Zondag 6 augustus: Derge: Klooster closed on Sunday

China, Autonome Tibetaanse Prefectuur Garzê

Het is zondag, dus we slapen lekker uit: we hebben pas om 10.00 uur afgesproken om ergens te gaan ontbijten. Wordt er om tien voor tien aan de deur gemorreld. Ja hoor. Een dame met semafoon druk in Chinees. Ik geloof dat ze onze kamer wilde doen. Kon ze duidelijk maken dat ze nog maar 10 min moest wachten, hadden we het slot er niet opgedraaid, dan was ze zo binnengestormd. Hahaha!

We hebben maar een redelijk korte rit van een paar uur voor de boeg, het is mooi onderweg met de bergen, smalle bergweggetjes, niet altijd even geweldig van kwaliteit. Nadeel van die steile bergen vlak naast de weg is dat er ook zo het nodige naar beneden komt. We stoppen even om de benen te strekken en als bio-stop bij een wat vreemd aandoend bouwwerk. Lijkt wel een middeleeuwse kerker!

Onderweg zien we nog een mooi groot klooster ergens tegen de berghelling aan liggen en een beetje een maf bergje overwoekerd door gebedsvlaggetjes. Het hotel was ooit zeer sjiek denk ik, is zeker prima, ook weer ruime kamer met bureau (heerlijk om niet op bed te hoeven zitten typen), luie stoel voor Adrie en zowaar een gesloten, moderne douchecel. Overigens als ik wat spulletjes uitwas in de wastafel, moet ik hem niet in een keer leeg laten lopen, dan komt het niet goed en loopt het overal. Met engelengeduld heb ik ook maar even met een veiligheidsspeld alle gaatjes in de – overigens moderne – douchekop doorgeprikt zodat we meer dan 10 alle kanten uit spuitende straaltjes hebben. Water uit de douche krijgen was weer een ander verhaal, maar Adrie kreeg het uiteindelijk voor elkaar. Verder is het een mix van Frans, Chinees en tegen het plafond een rand met geplooide stof in de kleur van de gebedsvlaggen, nog een Tibetaanse knipoog.

We zitten hier op een steenworp afstand van Tibet, maar ze noemen het hier ook gewoon Tibet. De politie overigens niet hoor. Ze zijn doodsbang dat je over land Tibet binnenkomt, want dat mag momenteel niet. Joost mag weten waarom. Natuurlijk worden we bij het binnenrijden van Derge weer door politie gecontroleerd, paspoorten gefotografeerd, met onze kop ernaast. Je mag wel vliegen op Lhasa. Logica ontbreekt me, overigens alleen heel dure vluchten met Air China, maar volgens Tsering is het meer dat ze doodsbenauwd zijn dat er “informatie” in en uit Tibet komt.

Derge ligt net als Kanding in een heel smal dal tussen twee hoge bergen in. Reden om de steeds groeiende bevolking dan maar in hoge flats te gaan huisvesten, ten koste natuurlijk van de karakteristieke huizen. Maar ja, geef ze ongelijk, wij willen toch ook niet meer met hele families in maar een huis wonen?

We gaan eerst maar even relaxen en dan om half 3 lunchen, we hebben alle tijd. Daarna gaan we naar het oude Gonchen klooster uit 1446, gesticht door koning Yagis Stong Rgyal Po en de eerste lokale koning Bo. Het was tegelijk klooster en paleis. Helaas zijn er nog maar slechts een paar oude gebouwen over, maar die zijn zeer de moeite waard, zo ook de enorme rij stoepa’s die langs het klooster staan. Ik was weer even terug in Ladakh in India, in die oeroude kloosters. Ik kan het niet goed aangeven, maar het is zo indrukwekkend, ook al zijn de decoraties en de buitenkant in vergelijk met de nieuwe kloosters veel gedetailleerder. Het is ingetogener. Jammergenoeg is de grote tempel niet open. Maar Adrie kan het niet laten om aan een van de enorme gebedsmolens te gaan draaien. Natuurlijk moet ik meedoen en gaat Tsering ons vereeuwigen. Wij ongelovige Thomasssen sturen nu dus de gebeden de wereld in die door de wind worden meegedragen!

De kleinere tempel is wel open en daar zit in zijn eentje de trommelaar –van-dienst- te prevelen en te trommelen. We kijken overal ongegeneerd rond. In zo’n tempel zijn allerlei rijen van een soortement beschilderde dekenkistjes. Daar leggen de monniken hun boeken (lees: plankjes met gele doeken erom ) op om uit te lezen enz. Wellicht bergen ze daar ook hun capes en kappen in op, ik weet het niet, zal eens kijken of ik er een keer ongemerkt in kan kijken. Daarachter zitten ze in kleermakerszit op, in het beste geval een soort van matras, maar soms maar een heel dun kussen. Tussen twee van die rijen, lagen lakens vol kleurstoffen te drogen voor het schilderen in de moderne kleuren. De kleuren in de oude tempels zijn veel ingetogener en niet zo fel. Een bijzonder gezicht. Ook zijn hier de muurschilderingen op zijn minst "bijzonder" te noemen, hier en daar zitten panelen met een soort nietjes aan elkaar en klopt het, maar even zo vaak klopt het niet en loopt de afbeelding niet door. Net alsof er een slechte behanger aan het werk is geweest, die niet op het patroontje heeft gelet.

Ondertussen is Tsering gaan regelen dat we ook in de grote tempel mogen en jawel, hij heeft het weer voor elkaar gekregen. Wij verbazen ons regelmatig over hoe dat hier gaat, ook bij de weg vragen of wat dan ook: je roept gewoon, herhaalt als er niemand reageert en roept gewoon weer. Maar dat is hier heel gewoon. De mensen maken bijzonder veel kabaal in onze ogen. Dat zien we dan ook weer als we weg willen rijden. Er staan gewoon overal auto’s geparkeerd, ook in de toegangspoort. Nou, dan ga je toch niet rond om te vragen? Je roept gewoon een aantal keer tot er iemand verschijnt. Heel simpel. Nou, binnen een paar minuten waren de eigenaren gevonden, een toerist (Chinees, westerlingen zie je hier nagenoeg niet, ik kan ze op een hand tellen) en een gezette monnik, met een SUV. Ja, ik weet niet hoor. Ik vraag aan Tsering wie die monniken onderhouden, want van zoals in Thailand ’s ochtends om 5 uur met de bedelnap rondgaan en niet meer eten na 12 uur ’s middags is echt geen sprake hier. De familie bekostigt. Nou, wij vinden het eigenlijk wel een stelletje uitvreters hoor. Het was hier altijd moeilijk om scholing en een baan te krijgen, nog steeds wel voor Tibetanen, nou, dan ga je in het klooster en laat je je familie voor je sappelen.
Maar goed, de grote, oude tempel: Wat bijzonder is, is dat achterin, achter de bibliotheek van het oude klooster, 3 enorme nissen met beelden zijn. Heel grote Avaloketisvara, Boeddah Matreia (van de toekomst ) en nog een het vraagteken. Maar bijzonder in deze tempel zijn de beelden die deze verguld koperen beelden flankeren (en ook verder in de tempel voorkomen), beelden van geschilderd terracotta.

Het vraagteken: tja… ik heb het thuis na de cursus boeddhisme genoteerd, had ik ook in Stok (bij Leh in Ladakh) gezien. Angstwekkende beelden, die doorgaans overdekt zijn met doeken en slechts een maal per jaar gezien mogen worden. Ze hebben enorme krachten naar het schijnt. Nu zaten er hier lappen her en der, maar ervoor een slinger met menselijke organen, een voet etc. Heel bizar…

We rijden nog even de stad uit en stoppen bij een gehuchtje. Daar horen we van wat opgeschoten jongelui die ons natuurlijk zeer interessant vinden, dat er een stukje verderop in een dalletje een soort van uitspanning is met tenten waar we rustig wat kunnen drinken. Rustig is betrekkelijk, een van de tenten braakt knoerharde popmuziek uit en daar zitten een stuk of 10 jongelui bier te drinken. Het is immers zondag en ook hier een vrije dag. De tenten zijn voorzien van zeer degelijk houtsnijwerken banken en tafels. Bij ons ondenkbaar. Het is wel verder heerlijk even in de natuur te zijn. Morgen bezoeken we het printing museum en ’s middags gaan we met zijn tweetjes beetje door het stadje lopen dwalen.



Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Ontzettend leuk om te leven. Fijne vakantie en goede reis! Groetjes, Marjan

Marjan van Nieuwenhuijzen 2017-08-07 07:38:01
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.