Zaterdag 5 augustus: Yarchen Gar – Baiyu

China, Autonome Tibetaanse Prefectuur Garzê


We zijn alletwee nog hondsberoerd van een nacht misselijk zijn, hoofdpijn enz. Gelukkig rijden we vandaag naar Baiyu en dat ligt een kilometer lager. Maar eerst nog wat rondkijken in Yarchen Gar, het grootste klooster ter wereld, veel nonnen komen uit het verderop gelegen Larung Gar, dat geheel werd verwoest tijdens de culturele revolutie.

We rijden rondom het hele terrein en zien de armoedige bouwseltjes van de monniken. Dan aan de rand staan een soort van kleine containerwoninkjes allemaal gelijk, van de nonnen, nieuw dus. Ik geloof ook niet dat er veel sanitair was, maar zag toch aan de rand van dit alles hier en daar wat rioolbuizen liggen en op het hele terrein waren enorm veel bouwwerkzaamheden bezig (met name grote zaken, geen idee wat). Vandaag bekijken we het monnikenklooster, er zijn wat monniken die les krijgen en die vereeuwig ik stiekem. Boven zijn werkzaamheden in volle gang, het is namelijk een twee verdiepingen tellende tempel. De tempel is enorm groot en ook nieuw, zoals de meeste en uitbundig gedecoreerd. Leuk detail vond ik de brandmelders die her en der aan de pilaren hingen, die staan natuurlijk op de gevoelige plaat.
Dan rijden we weer terug en rond het hele complex heen en staan we ineens voor de nonnentempel waar we gister waren, honderden mensen voor op het plein luisteren naar de Lama (luidspreker), ware het niet dat het merendeel zich voor de felle zon heeft beschermd met een paraplu, anders had het plein roodgekleurd. Kennelijk heeft ieder zijn eigen plekje, getuige de pakketten in plastic die we gister zagen liggen voor de tempel, maar met name in keurige rijen voor het plein. Op de heuvel rechts staan her en der wat kleine optrekjes, vaak wat planken en plastic en dat zijn de hutten voor degenen die in retraite gaan.
Ook is er weer een enorm groot Boeddahbeeld, met erom heen keurig in het gelid tientallen felwitte stupaatjes, een groter contrast met de eromheen liggende monnikenoptrekjes is haast niet denkbaar. We klimmen met toch wel wat moeite nog een 200 m omhoog tegen een heuvel (gelukkig is onze chauffeur niet van lopen, en op 4000 meter is het een heerlijke luxe , dat hij ons daar waar mogelijk heen rijdt). We zien eerst een kudde geiten tegen de hemel afsteken, maar daar was het vast niet om te doen. Nee, als we boven zijn, zien we hét bekende beeld van Yarchen Gar met zijn cirkel van optrekjes naast de tempels. Het is indrukwekkend. Jammer dat er vanaf volgend jaar geen buitenlanders meer van mogen genieten.

Door met name grasland rijden we naar Baiyu, waar we ook weer gecontroleerd worden, wellicht omdat we nu zeer dicht bij Tibet zitten? We zijn redelijk gesloopt en hebben alleen maar zin om even te slapen en eten wat biscuitjes in de hoop dat het de misselijkheid tegengaat en we vanavond weer wat normaal kunnen eten. We slapen van 1400 -16.30 uur en zijn heerlijk opgeknapt. En nu een goede douche. Dit hotel was dus ook niet op de lijst, maar kan zeker concurreren met wat er op de lijst stond. Het is een heerlijke grote kamer, met een bureautje, een luie stoel met voetenbank en midden in de doorgaande straat, heel gezellig. Het andere hotel reden we volgens mij langs en lag aan de rand van de stad.

Dan is het weer tijd voor een rondje kloosters. We slingeren weer omhoog naar het eerste klooster, het Pelyul klooster. Een van de zes grootste “moeder kloosters van de Nyingma School of Ancient Translation Tradition. Gesticht in 1665. Maar ook hier werd er driftig gewerkt aan de facade (een deel was verwoest en is heropgebouwd) een stuk of 10 jongemannen waren op steigers aan het schilderen aan de voorkant. Kijken en bekeken worden was het. Er komen hier nagenoeg geen westerlingen, dus ook zij moesten even goed kijken. Binnen stond een enorm beeld van Shakyamuni, verguld koper, die was degene die in Tibet het boeddhisme bracht.
We rijden naar beneden en daar is het prachtige Dzongsar klooster, bestaande ook weer uit verschillende tempels, deels oud (13e eeuw), deels nieuw. Het ligt prachtig tegen de berg aan, naast een hele rits mooie huizen. Maar er is een kabaal: van die lange hoorns, trommel, hobo-achtigen … We gaan stiekem kijken, onzichtbaar zijn, lukt niet. Er zijn drie brede ingangen waar een metersgroot doek voor hangt, bij de eerste komen we terecht in … een kleiklasje. Ik moet dat nog eens zien terug te vinden, heeft een reden. Het was een heel gezellig gezicht, al die jonge monniken bezig met klei, de een mooier dan de ander. Later zien we twee jongens een enorme teil tillen met restanten, maar ik zie ook een paar monniken trots hun werk aan anderen tonen. Dan komen we bij de toeteraars. Het is een zwaar werk. Onder auspiciën van een oudere monnik die de maat slaat op de trom, zijn de jongens aan het zwoegen. Voor ze het bord waarop in allerlei sinussen staat aangegeven wat ze moeten spelen. Ze vinden het wel leuk dat we komen kijken. Deur drie geeft ons zicht op jongens die aan het oefenen zijn om zo’n soort van hobo. Ongelooflijk. Circular breathing. Ik wou dat ik dat ooit onder de knie had gekregen met mijn saxofoon, maar het is zo lastig, ik ken haast niemand die het kan.

We zijn helemaal tevreden en voelen ons weer een stuk beter. Na wat rijst met ei en tomaat en een beetje groente, lopen we met zijn tweetjes nog even door de hoofdstraat, altijd leuk om zo het dagelijks leven te zien. Vermakelijk.


Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Zag ik daar wat muzikanten op clarinet. Breng ze maar mee voor orkest. Kunnen we ze lekker verwennen. Dus voelen jullie nu gelukkig wel wat beter.

Betsy 2017-08-05 18:51:14
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.