Zondagmorgen zijn we naar Óbidos gegaan. Het vestingstadje heeft een pittoreske uitstraling met mooie straatjes. Er komen veel toeristen. Toen we aankwamen, stonden er al veel bussen op de parkeerplaatsen buiten de vesting. In Portugal zijn regelmatig grote parkeerplaatsen bij toeristische bezienswaardigheden.
De vesting in Óbidos is door de Romeinen gebouwd. Tijdens de Moorse overheersing werd de vesting versterkt met een kasteel (nu een ‘pousada’, hotel-restaurant). Het is mogelijk om over de vestingmuur om het stadje heen te wandelen. De bustoeristen doen dat niet, het was lekker rustig op de muur. Het was een mooie wandeling!
In het voorjaar houdt het stadje een twee weken durend chocoladefestival. In het chocolade museum waren nu stripfiguren van chocolade te bewonderen. De chocolade cups met ginjinha (kersenlikeur) zijn een plaatselijke specialiteit. We hebben een doosje met twee cups en een klein flesje ginjinha gekocht en ‘s avonds geproefd. Het smaakte heerlijk!
Van Óbidos zijn we weer naar de kust gegaan. Het plaatsje Nazaré heeft een mooi breed strand. Aan de noordkant wordt het begrensd door de hoogste klif van Portugal. De kust bij de klif is berucht vanwege de monstergolven die hier in het voor- en najaar voorkomen. Surfers proberen deze golven te trotseren. In Nazaré zijn we over de boulevard naar de klif gewandeld. We hadden gelezen dat er een kabeltram naar boven ging, hoefden we een keer niet te klimmen! Maar helaas, vanwege werkzaamheden was de kabeltram tijdelijk buiten werking. Dus toch klimmen! We waren tenslotte voor de klif naar Nazaré gereden. Het was een pittige klim, maar het was de moeite waard. Op de klif staat het beeld Estatua Homenagum, voor de moedige surfers. In het fort zijn surfboarden van bekende surfers te zien. Het uitzicht was prachtig, zowel op de klif als op het fort aan het eind van de klif. Toen we weer bij het strand waren, zijn we gaan uitrusten in de beachbar!
Vanmorgen zijn we naar Batalha gegaan. Ook hier is een klooster uit de UNESCO Werelderfgoedlijst. Mosteiro Santa Maria de Vitória domineert het plaatsje. De naam verwijst naar de overwinning in 1385 van koning Joāo I op de Spanjaarden. Zowel aan de binnen- als aan de buitenkant maakt het kloostercomplex een verpletterende indruk. Ook hier waren restauratiewerkzaamheden aan de gang. Er waren verschillende graftombes. In de Capela do Fundador was het praalgraf van koning Joāo I en zijn vrouw te zien. Ook waren er verschillende tentoonstellingen. Naast de Salo do Capitulo met het graf van twee onbekende soldaten uit de Eerste Wereldoorlog was een tentoonstelling van militaire attributen. In een andere ruimte waren moderne schilderijen van beroemde componisten tentoongesteld. Als laatste kwamen we in de Capelos Imperfeitas, de onvoltooide kapellen. Het was een achthoekig gebouw, bedoeld als mausoleum voor de koningen, dat nooit werd afgebouwd. Het middelste deel had bijvoorbeeld geen dak.
Na Batalha hebben we de Estrada Atlantique, de Atlantische kustweg gevolgd tot aan Pedrógāo. De weg ging langs verschillende mooie zandstranden en op dit moment uitgestorven badplaatsjes. Eerst was het bewolkt, maar later brak de zon door. Vanaf Pedrógāo hebben we de snelweg naar Coimbra gevolgd.
Geschreven door Jajo.op.reis