omringd zodat het steen helemaal hard kon worden. De hitte die er van af kwam was onwijs, gaaf om te zien hoe dit gemaakt werd!
Ik wandelde verder door de stad en kwam naast de vele boeddhistische tempels ook nog een moskee en een kerk tegen, waar ik beide even naar binnen gegaan. Moskeeën heb ik natuurlijk genoeg gezien in Oman, Iran en de emiraten, dus het was interessant om er hier in Zuid oost Azië ook een te vinden. Bijzonder was de teksten op de gevel die zowel in het Arabisch als Thais als nog een derde taal die volgens mij Chinees was werd afgebeeld. Dat derde leek me in eerste instantie een beetje vreemd, maar toen ik later op een grote Chinatown wijk stuitte begreep ik waarom. Blijkbaar wonen hier vrij veel Chinezen en in de straten vol marktjes werd allerhande aan Chinese producten verkocht waaronder hele bergen met enorm vuurwerk. Voor Demi heb ik hier een grote pandabeer knuffel gekocht, als cadeautje voor haar verjaardag volgende maand.
Geschreven door Milan