Dinsdag 2 augustus via de Chinese muur en Tham Lod grot naar Lisu markt, een Wat en een klein paradijsje

Thailand, Pai

Vandaag hebben we veel gezien en gedaan. Na vertrek duiken we al snel van de weg af, want zo zegt Jeeda, dit is leuk om te zien. Ook hier is weer een aardige Chinese community, maar die zit hier al 150 jaar en zijn inmiddels allen Thai geworden. Het beleid van Thailand is om ze eigenlijk wel bij elkaar te laten wonen, maar ze wel te laten integreren in die zin dat ze Thais moeten leren en een soort van wat bij ons inburgeringscursus heet. Ze willen we dat de minderheden die hier komen weten wat wel en niet kan in Thailand, maar ze mogen wel hun eigen identiteit behouden voor zover die niet in strijd is met de mores en wetten van Thailand. Zo kan de overheid dus ongewenste zaken aanpakken zoals illegale houtkap ( er is zeer strenge wetgeving met name voor teakhout) Maar ook het slash & burn mag niet meer (het platbranden van land na de oogst met het idee dat het land vruchtbaarder wordt). Natuurlijk is ook het verbouwen van opium en drugshandel verboden. Je zit hier zeer kort op de grens en soms weten de minderheden amper of ze nu al in Thailand zitten of niet. Maar in ruil ervoor krijgen ze dus wel scholing, water en basale gezondheidszorg en de overheid zet er ook allerlei projecten op om te stimuleren dat de mensen zich op een goede manier in hun onderhoud kunnen voorzien. Zover in een notendop. De Rohinja overigens willen ze niet hebben omdat hun normen en waarden veel te veel afwijken van die van de Thai en ze erg veel problemen daar mee verwachten. De meeste minderheden die we hier tegenkomen zijn behoorlijk vredelievend en adaptief.

De Chinese nederzetting bestaat nu uit ruim 100 families, toen ze hier neerstreken waren het er 10. Ze hebben hun huizen op de berg, maar hebben ook een soort van attraktieparkje gebouwd met traditionele huizen van leem, maar dat is meer voor de toeristen. Er wordt ook kennelijk het nodige georganiseerd voor een dagje uit. Er is ook ruimte voor een soort dorpshuis en het is er doorgaans levendig. Zelfs om nog iets van “thuis” te hebben is er een stuk van de Chinese muur nagebouwd. Maar achterliggend is ook dat ze op die manier niet alle toeristen hun dorp zelf in krijgen.

We rijden verder naar de grot de Tham Nam Lod Cave die we gaan bezoeken. Het ligt in een soort van park, waar we naar het schijnt weer zowat de eerste buitenlanders zijn. De man die er kennelijk wat te zeggen heeft, staat eerst stiekem foto’s te maken, maar vraagt dan of hij met ons samen op de foto mag. Ja hoor. Ook dit is een community project: het onderhoud en de lampendragers komen uit het dorp. Er is geen elektriciteit in de grot en het is nog redelijk primitief vergeleken bij de commerciële grotten die we kennen (ik herinner me de grot bij de Halong Bay in Vietnam waar een bizarre lichtshow was met allerlei kleuren en geflikker en dat vond ik nou ook weer overdreven). Het is overal spekglad vanwege de klei die is achtergebleven uit het water. Hier gaat dus mevrouw nr 45 met ons mee met een enorme olielamp/stormlamp en ze kan ons ook dus gidsen en op mooi stukken attenderen en bijlichten. Ze had in 10 dagen niet moeten opdagen omdat er zo weinig toeristen zijn. Normaal soms wel 2 x per dag. We kunnen maar alleen de eerste grot in omdat het de laatste tijd zoveel heeft geregend dat het gevaarlijk is, het water stroomt erg hard (je gaat dan met een bamboevlot erin) . Vannacht stond het water 3 meter hoger dan toen we er halverwege de ochtend waren en het was dus sowieso maar de vraag of we erin konden. Het is wel een bijzondere ervaring, ook vanwege een nogal vasthoudende hond die niet weg te sturen blijkt. De dames, Jeeda en de lampenvrouw nr 45 van de ongeveer 150 aangemelde lampendragers, doen onderweg naar de grot hun uiterste best. Ik vermoed dat die hond geen Nederlands verstaat, dus ik doe geen moeite en ja hoor. Hij moet zo nodig mee in de grot en steeds voor mijn voeten lopen. Maar hij blaft niet heel de tijd (dat had hij eerder gedaan en daarom wilden ze hem niet mee). We lopen en klauteren wel ruim 3 kwartier in het glibberige donker. Vaak onmogelijk een foto te maken. Op een heel stuk zijn er net boven ons hoofd witte koorden gespannen, dat is ook weer gedaan door een monnik om te zegenen. Gebeurt ieder jaar.
Ook onderweg met de bus komen we ook nogal wat landslidings en naar beneden gekomen rotsblokken tegen vanwege de heftige regenval afgelopen nacht.
Als met al een leuke ervaring met al dat primitieve gedoe en zo maar met zijn vieren.. en een hond dan.

Onderweg naar het Lisu dorpje waar we gaan kijken, komen we langs een markt. Het is leuk, het is de weekmarkt en Jeeda vraagt of willen kijken. Tuurlijk! Ik kan daar nooit genoeg van krijgen, al die mooie groenten, bizarre vissen, kikkers en alles wat je maar kunt eten en niet te vergeten natuurlijk de mensen. Ook hier zoals Jeeda en ik al verwacht hadden wel wat mensen in de Lisu klederdracht. Ik maak wat stiekeme foto’s als het kan en de rest vraag ik, maar is eigenlijk altijd wel goed.

Dan stelt Jeeda voor om op de markt wat noodlesoup te eten en aangezien we ondertussen rammelen een goed idee. Wij eten ondertussen zonder problemen bij de meest afzichtelijke tentjes en dit moet ook wel kunnen. Een aantal andere klanten worden vriendelijk weggejaagd zodat we kunnen zitten. Valt niet mee, het zijn weer van die Chinese opstapjes, van 15 cm hoog en het merendeel is vanboven gescheurd en met een stuk raffia ofzo weer dichtgenaaid, maar het kraakt vervaarlijk als ik me er met mijn 80 kilo op zet. Gelukkig zie ik nog een heel exemplaar wat me dan wel kan houden. We krijgen de soep wel gelukkig in een wegwerpsoepkom (ja, natuurlijk ben ik niet voor wegwerp, maar gezien de hygiëne op zo’n markt niet verkeerd). Het is een soort felgeel drellerig iets. Waar als je wat met je stokjes graaft ook noodles in zitten. Ik kon het procedee niet volgen, maar dat geel kwam van pinda’s. Jeeda heeft ook wat pelpinda’s voor ons gekocht voor onderweg, maar het is niet te eten naar ons idee want ze zijn in zijn geheel gekookt en een kleffe natte hap.

Maar het was leuk en we vervolgen naar het Lisu dorpje waar nog behoorlijk wat houten huizen staan met soms bamboe vloeren en wanden. De Lisu hebben zelf wel teak wat ze kunnen gebruiken voor huizen, maar het is duur en beton is veel goedkoper, vandaar dat je het steeds minder ziet.

Een oude dame met zo ongeveer mijn kapsel (je ziet hier natuurlijk geen grijze vrouwen en mannen want iedereen verft zijn haar hier) , ze heeft alleen een grappig staartje bovenop haar achterhoofd, wil best voor me op de foto. Ook de man in de hangmat, wiens handel we hebben staan bestuderen op zijn erf vind het prima. Het is kennelijk siësta tijd, want vooral veel mannen treffen we in liggende houding aan. De jonge vrouw waarvan we de drillerige felgele noodle soup aten, komt ook uit dit dorp.

Dan slingert de weg weer verder omhoog naar nog een tempel , de Wat Pra Doi Kong Mu (pfff), die bovenop de berg ligt en een schitterend uitzicht biedt op het dal en de achterliggende bergen (Myanmar) . Het is ook een tempel met Birmese invloeden, bijv. witte boeddha’s. Natuurlijk de nodige brandkasten voor donaties en allerlei andere plekken waar je van je geld ten behoeve van het goede doel af kunt komen. In het dorp gaan we nog snel even wat lunchen, het is al half 3, maar we lusten nog wel wat. Bij zo’n simpel tentje eten we nog even prima voor samen nog geen 2, 50 euro ( geen bier erbij, gewoon wat water wat je daar krijgt).

Ons hotel, het Fern Resort, is een prachtig paradijsje midden in de jungle gelegen lijkt het wel. Het park bestaat uit een aantal houten huisjes, comfortabel ingericht en schitterend gelegen. Ik zal nog wel wat foto’s maken, maar toen we aankwamen ging het net flink regenen. Dat weerhield ook hier weer een trouwe viervoeter er niet van mij te volgen en op ons balkon op een bankje te gaan liggen. Als we gaan eten vergezelt hij ons weer terug. En dan moet je dus niets met honden hebben… geen van ons twee….

Morgen weer een mooie route en op mijn verzoek gaan we ook nog naar het enige longneckdorp hier momenteel. Ze moeten kennelijk nogal eens verkassen vanwege grensonrusten enz. Maar hierover natuurlijk morgen meer.


Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Hele mooie portretten Jacquelijne!

Peter Wessels 2022-08-02 21:35:17
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.