Gistermorgen zijn we naar Granville gereden. Deze vestingstad werd vanaf de vijftiende eeuw gebouwd op gezag van Engelse koningen. Granville ligt op rotsen, er zijn veel hoogteverschillen. De oude stad heeft veel smalle straatjes met hoge gebouwen. En geen parkeerplaatsen voor campers. Daarom zijn we naar de camperplaats op de Pointe du Roc gereden. Deze hoge rotskaap met versterkte muren, bunkers en vuurtoren domineert de skyline van Granville. De bunkers maakten deel uit van de Atlanticwall van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
Granville was in de zeventiende en achttiende eeuw een beroemd kapersnest. De kapers hadden een volmacht van de koning om vijandige schepen te enteren en te plunderen. Een kaperkapitein kreeg van de koning de officiële functie fregatkapitein. Op Pointe du Roc staat een standbeeld van Georges Pleville Le Pelley, bijgenaamd de ‘zeerover met het houten been’.
Ook was de kabeljauwvisserij belangrijk voor Granville. Met driemasterschoeners werd naar New Foundland gevaren. De stad heeft nu drie havens, bij eb staan er twee droog en kan er niet uitgevaren worden. Vanaf Pointe du Roc was de kleine visserijhaven te zien. Deze haven ligt achter een sluis, waardoor deze wel altijd toegankelijk is.
Van Granville zijn we verder gereden naar Beauvoir, naar camping Aix Pommiers. Van ver zagen we de Mont-Saint-Michel al liggen voor de kust van Bretagne. Het rotseiland hoort nog net bij Normandië.
Vanmorgen hebben we het eerste stuk van de route naar Mont-Saint-Michel gefietst. Het deel over de houten brug hebben we gewandeld. Het was om 10 uur al druk, we liepen in een lange rij naar de Mont. De heilige rots wordt zeer druk bezocht. Bij eb is de Mont ook over het wad te bereiken. We hebben verschillende groepen wadlopers gezien.
De abdij heeft een lange geschiedenis. Omdat aartsengel Michaël tot drie keer toe aan Aubert, bisschop van Avranches was verschenen, bouwde deze een heiligdom op de Mont Tombe, de oorspronkelijke naam van Mont-Saint-Michel. Het werd al snel een bedevaartsoord. In de 10e eeuw vestigden de Benedictijnen zich in de abdij en werd lager op de Mont een dorp gebouwd tot aan de voet van de rots. In de 11e eeuw werd begonnen met de bouw van de eerste kerk. De huidige gebouwen dateren uit de 13e tot 16e eeuw.
Om de abdij te bereiken moesten we eerst flink klimmen door de nauwe straatjes met winkeltjes, restaurantjes en hotels. Vervolgens kwam een lange, steile trap naar de abdij. Via een lange binnentrap kwamen we op het terras van de abdij. Het uitzicht was er prachtig! Bovenaan het terras was de Abdijkerk. De erediensten worden tegenwoordig verzorgd door de broeders en zusters van de orde van Jeruzalem. Toen wij er waren begon er juist een dienst. Het gezang klonk prachtig in de hoge kerk.
Daarna hebben we verschillende zalen van de abdij bezichtigd evenals de tuinen en de andere kerk op de Mont. Toen we naar de abdij liepen, hadden we een steil stuk muur gezien van ongeveer een meter breed, we vonden het op een bouwlift lijken. Binnen kwamen we bij een heel groot wiel met touwen en bleek het inderdaad een soort goederenlift te zijn.
De bezichtiging van Mont-Saint-Michel was indrukwekkend en zeer de moeite waard. Morgen gaan we verder, we verlaten Normandië en vervolgen onze trip in Bretagne.
Geschreven door Jajo.op.reis