Dinsdagmorgen zijn we naar camping Solcio in Solcio bij Lesa gegaan. Het was slechts 12 kilometer noordwaarts. De camping ligt aan het meer en heeft ook een privé strand. ‘s Middags hebben we een wandeling gemaakt door Solcio en Lesa. Behalve een kerk was er weinig te zien. We hadden gelezen dat er veel grote villa’s in Lesa staan langs het water. Helaas waren ze niet te zien door de hekken en poorten ervoor. Ook was het niet mogelijk om langs het meer te lopen, de tuinen van de villa’s lagen aan het meer. Langs de rivier de Berno zijn we naar het meer gelopen, maar we konden de rivier niet oversteken om de camping te bereiken. Een deel van de rivierbedding lag droog, maar niet helemaal. Zonder kletsnatte voeten zou het niet lukken. We zijn toen maar terug gelopen naar de doorgaande weg.
Woensdag zijn we met de bus van half tien naar Stresa gegaan. In de haven daar vertrok de veerboot naar de Borromeïsche Eilanden. Deze eilanden zijn aan het begin van de 17e eeuw als buitenverblijf aangekocht door de familie Borromeo. Isola Bella en Isola Madre worden nog steeds elk jaar een aantal maanden door de familie bewoond. In Angera is de Rocca ook eigendom van de familie Borromeo.
Het eerste eiland dat we bezochten, was Isola Bella. Graaf Carlo III kocht het in 1630 voor zijn vrouw Isabella. Hij bouwde een paleis in barokstijl en legde een tuin aan met 10 trapsgewijze terrassen. Op de boot naar het eiland waren de terrassen goed te zien. Toen we op het eiland waren, kwamen we eerst langs de kerk, de Chiesa San Vittore. Daarna hebben we het paleis bezichtigd. Het is een prachtig, goed onderhouden rijk gedecoreerd gebouw. In veel ruimtes waren de muren vol gehangen met schilderijen. De Erezaal was een uitzondering, deze zal besloeg twee verdiepingen en had een koepeldak. Het was een oase van ruimte en rust in het paleis. Bijzonder waren de zes grotten in de kelder van het paleis. Deze ruimtes waren ingericht als grot als bescherming tegen de zomerse hitte. Na de grotten kwamen we in de prachtig aangelegde tuin. Blikvanger was Teatro Massimo met de grote Eenhoorn, het symbool van de familie Borromeo. In de tuin liepen witte pauwen. In 1630 bestond het eiland enkel uit rotsen. Nu is het een schitterend eiland met mooie gebouwen en tuinen waar het goed vertoeven is.
Het volgende eiland dat we bezochten was Isola Superiore dei Pescatori, het eiland van de vissers. Het eilandje is helemaal volgebouwd met in het midden de kerk. Het was een hele klim door de smalle straatjes naar de kerk. Verder waren er veel winkeltjes en restaurants. We zijn deels om het eiland heengelopen over een smal pad langs het meer.
Isola Madre was het laatste eiland dat we bezocht hebben. Ook op dit eiland stond weer een paleis met een mooie tuin. Het paleis was minder uitbundig gedecoreerd en minder goed onderhouden maar had daardoor een meer authentieke uitstraling. Erg mooi waren de marionettentheaters en de vele tentoongestelde marionetten. Eerst kwamen we bij Teatrino delle Marrionette in mooie kleuren. In de volgende zaal stond Teatrino Chiamato ‘Inferno’, Theater van de Hel in donkere kleuren met bijbehorende marionetten. De botanische tuin was prachtig aangelegd. Blikvanger voor het paleis was de Cipresso del Kashmir, deze boom is meer dan tweehonderd jaar oud, is 25 meter hoog en heeft een stam van 8 meter doorsnede. In 2006 werd de boom ontworteld door een verwoestende tornado, maar is gered door een internationaal team. De cypres is een symbool geworden van Isola Madre.
Van Isola Madre zijn we weer naar Stresa gevaren. Het was een leuke, interessante dag! De eilanden zijn niet erg groot en liggen dichtbij elkaar. Het was telkens maar 5 tot 10 minuten varen.
Vandaag zijn we op de camping gebleven. Het was stralend weer. Het zat heerlijk op het strand van de camping!

Geschreven door Jajo.op.reis