Na het ontbijt weer uitchecken en om 8:15 zitten we al in de auto. Van Destin naar Atlanta is wel erg ver op 1 dag, dus we lassen een overnachting in. Harry heeft een state park ontdekt, waar hij nog heen wil, dus we hebben een hotel geboekt daar in de buurt. Eenmaal aangekomen in het Providence Canyon State Park kunnen we kiezen uit twee trails. Voor de één moet je zo'n 2 uur uittrekken voor de andere 6 uur. De keuze is dus snel gemaakt. Wij houden van wandelen, maar het moet wel leuk blijven. Aan het begin moet je op een formulier schrijven met hoeveel personen je bent en de kleur, het merk en het kenteken van de auto. Gerustellend gevoel, dat ze blijkbaar naar 2 personen gaan zoeken, als de auto blijft staan. Aan het begin loop je naar beneden, waar de grond een beetje op rode klei lijkt. Je komt in een soort rivier bedding, waar ook wat stroompjes water lopen. Als het veel heeft geregend loop je hier wellicht echt in een laagje water, maar nu houden we onze voeten wel droog. De natuur is hier heel apart. De rode kleur komt ook terug in de rotsen. We klimmen een stukje en ik ben steeds bang, dat we de verkeerde route pakken en toch op de lange trail belanden. Gelukkig hebben we een plattegrond gekregen bij de ingang, die bevestigt, dat we goed zitten. Eenmaal boven, loop je rond de rotsen en de stroompjes, waar we beneden nog doorheen liepen. Onderweg komen we achtergelaten auto's tegen, die zo goed als weggeroest zijn. Een raar gezicht, omdat het hoog op een berg en tussen de bomen is. Je zou nu nooit meer hier kunnen belanden met een auto. We lopen iets naar boven en staan ineens op een open veld met een bbq, waar nog een hele boomstronk aan het smeulen is. Er is ook een gebouw, waar toiletten zijn en een grote houtoven/open haard. Een geweldige locatie voor een familiedag, zou je zeggen. We nemen even plaats aan de picknick tafel en drinken wat. Daarna lopen we weer verder en genieten van de mooie uitzichten. Als we terug naar de auto lopen, loopt er een stel voor ons, waarvan de man een wapen op zijn heup draagt. Het blijft toch een vreemd gezicht, vind ik. We rijden richting ons hotel in Columbus. Een stad, die groter lijkt dan we in eerste instantie dachten. We checken in en de man wijst ons nog even op de vers gebakken koekjes, die er liggen. Dit is gewoon bij een Country Inn hotel en ze smaken inderdaad heerlijk. we rijden downtown en het is een leuk stadje. We wandelen wat langs een rivier en daarna door wat straatjes. Het is zondag en overal erg rustig. Het valt wel op hoeveel kerken hier staan. Op sommige kruispunten staat op alle 4 de hoeken een kerk. Er zijn vast verschillen in stromingen, maar hier worden we niet echt wijzer van. Het ene gebouw is ook een prachtig gebouw, terwijl een ander alleen te herkennen is als kerk, door een bord in de tuin.
We eten, die avond bij Longhorn steakhouse. Het is druk en we krijgen een buzzer mee en zullen na zo'n 30 minuten worden opgeroepen. We besluiten buiten in het zonnetje te wachten. In Amerika doen ze eigenlijk niet aan reserveren en mensen vinden het de gewoonste zaak van de wereld om in een rij te wachten voor een vrij tafeltje. Zeker in bekende straatjes van de steden, zoals Bealestreet in Memphis of Bourbonstreet in Nashville zie je soms hele lange rijen buiten en mensen staan netjes te wachten op hun beurt. Je kan dus bij de populaire restaurants alleen maar hopen, dat er geen lange wachttijd is.
Iets sneller, dan verwacht gaat onze buzzer en worden we naar ons tafeltje gebracht. Heerlijk gegeten en helaas geen ruimte meer voor de desserts, die er erg lekker uitzien. Uiteraard kun je altijd bestellen en dan de dessert in een "doggiebag" meenemen, maar dat gaat ons net iets te ver. Zonder voor- of nagerecht zijn de porties tegenwoordig in Amerika best te doen. Columbus, geboren uit noodzaak, maar verrassend leuk en schoon. Morgen door naar Atlanta. We boeken daar ook nogmaals bij een Country Inn, want dit beviel prima.
Geschreven door HarryenIrmagaanweereens