Vrijdag zijn we met de bus naar Donostia-San Sebastián gegaan. De stad heeft officieel deze dubbele naam. De Basken noemen de stad Donostia, de rest van Spanje San Sebastián. In de 13e eeuw is de stad ontstaan als vissersdorp op het schiereiland tussen de baai La Concha en de Rio Urumea. De baai bood beschutting tegen de onrustige Golf van Biskaje en de rivier ontsloot het achterland.
De bus stopte in Parte Vieja, de historische binnenstad van San Sebastián. Vlakbij het beeld van Raimundo Sarregui, de componist van de Mars van San Sebastián en andere populaire muziek. We zijn door de smalle straatjes met veel winkeltjes en taverna’s naar de baai La Concha gewandeld. Door de brand in 1813 tijdens het beleg van San Sebastián in de Onafhankelijkheidsstrijd tegen Napoleon, was de stad grotendeels verwoest. De Parte Vieja is deels bewaard gebleven. Vanaf de haven in de baai zijn we de trap naar de Monte Urguil opgelopen. Vanaf de berg hadden we een mooi uitzicht op de stad en op de baai. Midden in de baai ligt Isla de Santa Clara. Dit eiland is altijd onbewoond geweest, behalve als er een besmettelijke ziekte heerste. De zieken werden op het eiland in quarantaine geplaatst. We hebben over de Monte gewandeld. Er zijn restanten van vestingmuren en een Brits Cemetry uit 1813. De Britten hebben meegevochten om Napoleon uit San Sebastián te verdrijven. We zijn de Monte aan de andere kant naar beneden gegaan, over de weg, geen trappen meer. We kwamen uit op de Paseo Nuevo, de zeepromenade rond de Monte Urguil. Onderweg hadden we op het panoramaterras uitgerust en wat gedronken.
Vanaf de Monte kwamen we weer in Parte Vieja uit. Het grote plein, Plaza de la Constitutión, was ongeveer op dezelfde manier gebouwd als de meeste centrale pleinen in Spaanse steden. Rechthoekig met aan drie kanten bogen met winkels en restaurants erachter. Erboven zijn veel deuren met een nummer. De ruimtes erachter zijn erg smal, het zijn veelal deuren met een balkon. Meestal staat ook het (historische) stadhuis op de Plaza, maar in San Sebastián niet. Het stadhuis was aan het Alderdi Eder Parkea, een schitterend gebouw aan een mooi park.
Om het onszelf gemakkelijk te maken om een groot deel van San Sebastián te zien, zijn we op de hop on, hop off-bus gestapt. We hebben heerlijk in het zonnetje een uur door de stad getoerd met uitleg van de audioguide. Na de verwoesting in 1813 is de stad opnieuw gebouwd. De straten zijn recht en breed en alle gebouwen hebben ongeveer dezelfde hoogte. De hoeken van de gebouwen zijn rond om een ruimtelijk effect te creëren.
San Sebastián staat bekend als gastronomisch centrum in Spanje. Toen we door Parte Vieja liepen, hadden we een restaurant gezien waar paella werd geserveerd. Het zag er erg lekker uit. Na de bustocht zijn we naar dat restaurant met de naam Ubarrechena teruggegaan. De paella en Txakoli (een witte wijn) smaakte voortreffelijk! Na dit afscheidsmaal van Spanje zijn we met de bus teruggegaan naar de camping.
Vanmorgen hebben we Spanje verlaten. We hadden bedacht dat we zouden stoppen bij het Centre Commercial voor de Franse grens om nog een keer te shoppen. De naam deed ons vermoeden dat het een groot winkelcentrum zou zijn met een groot parkeerterrein. Maar helaas, er waren wel veel winkels, maar in nauwe straten zonder parkeerplaatsen voor een camper. Zonder laatste Spaanse souvenirs zijn we over de brug naar Frankrijk gegaan. We zijn langs de kust gereden naar Saint-Jean-de-Luz naar camping La Ferme Erromardie. De camping ligt aan het strand. Als we naar het strand lopen komen we eerst langs een strandbar met strandstoelen. Een prima plek om een paar dagen te blijven. Vanmiddag hebben we lekker buiten gezeten. Aan het eind van de middag werden we getrakteerd op een onweersbui.

Geschreven door Jajo.op.reis