De zandduinen van Khongoryn Els waren absoluut het mooiste wat ik tot nu toe in Mongolië had gezien. Het liefst had ik er nog een hele dag rondgewandeld, maar door ons krappe scheme moesten we de volgende ochtend al verder. Toch wilden we de zandbergen nog een keer zien, en dus besloten we om vroeg op te staan om de zonsopgang te kunnen zien.
De wekker ging om 5 uur, het was koud en pikdonker buiten en wat gister nog zo'n goed idee leek, was nu een stuk minder aantrekkelijk geworden. Toch zetten we door en wandelden we naar de voet van de zandduinen. Het was nieuwe maan, dus de lucht was amper verlicht en we hadden geen idee of we bij de juiste duin waren beland. We besloten om maar gewoon te gaan klimmen, en wel zien waar we uitkwamen. De koud had het zand wat harder gemaakt, waardoor klimmen iets makkelijker ging. De duisternis maakte het alleen wel een stuk spannender en de klim duurde toch bijna drie kwartier.
We waren net op tijd op de top, nog geen tien minuten later kwamen de eerste zonnestralen over de bergen in de verte, die langzaam de woestijn verlichtten. De zonsondergang van de vorige dag was mooi, maar deze opgang misschien nog wel mooier.
Toen ik eenmaal een beetje was opgewarmd door de zon ben ik aan de andere kant van de duinen afgedaald en de woestijn in gelopen. Het wandelen door de zandheuvels was verrassend zwaar, zelf op de vlakke stukken. Afstanden waren bedrieglijk langer dan ze vanuit de verte leken. Na een half uur lopen bevond ik me voor mijn gevoel midden in de woestijn. Overal om me heen was ik omringd door zand. Voelde als een echte setting uit een film of videogame. Nergens was enig teken van leven te bekennen. Nog niet eens een vogel of insect. Een sporadische duinplant, maar that's it, alles was hier levenloos. En stil. Dat viel in het bijzonder op. Op meerdere plekken in Mongolië had ik al ervaren hoe stil het kon zijn, maar hier in de woestijn heerste pas echt complete stilte. Angstaanjagend luid was het geluid dan ook, wanneer je over de top van een van de zandduinen liep en er een zandlaag verschoof. Snachts blaast de wind nieuwe zandlagen tegen de duinen en wanneer je hier op stond kon er een soort mini lawine van zand ontstaan. De duin produceerde hierbij een diep, brommend geluid, wat door de hele omgeving trilde. Een bizar geluid, zelfs een beetje angstaanjagend, alsof er een aardbeving onder je voeten plaatsvind.
Op de terugweg naar het gercamp kwam het leukste deel van de ochtend: de afdaling van de grote zandduin. Terwijl de klim bijna drie kwartier duurde kon je binnen een paar minuten beneden zijn. Al rennend en rollend gleden we van de berg. Het zand werkte als buffer en ving al je vallen goed op. Op sommige plekken was de heuvel zo stijl dat je gewoon kon glijden als je ging zitten. Met een slee of ski's was dit helemaal vet geweest!
Een paar uur rijden van Khongoryn Els lag een ander bijzonder gebied: Bayanzag, ookwel de Flaming Cliffs genoemd. De omgeving hier kan ik denk het beste beschrijven als een mini Grand Canyon. Het gebied bestaat uit zandstenen rotsen die door erosie en vroegere rivieren zijn uitgesleten tot metershoge kliffen. Het zandsteen heeft een feloranje kleur, vandaar de naam Flaming Cliffs. De kliffen hebben bizarre formaties. Torenhoge smalle pilaren die met dunne zandbruggen verbonden zijn. Voor mij als klimmer een ware speeltuin, ik heb me hier dus ook prima een paar uur vermaakt met klauteren en rondwandelen. De zandsteen brokkelde wel snel af waardoor het klimmen soms een beetje link was.
In de vorige eeuw zijn in dit gebied heel veel fossielen van dinosauriërs gevonden. Variërend van Raptors tot gigantische T-Rexen. Veel van de dino's zijn gevonden terwijl ze bezig waren met een actie. Midden in een gevecht of zittend in hun nest. Waarschijnlijk is dit gebied toentertijd plotseling bedolven door een zandstorm of aardverschuiving. Tegenwoordig is niks meer te bekennen van de dino fossielen, alles is opgegraven. Hier en daar liggen wel enorme rotsblokken die met een beetje fantasie voor dinobotten kunnen doorgaan. En als je vanaf de top van een van de kliffen om je heen keek door de oneindige leegte van het omringende gebied, kon je je heel goed voorstellen hoe hier miljoenen jaren geleden talloze dinosauriërs rondliepen.
De laatste dag van onze trip verbleven we in een gebied nog geen 200 kilometer van Ulaanbaatar. Officieel valt dit deel van het land in centraal Mongolië, maar de natuur is nog steeds compleet desolaat, hoewel heel verschillend van de echte woestijn. Een heuvelachtige omgeving met grote groene grasvlaktes, zover je kon kijken. Op willekeurige plekken liggen reusachtige rotsblokken, soms los, soms hele formaties die metershoog zijn. Vlakbij de ger waar we sliepen stond een hoge berg, het hoogste punt in de omgeving. Het moment dat ik de berg voor het eerst zag wist ik al: die ga ik beklimmen!
De granieten rots bleek perfect te zijn voor klimmen. Dat kwam mooi uit, want op sommige delen van de berg was dat echt nodig. Loes, Jakob en Maresa gingen voor de makkelijkere weg naar een lagere top, maar ik wilde de echte top bereiken! Een flinke klim, maar absoluut de moeite waard. Vanaf de top een prachtig uitzicht over de hele omgeving. Op ooghoogte vlogen grote aasgieren rond, die we eerder al in de verte hadden gezien, maar nu echt dichtbij waren. Ik ben afgedaald aan de andere kant van de berg, waar het pad wat makkelijker was. Het begon te schemeren en ik moest een beetje opschieten, zonder echt te rennen want het was nog steeds vrij stijl. Alsof ze hoopten dat ik zo uitglijden en een dodelijk val zou maken, kwamen de aasgieren steeds dichterbij en begonnen rond te cirkelen, nog geen 10 meter boven m'n hoofd. Hoewel ik wist dat gieren nooit levende prooien aanvallen, was ik toch een beetje bang dat een van de vogels plotseling een duikvlucht zou maken.
Eenmaal aan de voet van de berg bleek dat de gieren het niet op mij hadden gemunt, maar op een dode geit die daar lag. Van een rots gevallen? Door een wolf gedood? (Die kwamen hier namelijk regelmatig voor, vertelde Eggy). Geen idee, de gieren genoten er in ieder geval van. Op de grond viel me pas op hoe gigantisch de vogels zijn. De adelaar die ik had vastgehouden was al groot, maar deze gieren nog een flink stuk groter.
De laatste avond zou Eggy voor ons koken. 'Eggy barbeque!' Had hij van te voren geroepen. De Mongoolse definitie van barbecuen is blijkbaar iets anders, want al het vlees werd gewoon gekookt, zoals altijd... Maar het smaakte goed! Mooi laatste avondmaal na een supervette tour door een van de mooiste en meest bizarre gebieden van Mongolië!
Geschreven door Milan