Het eiland Qeshm ligt hemelsbreed nog geen 60 kilometer verwijderd van Musandam, de noordelijkste punt van Oman. Op heldere dagen, zoals vandaag, kan je het land zelfs zien liggen, aan de andere kant van de Perzische golf. Gek idee dat ik daar twee weken geleden nog was, in een heel ander land dat zo ver weg leek maar toch eigenlijk vrij dichtbij is.
We zijn vandaag begonnen aan de taghts te werken. De metalen hutjes die in het restaurant staan moesten worden voorzien van een houten frame waar we palmboomtakken overheen bevestigden, ter decoratie. Sven liet me zien hoe ik het luchtdrukpistool kon bedienen, waarme we de frames in elkaar zetten. Ik meette alle takken en zaagden ze af waarna Sven ze op het frame nagelde. Voor de dakbedekking heb ik vervolgens palets uit elkaar gehaald om de planken te kunnen gebruiken. Deze schuurden we en bevestigden we aan elkaar om een houten dak te maken. Vooral de frames maken was best arbeidsintensief en we waren pas op de helft na vandaag, maar het begon er al wel goed uit te zien!
’s Avonds heb ik buiten met Sven en Monika gezeten en backgammon gespeeld. Sven haalde plotseling een fles frisdrank tevoorschijn en schonk me een glas in. Tot mijn verbazing proefde ik alcohol in de drank. Ik keek Sven aan en kreeg een knipoog terug. Alcohol is officieel verboden in Iran en in de winkels kan je het nergens kopen. Sven, als ervaren bierbrouwer, had blijkbaar zelf wat suiker toegevoegd aan de frisdrank om het te laten fermenteren. De wetenschap dat het eigenlijk niet toegestaan was om dit zelfgebrouwen drankje te nuttigen deed het des te beter smaken!
De volgende ochtend vertrokken Ola en Pjotr, de twee Polen. Ik had ze zelf maar een paar dagen gezien dus kende ze niet zo goed, maar aangezien ze ruim drie maanden in het restaurant waren verbleven kregen ze een groot afscheid van de rest en gingen we ze met z’n allen uitzwaaien in de haven. Vanaf hier namen ze een boot naar Bandar Abas, op het vaste land, waar ik zelf ook over twee weken heen zou gaan. Met Ali en Annelies zijn we vervolgens gaan ontbijten in een klein cafeetje in Qeshm city. Een van de lekkernijen hier in Iran is gebakken lever, wat je samen met brood heet, gewoon als ontbijt. Persoonlijk houd ik helemaal niet van lever, zeker niet als ontbijt!
Het repareren van de taghts was onze voornaamste taak geworden en de komende dagen zijn we daar alleen maar mee bezig geweest. Tijdens de zomer wordt het onwijs heet en vochtig op het eiland en de zoutrijke lucht tast de metalen taghts aan die daardoor langzaam beginnen weg te roesten. Alle taghts moeten dus ieder jaar helemaal worden geschuurd en opnieuw worden geverfd. Met een electrische schuurmachine ben ik dus de hele dag bezig geweest een taght te schuren, wat best zwaar was. Eind van de middag zat ik zo onder het stof en de roestdeeltjes dat je de afdruk van de veiligheidsbril op m’n gezicht kon zien. Zonder me om te kleden ben ik gelijk de zee ingesprongen om af te koelen en –spoelen. Het tij trok zich aan het einde van de middag altijd ver terug waardoor het water een stuk lager stond. Dat had ik me niet gerealiseerd waardoor ik me twee keer flink bezeerde aan een scherp stuk koraal.
Toen ik rond etenstijd de keuken in liep zag ik hoe de bediening bezig was een grote bak met enorme gamba’s te pellen. Ik voeg of ik kon helpen en ze knikten overtuigend. Samen hebben we de ruim honderd gamba’s staan pellen, wat best leuk was. De koks en andere werknemers spraken amper engels en ik wist maar een paar woordjes Farsi, maar we hadden toch veel lol en iedereen was erg aardig.
’s Avonds ben ik samen met Sacha, Sawa en Ali een rondje door de stad gereden. Ali had wat dingen nodig en vroeg of ik mee wilde, zodat ik wat van de stad en het Iraanse leven kon zien. Ik had nog niet eerder veel tijd met Ali doorgebracht, overdag was hij vaak druk bezig. Tijdens het rijden zag ik wat een spontane en - af en toe – gekke vent hij was. Hij scheurde door de stad in z’n pick up en stopte hier en daar om een of andere bekende te spreken of winkel te bezoeken. Hij had een vrij grof gevoel voor humor, wat ik wel kon waarderen, en maakte constant grappen. Bij het passeren van een groot boord met foto’s van de Supreme Leader (de religieuze “dictator”die het land bestuurt) begon hij de man in kwestie uit te schelden en voor alles en nog wat uit te maken, wat vrij hilarisch was. Sacha en Sawa, die inmiddels al drie maanden in het restaurant verbleven, waren gewend aan Ali’s gekke humor en deden gewoon mee. Op de terugweg stopte Ali bij een klein cafeetje waar hij ons trakteerde op een lekkere milkshake met Iraanse koekjes. Leuke avond!
Geschreven door Milan