Zondagochtend zijn we naar. Ronda gereden. Het was rustig op de weg, we konden lekker doorrijden. Om half twaalf waren we op camperplaats Area de Autocaravanas Ciudad de Ronda. Vanaf de CP is het een halfuurtje lopen naar het centrum.
Ronda staat bekend als de gespleten stad. De stad ligt op een rotsplateau 750 meter boven de zeespiegel en wordt doorsneden door de steile Tajokloof met een diepte van 100 meter. Beneden loopt de rivier de Guadalevin. Het oude en nieuwe deel van de stad zijn met elkaar verbonden door de brug Puente Neuvo. El Tajo en de Puente Nuevo zijn de toeristische trekpleisters van Ronda.
Gistermiddag zijn we naar de kloof gewandeld, een lange rechte weg van 2,5 kilometer. Het laatste deel is een brede winkelstraat, maar ook langs het eerste deel zijn veel winkeltjes en restaurantjes. We kwamen uit bij Plaza de Toros, net als in Malaga het plein met de stierenvechtersarena. Vanaf het uitkijkpunt Mirador Alameja del Tajo hebben we ons, zoals alle toeristen, staan vergapen aan de diepte van de kloof en de huizen die op de randen zijn gebouwd. We zijn over de Puente Nueva de oude stad met de smalle straten en witte huizen ingewandeld. We hadden al gezien dat er aan de kant van de oude stad een wandelpad naar beneden de kloof in liep. Natuurlijk zijn we op zoek gegaan naar dat pad. Het pad liep niet helemaal tot aan de rivier, maar we hadden wel een mooi uitzicht op de drie bogen van de Puente Nuevo. De brug was de eerste keer klaar in 1735, maar is zes jaar later vernietigd door natuurgeweld. De huidige brug werd in 1793 in gebruik genomen.
In de oude stad zijn we verder gelopen naar de kerk Santa Maria la Mayor. Ook deze kerk is gebouwd op resten van een Moorse moskee. We hebben de kerk van binnen bezichtigd en daarna zijn we de toren opgeklommen. Door een poortje kwamen we op de omloop om de toren heen. We hadden een mooi uitzicht over Ronda.
We zijn over de oude brug teruggewandeld naar het nieuwe deel van Ronda. De oude brug lag lager dan de Puente Nuevo, Dat betekende eerst afdalen en aan de andere kant weer omhoog klimmen. Aan de kant van de nieuwe stad was een mooie wandelroute met trappen en plateaus met banken.
Vanmorgen zijn we teruggegaan naar Plaza de Toros om de arena te bezichtigen. De route ging door de stallen, de paddock, het museum en de arena. De paarden werden geborsteld en opgezadeld toen we binnen kwamen, later deden tien ruiters hun dressuuroefeningen in de arena. Stierengevechten worden alleen nog in de eerste week van september georganiseerd. Het eerste gevecht in deze oude arena vond plaats in 1785. De arena telt 5000 zitplaatsen en heeft een doorsnede van 66 meter.
Vanaf de Plaza de Toros zijn we weer over de Puente Nuevo naar de oude stad gelopen. Ons doel was een bezoek te brengen aan Casa del Rey Moro. De Casa is bekend van de Jardines de Forestier (tuinen) en La Mina de Agua (watermijn). La Mina heeft een trap die in de rotswand van de kloof is uitgehouwen. De 365 treden leiden naar de rivier de Guadalevin. Het was een mooie wandeling de trap af langs verschillende grotten en de verrassing aan het eind was schitterend. De eerste keer dat we in Ronda aan de oever van de rivier de Guadalevin stonden. Het zonlicht zorgde voor een fantastisch panorama in de kloof.
Na deze mooie ervaring zijn we op een terras neergestreken om te lunchen. Daarna hebben we nog wat geshopt in de brede winkelstraat Carrera Espinel. Gelukkig waren niet alle winkels dicht vanwege siësta, want het was inmiddels al na drieën.
Op de camperplaats hebben we nog een tijdje kunnen uitrusten in het zonnetje.

Geschreven door Jajo.op.reis